‘Kind, ik ben te oud om dat soort dingen te leren,’ zegt mijn oma, wanneer ik voor de zoveelste keer voorstel om te videobellen. Ze zegt het al minstens twintig jaar. Bij het opkomen van internet was ze te oud. Toen de eerste mobieltjes kwamen ook. WhatsApp? Vergeet het maar. Ze is dus al twee decennia lang ‘te oud’ om dingen te leren. En misschien is dat ook wel prima.
En toch vraag ik me af: wanneer word je officieel een ‘oude hond die geen nieuwe trucjes meer kan leren’? Is het eigenlijk wel ‘kunnen’ wat we bedoelen? Of is het ‘willen’? Want nieuwe dingen leren is ongemakkelijk. Je bent de sukkel die niet weet hoe het werkt. Die vijf keer moet vragen waar je ook alweer op moet drukken, die fouten maakt, opnieuw moet proberen en dingen vergeet.
Gebruiken we leeftijd als schild tegen de angst om te falen? ‘Ik ben te oud’ klinkt zoveel waardiger dan ‘Ik heb geen zin om me dom te voelen’. Wat ik dan wel weer geestig vind: mensen die zeggen dat ze te oud te zijn om te veranderen, zijn nooit te oud om je te vertellen hoe jij moet veranderen.
Even tussendoor …
Meer columns lezen van Elke Wiss? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
Moeten we wellicht stoppen met deze uitspraak als excuus te accepteren? Is ‘Ik ben te oud om te veranderen’ niet eigenlijk: ‘Ik heb besloten om niet meer te groeien’? En is dat niet zonde, ongeacht je leeftijd?

