Home Bert Keizer: Draaiorgelmuziek

Bert Keizer: Draaiorgelmuziek

Door Bert Keizer op 30 januari 2017

Cover van 02-2017
02-2017 Filosofie magazine Lees het magazine

En toen werd ik uitgenodigd om te spreken over – of liever: tegen – publieksfilosofie. Het gaat om het wijdverbreide misverstand dat iedereen best kan nadenken. Ik denk dat dit vooral komt doordat mensen zelden voorbeeldig denken tegenkomen. Je vindt het bij Plato, Descartes, Hume, Kant, Nietzsche, Wittgenstein, Quine, Rorty, Margalit – om die paar te noemen die ik toevallig zelf gelezen heb. 

Laten we oversteken naar een andere discipline om mijn probleem te verduidelijken. Kan ik schilderen? Plafonds wel. Landschappen niet. Hoewel, ik kan best een soort van koe in een erg groene wei met een bruine molen en een gele zon en een witte wolk en zwarte V’tjes voor vogels schilderen. En waarom zou dat geen schilderen mogen heten? Ik vind het best, maar als ik mij bij een kunsthistoricus, cultuurduider, subsidiegever, galeriehouder of museumdirecteur zou melden met mijn, eh… schilderij, dan zouden ze allemaal hetzelfde zeggen: ‘Beste knul je leeft in een misverstand. Je kúnt helemaal niet schilderen.’ 

Muziek? Ik kan de vlooienmars pingelen met één vinger. Of ‘Boer-daar-ligt-een kip-in-’t-water’. Maar de concertpodia blijven voor mij gesloten. Schrijven dan, ook een hele kunst. Ik hoor dat ik het wel kan en ik reken dat gretig goed, maar na een paar regels Beckett begrijp ik weer helemaal dat ik elk jaar vergeefs wacht op een telefoontje uit Oslo (of is het Stockholm?). 

Voetballen! Op elke straathoek… Maar kunnen we het asjeblieft niet over sport hebben? Ik heb er een hekel aan, op élk niveau. 
Kennelijk zijn er gradaties in kwaliteit op elk gebied. Wat een ontdekking. Maar wat ik wel een ontdekking vind is de omstandigheid dat mensen zich in het geestelijke zo makkelijk laten afschepen met ‘Boer-daar-ligt-een-kip-in-’t-water’ terwijl ze Bach en The Beatles voor het grijpen hebben. 

Menno Lievers zegt dat publieksfilosofie zich verhoudt tot filosofie als alternatieve geneeswijzen tot echte geneeskunde. Ik zit toevallig in het echte circuit en zie wel wat in die vergelijking. Maar het neerbuigende is niet helemaal terecht. Er mankeert veel aan de hedendaagse omgang met zieke mensen, en de alternatieven doen het op het punt van persoonlijke belangstelling nogal eens beter. 

U merkt het: het nuanceren zet nu in. Kunnen we publieksfilosofie niet uitboeken als draaiorgelmuziek waarnaast Dylan ook zijn bestaansrecht houdt? Nee, klinkt nog te elitair, ik voel het. Wacht, er is misschien een theologische uitweg. Was het niet Reve die zei dat er niks tegen geoudehoer is als Gods zegen er maar op rust? En zou deze zegen niet gelijkelijk verdeeld kunnen worden over publieksfilosofie en de echte? Het was even wringen, maar we zijn eruit!

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.