Home ‘De aardse mens is een sterfelijke God’

‘De aardse mens is een sterfelijke God’

Door Sebastien Valkenberg op 22 mei 2005

05-2005 Filosofie magazine Lees het magazine

De Nederlandse staat heeft de Bibliotheca Philosophica Hermetica gekocht. De hermetische traditie – waar ook Dan Browns Da Vinci Code op is gebaseerd – heeft onze samenleving altijd vanuit de marge beïnvloed.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De grootste collectie hermetische filosofie is er verzameld. De Bloemstraat nummer 15, aan de rand van de Jordaan in Amsterdam, is het adres van de Bibliotheca Philosophica Hermetica. De schrijver Umberto Eco raadpleegde regelmatig werken uit de collectie, die bestaat uit zo’n 20.000 titels. Het is diezelfde hermetische traditie waar Dan Brown aan refereert in zijn bestseller, de Da Vinci Code.

Begin jaren ’90 wilde de ING Bank de collectie verkopen omdat eigenaar Joost Ritman miljoenenschulden had; de bibliotheek maakte deel uit van zijn bedrijf in wegwerpserviezen voor de luchtvaart dat in de verliezen was geraakt. De staat voorkwam dat door de bibliotheek aan te wijzen als beschermd nationaal erfgoed. Vorige maand volgde daar de verkoop van de bibliotheek op aan de Nederlandse staat. Wat heeft Nederland gekocht? Waarom werd de hermetische traditie altijd bestreden door kerkvader Augustinus?

Hermes Trismegistus

De hoofdfiguur van de Bibliotheca is met mysteriën omgeven. Alhoewel de kerntekst van de bibliotheek, het Corpus Hermeticum, verwijst naar Hermes Trismegistus als auteur, is inmiddels wel duidelijk dat deze Hermes als historische figuur nooit heeft bestaan. Deze grondlegger van de hermetische filosofie is niet meer dan een naam: een samentrekking van de Griekse god Hermes en de Egyptische god Thot. Weer een andere uitleg van de naam is Tris-Megistus ofwel: driemaal de grootste.
 
De raadselen rond zijn persoon hebben het Corpus er niet van weerhouden meer dan duizend jaar een sluimerende, maar desalniettemin invloedrijke rol te spelen in het intellectuele leven van Europa. Alhoewel de naam misschien anders doet vermoeden betreft het hier een dun bundeltje met traktaten in het Grieks. Het moet ergens tussen de eerste en derde eeuw na Christus zijn opgesteld in Alexandrië. Egypte was in die tijd een belangrijke bron om nieuwe geestelijk inspiratie op te doen. Het gevoel leefde sterk dat de Griekse filosofie, met nadruk op de ratio, was uitgeput. Er begon zich een tendens te ontwikkelen die de nadruk op de rol van de intuïtie legde. Dit vermogen was voor de mens de toegangspoort tot het goddelijke en – nog veel belangrijker – die lag in hem zelf.

Het verschil tussen mens en God is dan helemaal niet meer zo groot. Daarom kan Trismegistus stellen: ‘De aardse mens is een sterfelijke God, de hemelse God is een onsterfelijke mens.’ Met het verdwijnen van het absolute verschil tussen mens en God, verdampt ook het onderscheid tussen filosofie en religie. Daarom kon de hermetisch leer zichzelf typeren als religieuze filosofie, maar evengoed als filosofische religie. Hieruit ontstond een cultus zonder tempels of liturgie. Om het goddelijke aan te roepen hanteerde Trismegistus een breed scala aan riten afkomstig uit de alchemie, de astrologie en de occulte wetenschappen. Zo diende een talisman om de goddelijke krachten van de kosmos naar de mens te richten. Het was volgens hem zelfs mogelijk om, zoals de Egyptenaren deden, via de magie demonen in te laten treden in afgodsbeelden.
 

Kerkvaders

De officiële kerk bezag deze magische religie met argusogen. Dat zij de gelijkstelling van mens en God fel bekritiseerde mag niet verbazen. Veroordelingen konden niet uitblijven. Meerdere teksten uit het Corpus werden verboden door de middeleeuwse filosoof en theoloog Albert Magnus. Duivelse magie, was zijn oordeel. Noodgedwongen ging de hermetische filosofie ondergronds.
 
Al in de vroege Middeleeuwen hielden verschillende kerkvaders zich ermee bezig, de een met meer waardering dan de ander. Lactantius zag in Trismegistus een bondgenoot in zijn streven om via heidense bronnen tot het ware christendom te komen. Augustinus daarentegen, is in De stad van God soms ronduit vernietigend. Vooral Trismegistus’ ‘demonenverering’ kan op felle kritiek rekenen. Trismegistus zou  ‘onzichtbare geesten’ en ‘zichtbare voorwerpen van materiële aard’ vermengen en het tweede gebod – het verbod op afbeeldingen van God – aan zijn laars lappen. Hij maakte zich schuldig aan idolatrie. En daarom behoorde hij volgens Augustinus ‘wel tot die mensen over wie de apostel zegt: “Terwijl ze God toch kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt en Hem geen dank gebracht, maar zijn zij leugenachtig geworden in hun gedachten en is hun onwijze hart verduisterd”.’ Albert Magnus baseerde zich in zijn verbod op deze interpretatie van Augustinus. Saillant detail is dat de onlangs aangetreden paus Benedictus XVI zich geïnspireerd voelt door Augustinus, die de eenheid in de universele kerk zag als een van zijn belangrijkste taken.

Pas in de Renaissance kwam de hermetische filosofie weer boven de grond, vooral dankzij de Latijnse vertaling van het Corpus door de filosoof Marsilio Ficino. Zo kon ze uitgroeien tot inspiratiebron voor Pico della Mirandola. Diens manifest van de Renaissance opent hij met het hermetisch-filosofisch citaat: ‘De mens is een groot wonder.’ Ook kreeg de magie weer alle ruimte.

 

Rozenkruisers

Naast een schier onuitputtelijke bron voor literatoren zoals Dan Brown herbergt de Bibliotheca ook de geschreven erfenis van de intellectuele avant-garde van het westerse denken. Naast hermetische filosofie is ook het gedachtegoed van de Rozenkruisers daar goed vertegenwoordigd, evenals dat van het mysticisme en de alchemie. Ook liggen er teksten van de vrijmetselaars, gnostici, manicheeërs en de Tempeliers. Hoezeer deze stromingen onderling ook verschillen, ze hebben gemeen dat ze in meer of mindere mate vanuit de marge hebben moeten operen.
Juist als geestelijke onderstroom hebben zij onze cultuur mede vormgegeven. Wij zijn de hermetische filosofie misschien bijna vergeten; voor iemand als bijvoorbeeld de kerkvader Augustinus was deze stroming een serieus gevaar en dus belangrijk genoeg om op te reageren. Dankzij de Bibliotheca Philosophica Hermetica worden we eraan herinnerd dat onze geestelijke erflaters hun ideeën niet ontwikkelden in een vacuüm; hun positie bepaalden zij ten opzichte van andere ideeën. Kort gezegd: geen Augustinus zonder Trismegistus.

 

Bibliotheca Philosophica Hermetica
Bloemstraat 15, Amsterdam
tel. +31 (0)20-6258079 / 6259096
website: www.ritmanlibrary.nl