Home Aan tafel

Aan tafel

Door Coen Simon op 20 augustus 2021

Aan tafel
Cover van 09-2021
09-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Zoals alles volgens Oscar Wilde om seks zou draaien behalve seks zelf (‘dat draait om macht’), zo draait volgens mij minstens zoveel om eten behalve eten zelf, want dat draait om gezelligheid. En dat is eigenlijk best wonderlijk, schreef de Duitse filosoof Georg Simmel (1858-1918), vooral bekend van zijn Filosofie van het geld (nog zoiets waar alles om lijkt te draaien – behalve geld zelf natuurlijk, dat draait om geluk).

Er is geen extremer ‘voorbeeld van egoïsme’ dan eten en drinken, meent Simmel. ‘Wat ik denk kan ik anderen meedelen; wat ik zie kan ik anderen laten zien; wat ik vertel kunnen honderden horen – maar wat de enkeling eet, kan een ander onder geen enkele omstandigheid eten.’ Zo paradoxaal is het. Eten bindt, want we delen de behoefte, maar in die behoefte keren we ons juist ook af van de ander.

De maaltijd is een gezellige oplossing voor de eenzame paradox. Door de exclusieve zelfzuchtigheid van eten te koppelen aan de regelmaat van samenkomst, verkrijgt de maaltijd zijn ongekende socialiserende kracht, ‘waardoor over het hoofd wordt gezien dat men niet echt “hetzelfde”, maar ieder zijn eigen exclusieve portie eet en drinkt’.

Toen ik uit huis ging kreeg ik, net als mijn broer en zussen, een multomapje van mijn moeder om recepten in te verzamelen. Om ons op weg te helpen had zij alvast een paar handgeschreven velletjes in de ringband geklikt. Zo werd onze Indische afkomst doorgegeven. Smoorkip, sajoer bajem, sambal goreng tempeh, saté babi, het stond er allemaal in (‘kwak nu de gesneden stukjes vlees in de marinade en laat het een nachtje in de koelkast staan’). Maar hoe precies ook beschreven, iedereen maakt het een beetje anders.

Filosoof en hoogleraar antropologie Annemarie Mol (1958) geeft met haar recent verschenen Eating in Theory een verrassende wending aan de vermeende zelfzuchtigheid van het menselijk eten. Ze wijst erop dat eten ten onrechte over het hoofd is gezien als kennisbron. Doordat het primaat van de waarneming bij zien en luisteren ligt, is ons niet opgevallen dat eten soms veel dichter bij de waarheid komt. ‘De manier waarop je de wereld als eter kent, is niet die van een buitenstaander. Ik transformeer de appel en word tegelijkertijd door die appel getransformeerd. Hier gaan kennen en veranderen samen.’

We zouden dus ook kunnen zeggen dat alles draait om de waarheid, behalve waarheid zelf, dat draait om zelfbehoud.