Home Bert Keizer: Twee hoeraatjes

Bert Keizer: Twee hoeraatjes

Door Bert Keizer op 03 november 2014

Cover van 10-2013
10-2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Pieter van Os, politicoloog en redacteur van NRC/Handelsblad, schreef een artikel in zijn krant van 7.9 j.l. over wat hij noemt ‘de salonpopulist’. Het gaat om mensen die vanuit hun superieure geestelijke bagage, inkomen en maatschappelijke positie een inferieure houding aan de dag leggen ten opzichte van het politieke bedrijf en de daar rondblunderende politici. Salonpopulisten roepen even ongenuanceerde dingen over politici als de bekendere ‘straat’-populisten: ‘publiciteitsgeil natuurlijk en altijd bereid om bij P&W te gaan zitten kakelen; als je hun hoofd heen en weer schudt hoor je het geluid van een rollende boon in een holle doos, ik zweer het je, ze zijn bijna net zo stom als bedrijfsartsen.’ In die trant.

Ik voelde mij enigszins aangesproken door het verwijt van Van Os, want elke keer als ik het huilerige gezicht zie waarmee Lodewijk Asscher alweer een maatregel aankondigt die de economie nog dieper de put in, dan wel eindelijk de put uit, gaat helpen, dan denk ik: moppie, doe die lenzen uit, zet een bril op en kijk eens gewoon de wereld in. Als hij dan ook nog eens het blauwe pak en de rode stropdas zou weten te ontstijgen, dan zou ik al meteen langer stilstaan bij zijn beleidsvoorstellen.

Zeg, we gaan de zin van een politieke koers toch niet afleiden uit de garderobe van de politicus? Wel als het over economie gaat, want die begrijp ik niet. Buitenlandse politiek en gezondheidszorg begrijp ik wel enigszins. Op het gebied van de buitenlandse politiek is mijn inzicht soms welhaast geniaal. Zo wist ik al enkele weken voordat de eerste Amerikaan een voet in Irak had gezet dat die invasie zou uitdraaien op een zinloze ramp voor alle betrokkenen. Ook in Afghanistan wist ik haarfijn te voorspellen dat het zou uitdraaien op een weergaloze klerezooi. U vindt mij niet geniaal, want u zag precies hetzelfde? Kijk, hier dreigt de salonpopulist, want nu mogen u en ik niet op smalende toon zeggen dat de politici die dit regelden zonder reserve als opvallend stom mogen worden uitgeboekt.

Maar bij economische vraagstukken durf ik minder goed. Ik val dan terug op Asschers stropdas, omdat hij dan dingen zegt die ik niet goed kan inschatten. Mijn economische onbegrip wordt vrijwel dagelijks dieper door de volstrekt tegenstrijdige suggesties die de vele deskundigen aan ons voorleggen. Ik ben geen cynicus en wil liever niet worden weggezet als een salonpopulist, maar in het licht van de knetterende verwarring die heerst rond de crisis en wat daar aan te doen valt kan ik het niet laten om, ondanks Van Os, bij Asschers beleidsvoorstellen te denken: hij zegt maar wat. En dan dwaalt mijn blik af naar die levenloze stropdas en weet ik ineens weer waarom Churchill zei: twee hoeraatjes voor de democratie, drie is teveel. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.