Tijdens de cursus essay schrijven die ik geef zijn er twee aanwijzingen die vaak met enige verbazing worden aangehoord. De eerste is dat je bij schrijven in plaats van het adagium show don’t tell meer hebt aan tell don’t show. Ik vertel misschien zo nog waarom, want nu gaat het me om de tweede aanwijzing die bij aspirant-schrijvers vaak fronsende reacties teweegbrengt: schrijf niet als je geen zin hebt.
Een tip uit eigen ervaring. Wat ik met tegenzin in een dag met veel moeite op papier krijg heb ik mét zin in een uur geschrapt en vervangen door een tekst die wél verrast. Ik weet dat ik met deze werkhouding de verdenking op me laad dat ik de romantische overtuiging heb, dat een schrijver rustig moet wachten op een door god gegeven ingeving – wat, zoals we allemaal weten, vooral een recept is voor een writer’s block. We zien een genie tevergeefs wachten op de juiste zin, tussen de lege wijnflessen.
Hoe ontkom je zonder overmoed aan je saaie eigenmachtigheid?
Geregeld lees je in interviews met schrijvers dat we niet moeten denken dat het schrijfproces iets te maken heeft met de romantiek van de inspiratie. Schrijven is zitvlees kweken, uren maken en darlings killen, tot er precies staat wat er moet staan. Geen zin? Dan maak je maar zin.
Het romantisch genie is het ene uiterste, maar met de cultus van de noeste schrijfarbeider zien we dat populisme zelfs de creatieveling naar het hoofd is gestegen.
De hardwerkende schrijver wil het even hoogdravende als luie genie een schop onder de kont geven, maar ziet over het hoofd dat zelf zin maken veel hoogdravender is dan wachten op een ingeving die niet de jouwe is. Want de vraag blijft: hoe krijg je een nieuw idee als je het nog niet hebt?
Het lukt in elk geval niet, schreef Cornelis Verhoeven in Een filosofie van het enthousiasme, als de schrijver ‘reddeloos wordt overgeleverd aan zijn saaie eigenmachtigheid’.
Hoe ontkom je zonder hoogdravendheid aan saaie eigenmachtigheid? Zin maken lukt niet op afroep, maar geef toe, je kunt ontvankelijkheid aanjagen. Inspiratie lijkt op verveling. Wie zich verveelt lijkt lusteloos en zonder zin, maar de verveelde heeft wel een verlangen: de zin om ergens zin in te hebben.
Maar om je succesvol te vervelen moet je geen uitweg zoeken in beneveling. Niet door de fles, niet door God, en zeker niet door jezelf.