Home Bert Keizer: Photoshop

Bert Keizer: Photoshop

Door Bert Keizer op 29 januari 2015

Cover van 02-2015
02-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Beseft de lezer wel hoe vlot hier gedacht wordt over monumentale geestelijke constructies?
 
Als academisch filosoof heb je twee mogelijkheden: of je schrijft voor 17 gelijkgestemde geesten, verspreid over 37 filosofiefaculteiten rond de globe, een betoog over de implicaties van de immanente identiteitscrisis rond de negatieve ontologie van een essentialistisch georiënteerde zijnsethiek, zoals verwoord in het werk van Levinas, met de nadruk op de latere kritiek van Derrida, die een inherente ambivalentie immers steevast als postmetafysisch wenste uit te boeken; of je schrijft een boek voor duizenden intelligente, maar filosofisch betrekkelijk onbeschreven medeburgers, waarin je ze meeneemt naar de filosofen die je hebt gelezen om ze te laten zien hoe bijzonder een dergelijke ontmoeting kan zijn.

Ger Groot koos al enkele malen voor de tweede mogelijkheid, deze keer onder de titel Plato in tijden van Photoshop. Het resultaat is een heerlijke tocht langs 25 denkers met telkens weer een citaat of een inzicht waardoor je aangenaam verrast wordt. Zo verklaart hij de opgetogenheid die spreekt uit het werk van Thomas van Aquino: ‘Zelfs God werd door het denken begrijpelijk. En dus werd dat denken op zijn beurt een beetje goddelijk.’ Ger Groot heeft niet alleen erg veel gelezen – dat hebben we allemaal –, maar hij heeft het gelezene ook tot zich genomen, wat iets heel anders is. Omdat hij zoveel denkers langs laat komen gaat het soms wel erg vlug. Zo wordt Plato’s ideeënleer aangestipt en schuift het solipsisme even voorbij, en je vraagt je af of de lezer wel beseft hoe vlot hier gedacht wordt over monumentale geestelijke constructies. Het verlossende van Groots manier van schrijven is dat hij zich niet met een half woord richt tot de goede verstaander. Over zijn eerste ontmoeting met Nietzsche in De vrolijke wetenschap schrijft hij: ‘Het was alsof ik was afgedroogd in een filosofische bokswedstrijd en de ene na de andere klap voor mijn kop gekregen had.’ Waarna hij moeiteloos overstapt naar de theologisch getinte ernst waarmee wij naar filosofie kijken. Helaas krijgt Hume in dit boek slechts de rol van aangever, en dat niet eens bij Kant, maar bij de egomane Rousseau. Geeft niet, want Ayn Rand wordt keurig haar (compromisloze egoïstische Amerikaanse neoliberale) plaats gewezen, ergens ver onder Levinas.

De door Marc Suvaal gephotoshopte portretten van de besproken denkers vormen een perfecte aanvulling op de teksten. Descartes met een opdraaisleutel in zijn rug, het lichaam als automaton. Spinoza stijlvol verwijlend in een prachtige Hollandse lucht, God of de Natuur? Heidegger als een sullige panda met een onmiskenbaar Hitler-snorretje, of is dat de boertige tronie van de denker zelf?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.