Home Arthur Docters van Leeuwen: ‘Je weet nooit genoeg, maar je moet af en toe wel een oordeel vellen’

Arthur Docters van Leeuwen: ‘Je weet nooit genoeg, maar je moet af en toe wel een oordeel vellen’

Door Anton de Wit op 26 maart 2013

09-2004 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Hoe individueel we ook zijn, wij mogen ons niet boven de wetten stellen.’ Arthur Docters van Leeuwen, voorzitter van de Autoriteit financiële markten, over Plato’s Symposion.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Arthur Docters van Leeuwen bewaart nog steeds een vergeelde Prisma-uitgave van Plato’s dialogen. Met daarin onder meer de beroemde dialoog Symposion, waarin Socrates en zijn gevolg filosoferen over de liefde. Zijn liefde voor Plato gaat ver terug, al ging het niet vanzelf. ‘In mijn gymnasiumtijd heb ik de klassieken met moeite vertaald en alleen met de grootst mogelijke inspanning kwam er iets van terecht. Mijn liefde voor de oude Grieken kwam pas later. Ik heb nu ook een hele mooie Plato-vertaling van Gerard Koolschijn. Die is buitengewoon leesbaar. Dus er is nu geen excuus meer om de dialogen niet te lezen.’

Dat doet de voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dan ook graag. Hij staat er om bekend zijn lezingen en publicaties te doorspekken met wijsgerige citaten. De filosofie heeft altijd zijn warme belangstelling gehad. Hij verdiepte zich, behalve in Plato, ook onder meer in Sartre, Heidegger, Hegel en Wittgenstein. ‘De Tractatus Logico-philosophicus kan ik iedereen aanraden, dat is net Mozart. Iedereen denkt Mozart te begrijpen, maar als je goed luistert merk je pas hoe ver hij echt gaat.’

Ook Plato schreef ‘goed gecomponeerde’ literatuur. Als Wittgenstein Mozart is, dan is Plato Bach, zegt Docters van Leeuwen. ‘Beiden bouwen hele sterke constructies op. Bach verwijst ook voortdurend naar het eeuwige. Ze proberen allebei zo dicht mogelijk bij de ideeënwereld te komen, Bach met muziek en Plato met taal. En hun werk is ook erg gezellig, en helemaal niet zwaar, zoals sommigen zeggen. In Plato’s dialogen zijn de leerlingen van Socrates vaak iets leuks aan het doen. Bijvoorbeeld lekker aan het eten tijdens een gastmaal, zoals in het Symposion. Vervolgens wordt er gedebatteerd.’

En die debatten zijn niet flauw. Docters van Leeuwen slaat de vergeelde Prisma open en begint een passage voor te lezen uit de – overigens beduidend minder gezellige – dialoog waarin Socrates ter dood veroordeeld is, maar weigert te vluchten. De les, aldus Docters van Leeuwen: ‘Hoe individueel we ook zijn, wij mogen ons niet boven de wetten stellen. Zelfs wanneer de wetten zoals in het geval van Socrates nadelig en onrechtvaardig zijn.’ Als voormalig hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst en oud-procureur-generaal raakt dat aan een belangrijke rode draad in zijn carrière: de openbare orde. ‘Orde is natuurlijk een lastig begrip. Wat versta je eronder? Betekent openbare orde dat een burger niet mag oversteken als het licht rood is, ook wanneer er helemaal niets te zien is? Of is het een dynamische orde, waarin het de taak is van de staat om de openbare ruimte geschikt te maken en te houden voor eenieder? Die laatste opvatting van orde hang ik aan.’

Bestuur en politie nemen wat dat betreft onvoldoende hun verantwoordelijkheid, vindt Docters van Leeuwen. De goede voorbeelden daargelaten, zoals bijvoorbeeld Amsterdam, waar de politiecommissarissen Jelle Kuiper en Joop van Riessen de laatste jaren een lik op stuk-beleid voeren. ‘Ik zeg niet dat ze dat doen omdat ik het gezegd heb, dat gaat te ver. Maar we hebben het er wel uitgebreid over gehad. Ik had een afspraak dat ik elk jaar eens een wandeling door een probleembuurt in Amsterdam zou maken. En ik merkte het inderdaad: het gevoel van onveiligheid nam af. Eerst moest je daar je Mercedes nog op slot doen aan de binnenkant, omdat je er anders uit werd getrokken. Nu niet meer. De gemeente Amsterdam heeft daar dus een grote prestatie geleverd; niet alleen met handhaving maar ook met stadsvernieuwing en impulsen voor het bedrijfsleven. Als je verantwoordelijk bent voor de publieke ruimte, wat de overheid is, dan moet je die verantwoordelijkheid nemen.’

Oekazes
Voor de financiële markten – zijn huidige werkterrein – is dat niet veel anders. ‘De toezichthouder AFM is de laatste jaren flink uitgebreid. Dat komt omdat er door de marktpartijen om toezicht wordt gevraagd. Vervolgens gaat de strijd natuurlijk wel over de vraag of het niet minder, anders en goedkoper kan. Maar tegen het fenomeen als zodanig is over het algemeen maar weinig bezwaar. Natuurlijk, als wij iemand te pakken hebben, dan spartelt hij. Niettemin ziet men in dat de financiële markt niet kan functioneren zolang de regels van die markt niet gehandhaafd worden. Markten zijn menselijke constructies, ze ontstaan niet uit zichzelf. Als je het aan de partijen overlaat ontstaat er altijd een monopolie of een oligopolie.’

Regulering is dus altijd nodig, maar, zo benadrukt hij: ‘De regels van de markt komen niet tot stand als oekazes. Regels staan niet voor altijd vast, recht is eigenlijk een eeuwig durende dialoog.’ Wederom citeert hij Plato als invloedbron. ‘Plato geloofde in een absolute waarheid, maar zei ook dat mensen die maar gebrekkig kunnen waarnemen. In mijn werk word ik daar voortdurend mee geconfronteerd. Je weet nooit genoeg, maar je moet af en toe wel een oordeel vellen.’ Docters van Leeuwen slaat nogmaals zijn oude Plato-boekje open en leest uit

Symposion: ‘Het hebben van een juist oordeel, zonder dat men zich er rekenschap van kan geven. Weet ge niet dat dit geen weten is?’

Filosofie Magazine behandelt dit jaar de tien belangrijkste filosofische werken van de eigen IJzeren Lijst. Prominente Nederlanders vertellen welke invloed deze boeken op hun leven, werk en denken hebben.

De IJzeren Lijst

1. Aristoteles – Ethica Nichomacheia
2. Immanuel Kant – Kritik der reinen Vernunft
3. Plato – De Staat
4. John Rawls – A Theory of Justice
5. René Descartes – Meditaties
6. Karl Popper – The Open Society and its Enemies
7. Plato – Symposion
8. Karl Marx – Das Kapital
9. Hannah Arendt – The Human Condition
10. Benedict de Spinoza – Ethica