Wat is het niets?
Filosofie is makkelijker als je denkt

Denken aan niets

Wetenschap checkt met experimenten de feiten, filosofie checkt het denken.

Kun je denken aan niets? Probeer het eens. Dat valt nog niet mee. Want wat moet je je nu bij niets voorstellen? Niet iets natuurlijk. Kan dat wel, denken aan niets? Of denken we altijd aan iets?

Wil je dit artikel verder lezen?

Sluit een abonnement af op Filosofie Magazine voor slechts 4,99 per maand en krijg toegang tot dit artikel én de duizenden andere diepgaande filosofische artikelen. Luister nu ook alle nieuwe artikelen als audio.
Word abonnee en lees verder > Al abonnee? Log dan in en lees (of luister) verder.

Over de vraag of we kunnen denken aan niets schreef de Duitse filosoof Martin Heidegger in zijn Inleiding in de metafysica (1953). Hierin schrijft hij dat er een fundamentele vraag bestaat die voorafgaat aan alle andere vragen: ‘Waarom is er iets en niet veeleer niets?’ Deze vraag, die hij overneemt van Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716), laat zien hoe belangrijk het niets is voor ons begrip van het bestaan. Het bestaan, dus alles wat er is, begrijpen we pas werkelijk als we het relateren aan het absolute tegendeel: niets.

Van het niets weten we heus wel iets

Het is dus belangrijk om aan niets te denken. Tegelijkertijd, meent Heidegger, kunnen we helemaal niet denken aan niets. Wie aan het niets denkt, maakt het daardoor tot iets. Je verzeilt dus in een logische paradox.

Het niets kan volgens Heidegger geen object zijn, omdat het de ontkenning is van alle objecten. Daarom kan het niets dus ook niet als object van onze gedachten bestaan. Toch is er volgens hem wel een manier om de betekenis van het niets te benaderen, namelijk door alle dingen die bestaan een voor een te ontkennen. Probeer het maar: niet de stoel waarop je nu zit, niet het blad of scherm waarvan je leest, niet de ruimte waarin je je nu bevindt, enzovoort. Als je deze ontkenning volhoudt tot in het oneindige, kom je vanzelf uit bij het niets. Toch?

Echt?!

Zo’n oneindige ontkenning is natuurlijk onmogelijk. Dat dit niet gaat, bewijst voor Heidegger dat je nooit met behulp van de logica of het verstand een idee van het niets kan krijgen. Maar dat wil niet zeggen dat het niets voor de mens geheel onbereikbaar is: het kan zich wel openbaren in onze ervaring. Dat gebeurt bij existentiële angst, bijvoorbeeld wanneer we overvallen worden door het besef van de dood, of bij verveling. Op zulke momenten dreigt de werkelijkheid zijn betekenis te verliezen en lijkt er niets meer te zijn waaraan we ons kunnen vastklampen. Van het niets weten we dus heus wel iets.

Loginmenu afsluiten