Home Abdelkader Benali: ‘Dit boek is een gevecht met Badr Hari’

Abdelkader Benali: ‘Dit boek is een gevecht met Badr Hari’

17 december 2013

01-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

De schrijver Abdelkader Benali (38) liet zich voor zijn nieuwe roman Bad Boy inspireren door het leven van de bekende kickbokser Badr Hari. ‘Hari heeft alles van een held – de opoffering, het tragische –, alleen het moment van inkeer komt niet.’

Wat kan ik weten?
‘Als het om Badr Hari gaat, weet ik niet veel meer dan de gemiddelde krantenlezer. Ik heb wel toegang gekregen tot wat bronnen, die ik natuurlijk niet mag noemen. En ik ken de sfeer waarin hij ooit verkeerde in Amsterdam-Oost. Ik moet zeggen: daar ging een wereld voor me open. De dynamiek van de buurt, de opvallende aanwezigheid van vechtscholen, de rol van de trainers. Als je die jongens daar ziet vechten, zijn het naakte gruwelkamers, maar als ze hun masker van sportiviteit hebben afgelegd, blijken het aardige gozers. Jonge jongens op zoek naar een kompas. De trainer staat centraal. Hij leert je niet alleen vechten; hij laat ook zien hoe je moet leven. Eigenlijk vind je alles wat je wilt weten over kickboksen in Du mußt dein Leben ändern van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Zo’n trainer is een hypnotiseur. De jongens zoeken in hem de vader die ze zelf niet hebben. Hij is de man die eisen stelt, die in het vuur staat zonder te verbranden. Een magische held. Die magie heb ik in mijn boek proberen te stoppen. Hoe het er echt aan toeging toen Badr Hari daar nog trainde, weet ik natuurlijk niet precies. Dat zal me nooit lukken en interesseert me ook niet echt. De werkelijkheid is volgens Kant nu eenmaal het Ding an sich dat je nooit kunt kennen.’

Wat moet ik doen?
‘Een list verzinnen. Als ik iets moet voorbereiden, een voordracht of een artikel, dan bedenk ik allerlei dingen die ik wil zeggen. Meestal blijkt al vrij snel dat mijn gedachten nogal middelmatig zijn, heel redelijk, een soort D66-standpunten. Dan kijk ik ernaar en draai ik ze om. Pas dan wordt het een kunstje. Van de week liep ik over straat en zag ik al die spullen in de etalages en de hordes mensen die dat allemaal kopen. Toen dacht ik: waarom begin ik geen website waarmee ik spullen verkoop? Kan ik lekker veel geld verdienen. Mijn ideetjes komen vaak voort uit de wens rijk te worden. Dat was uiteraard weer zo’n middelmatig idee. Maar toen dacht ik: als ik nu een website begin voor spullen die je níét kunt kopen. Je krijgt dan een catalogus van dingen die de leegte opvullen en je geeft daar wel een economische waarde aan. Dat is zo’n omkering. Daar zit iets radicaals in. Die omkering komt voort uit een moment van crisis: het lukt je niet om het leven magie mee te geven. De meeste mensen gaan dat radicale moment uit de weg. Dat is de verlamming, de werkelijkheid – het Ding an sich. We houden het maar rustig, we kalmeren elkaar. Toch is die crisis het moment waar het om gaat. Dan ontstaat creatie.

Zo heb ik ook dit boek geschreven. Natuurlijk, Badr Hari was de aanleiding, maar mijn verbeelding moest aan de slag. Dit boek is geen leugendetector. Ik wilde niet zijn buikspreker zijn, maar mijn eigen buikspreker. Hari heeft alles van een held – de opoffering, het tragische –, alleen het moment van inkeer komt niet. Wanneer Oedipus ontdekt dat hij zijn vader heeft vermoord en zijn moeder heeft getrouwd, steekt hij zichzelf de ogen uit. Bij Hari lijkt dat moment van inzicht nog niet te zijn gekomen. Is hij daartoe wel in staat? In een interview legde hij op zijn manier ooit uit waarom hij over de schreef was gegaan. Toen hem vervolgens werd gevraagd of hij dan geen zelfbeheersing had, was zijn antwoord: “Wat is dat, zelfbeheersing?” Ik pleit hem niet vrij, ik pleit mezelf niet vrij. Maar ik ben een Houdini, ik ontsnap wél. Een goed kunstenaar is iemand die de kunst afkijkt en dan denkt: dat kan ik beter. Dit boek is een gevecht met Badr Hari. Ik kan het beter.’

Wat mag ik hopen?
‘Ik hoop dat ik Badr Hari tot mijn lezers mag rekenen. Hij is een grillige jongen. De counter punch uit het kickboksen is een filosofische denkbeweging par excellence. Hij lokt namelijk een reactie uit. En die is altijd onvoorspelbaar. Daarom is er moed nodig voor de counter punch; je weet nooit welke reactie je kunt verwachten en uit welke hoek hij komt. Ik zie mijn boek ook als een counter punch. Ik vind het spannend dat ik met dit boek een nieuw publiek aanboor. Daar heb ik wat aan.’

Wat is de mens?
‘De mens is als een schoonspringer die keurig op het randje van de springplank gaat staan, prachtig opspringt, maar vervolgens in zijn val alle kanten op schiet behalve de juiste, en uiteindelijk maar een bommetje in het water maakt.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.