Home Zes jonge denkers over wereldreligies

Zes jonge denkers over wereldreligies

Door Anne Havik op 28 oktober 2008

09-2008 Filosofie magazine Lees het magazine

Zes jonge denkers laten zien wat de zes ‘wereldreligies’ kunnen betekenen in het dagelijks leven – ook voor ongelovigen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Christendom: Oordeel niet. Heb lief!

Annette van der Elst
‘In Marcus 8 (vers 22-27) wordt een blinde man bij Jezus gebracht. Jezus neemt hem mee uit de massa naar een plaats buiten het dorp en wrijft speeksel op zijn ogen. De man kan weer zien. Daarna stuurt Jezus hem naar huis en zegt hem dat hij het dorp zelfs niet meer in moet gaan. De zoveelste lichamelijke genezing door Jezus, zou je kunnen denken. Maar daarmee is niet alles verklaard: waarom mag de man bijvoorbeeld het dorp niet meer in? Je kunt dit korte verhaaltje ook anders lezen: de man is ‘zielenblind’, depressief. Hij ziet de wereld zwart.

Wat Jezus met de man doet, is opmerkelijk. Hij haalt hem uit zijn omgeving, en zegt hem, na zijn genezing, dat hij daar uit moet blijven. Daarmee haalt hij ook de omgeving uit hem. Mensen in je omgeving leggen gedragsregels op en eisen dingen van je. Dat kan leiden tot moralisme, omdat mensen je gaan be- en veroordelen. Misschien ga je jezelf dan ook veroordelen. Dat is een stevige voedingsbodem voor een depressie.

Jezus wijst keer op keer op de futiliteit van allerlei rituele voorschriften en gedragsregels. Sabbat is er voor de mensen, mensen zijn er niet voor de sabbat. Je bent niet onrein door wat je eet et cetera. Wetten en regels zijn van mensen, niet van God. Regels zijn nodig om het sociale verkeer in goede banen te leiden. Maar als je de regels niet volgt, betekent dat niet automatisch dat je slecht bent in de ogen van God.

Jezus plaatst de man die blind was letterlijk buiten de regels die hem zijn vrijheid hebben ontnomen, en geeft hem liefde. Alleen het besef dat er van je gehouden wordt en de mogelijkheid om van anderen te houden, maken je vrij. Vrij om te dromen, hoop te houden en in staat te blijven om het leven hier en nu in positieve zin te veranderen.’
 

Islam: Word vrij door regels te aanvaarden

Frank Meester
‘De islam staat bol van de regels, maar die zijn er om de vrije wil te beschermen. Een moslim moet in zijn leven een evenwicht vinden tussen de twee. Grenzen worden voortdurend afgebakend om mensen te beschermen tegen te grote verleidingen. Vrouwen dragen hoofddoeken, omdat mannen zich anders niet kunnen beheersen. Verleidingen zorgen ervoor dat we zelf niet meer verstandig kunnen kiezen. Te veel vrijheid kan leiden tot onvrijheid, zegt de islam. Vergelijk het met het verbod op harddrugs; dat is net zoiets. Door regels in te voeren, kun je zelf bepalen wat je handeling zal zijn, en is het niet de verleiding die dat bepaalt. Zo heb je meer vrijheid dan zonder de regels.

Vrijheid kun je binnen de islam op verschillende manieren vormgeven, maar de sharia, de islamitische wet, zegt dat je in elk geval altijd je omgeving moet meewegen. Het is belangrijk dat je je nuttig maakt voor de gemeenschap waarin je leeft, in economisch opzicht, of in sociaal opzicht. In sociaal opzicht maak je jezelf nuttig door het goede voorbeeld te geven, door iets moois te laten zien, en door daarbij geen dwang te gebruiken. Wie dwingt, veroordeelt, en wie veroordeelt neemt de plaats van God in. Dat is een van de ergste dingen die je als moslim kunt doen.

Ook bekeren gaat zonder dwang: in een van de vertellingen van de Profeet staat een verhaal over een bedoeïen die een moskee in loopt en daar gaat plassen. De bewakers van de moskee trekken hun zwaarden om hem te onthoofden, maar de profeet houdt hen tegen en gaat met de plasser praten. Hij vraagt hem waarom hij in de moskee plast, en verzoekt hem vriendelijk om dat in het vervolg ergens anders te doen. Vanaf die dag is de bedoeïen bekeerd en komt hij regelmatig naar de moskee.’
 

Hindoeïsme: Handel zonder te denken aan wat het oplevert

Vanno Jobse
‘Het verhaal van de Bhagavad Gita is een metafoor voor het leven. Koningszoon Arjuna staat voor een groot dilemma. Om de troon over het oude India te kunnen opeisen, moet hij eerst een familieconflict uitvechten op het slagveld. Hij vraagt zich echter af of het koningschap hem dat bloedvergieten wel waard is. Hij wil niet doden of gedood worden, en besluit daarom af te zien van de strijd.

Dan spreekt Krishna, zijn wagenmenner, hem toe. Door bij de pakken neer te zitten, kan Arjuna niet aan de strijd ontkomen, zegt Krishna. Zolang het conflict niet is beslecht, zal de onrust aanhouden en keert de vrede niet terug. Krishna spoort Arjuna daarom aan de strijd aan te gaan zonder te denken aan winst of verlies. Hij moet zijn eigenbelang opzij zetten; de strijd moet nu eenmaal worden gestreden.

Arjuna symboliseert de mens die in tweestrijd staat. Krishna kun je beschouwen als ons betere “ik”, ons geweten; de vijanden op het slagveld zijn onze egoïstische verlangens naar macht, rijkdom en erkenning. De strijd ontstaat door gehechtheid. We laten ons geluk afhangen van onze verlangens. We zijn gehecht aan onze dierbaren, ons huis, ons geld, ons werk, onze status. Maar dat brengt onvermijdelijk ook zorgen en verdriet met zich mee. We moeten daarom leren onze zelfzuchtige verlangens te boven te komen. Luister naar de stem van je geweten, hoe pijnlijk dat soms ook is. Handel zonder te denken aan wat het je oplevert. Zoek de voldoening niet in je salaris of in erkenning, maar in je werk zelf. Leer lief te hebben zonder er iets voor terug te verlangen, zonder bezitterig te zijn en zelfs zonder je te hechten. Alleen dan kun je werkelijk gelukkig worden. Verlossing in het hindoeïsme is de bevrijding van je innerlijke strijd: je hebt het zelf in de hand.’
 

Jodendom: Volg de traditie, maar blijf zelf nadenken

Hella van den Elshout
‘In mijn boek heb ik een parabel opgenomen over een joods leerhuis waar de Thora bestudeerd wordt. Jong en oud komen er samen en worden onderwezen door een rabbijn. Twee keer per middag geeft de koster de leerlingen een half glas warme thee. Op een dag wordt hij ziek en brengt een leerling in zijn plaats de thee rond. De leerling geeft iedereen één keer een vol glas in plaats van twee keer een half glas. Als iemand vraagt waarom hij dat doet, antwoordt hij dat er zo meer tijd over blijft om de Thora te bestuderen. De rabbijn vertelt hem dan dat er twee oude mensen met Parkinson in het leerhuis zijn, en dat de glazen altijd half vol wordt rondgebracht om hen niet in verlegenheid te brengen. Leef wat je wordt voorgeleefd, is de moraal. Oude gebruiken zijn er met een reden; je moet niet zomaar iets anders gaan doen als je nog niet weet wat goed handelen is.

Het jodendom draait om het juiste handelen, niet om het juiste geloof. Je bent joods als je je aan de gebruiken en tradities houdt. Zo kun je betekenis geven aan de alledaagsheid van het bestaan. Door de gebruiken van je voorouders voor en na te leven, voorkom je in je overmoed te denken dat je het allemaal zelf wel weet. Tegelijkertijd is het leven afhankelijk van jouw leven, van jouw omgang met omstandigheden. Er is niet een regel die je in alle situaties kunt toepassen. Je kunt je laten inspireren door je voorouders, maar je moet ook altijd zelf blijven nadenken. De taal en traditie van het jodendom vormen een inspiratiebron voor blijvend leren. Verlossing ligt in het handelen, in het verbinden van de gebruiken en tradities met het hier en nu. In het leven zelf.’
 

Nieuwe spiritualiteit: Besef dat je deel uitmaakt van iets groters

Maarten Meester
‘Tegenwoordig fiets ik met mijn kinderen naar school. Ik woon in Friesland, en de weg naar school is ongeveer zeven kilometer. Onderweg praat ik met hen over de bomen, de mist, de kleur van het licht of, als we bij een overreden dier stil blijven staan, over de dood. Ze herkennen de paarden, schapen en de koeien op hun weg, en sommige kennen ze zelfs bij naam. De fietstocht laat ze die weg anders beleven dan wanneer we met de auto gaan. Dan zou mist gevaarlijk zijn, zouden dieren niet opvallen en zouden we de geuren van het land niet ruiken en de temperatuur niet voelen. De auto zou ons afsluiten voor al die indrukken, als een kooi.
Met het verlies van religie verdwijnt het besef dat je als mens deel uitmaakt van een groter geheel. Daardoor zonder je je af, en loop je als het ware alleen op een grote vlakte: voortdurend op je hoede voor gevaar.
Spiritualiteit is een manier om het besef dat je deel uitmaakt van iets groters opnieuw in je leven toe te laten. Bewust kijken naar wat je doet zorgt ervoor dat je meer meemaakt. Dat kun je doen door de televisie de deur uit te doen, door niet met een krant op de bank te eten, maar door aan tafel te gaan zitten en je te concentreren op je tafelgenoten en op wat je proeft, bijvoorbeeld. Of door de fiets te pakken in plaats van de auto. “Zie de wolken in het papier als je leest”, zegt Thich Nhat Hanh, een hedendaagse Vietnamese denker. Want zonder wolken zou er geen regen zijn, zonder regen geen hout en geen papier. Alles hangt met elkaar samen, en als je daar bewust deel van kunt uitmaken, leef je zelf bewuster.’
 

Boeddhisme: Kijk van een afstand naar je eigen emoties

Jan den Boer
‘Als je heel boos bent, kun je vanuit die woede van alles om je heen kapot gaan schoppen. Of je zou iemand de huid vol kunnen schelden, of in tranen uitbarsten. Dat lucht allemaal misschien wel op, maar je wordt er niet gelukkig van. Je kunt je woede ook vervangen door nieuwsgierigheid. Door rustig te gaan zitten en van een afstand naar je eigen emoties te kijken, kun je het plotseling heel boeiend vinden dat je boos bent, of je verbazen over de heftigheid waarmee je op een bepaalde opmerking reageert. De woede zelf heeft je dan niet meer in zijn greep.

Nieuwsgierigheid kan je helpen om afstand te nemen. Juist daardoor kom je gek genoeg meer in het leven te staan. Ieder mens zit – ook als hij niet boos is – verstrikt in een web van verstorende gedachten en emoties die voortkomen uit onder andere verlangens. Het boeddhisme ziet dat als een vorm van lijden, waarvan we ons via meditatie moeten verlossen. Denk aan iemand die verlangt naar een mooie auto, een lieve partner, een sigaret, of zonnig weer. Diegene gaat ervan uit dat zijn leven beter zou zijn als iets er wel was wat er nu niet is. Een illusie, zegt het boeddhisme. De drang om die verlangens te bevredigen komt voort uit ons ego dat de neiging heeft om overal controle over te willen hebben. Die neiging zit ons in de weg, het leven laat zich niet controleren, en maakt ons, voordat we het weten, slaaf van onze begeerten. Veel mensen staren zich hun hele leven lang blind op wat er niet is. Een nieuwsgierige houding helpt ons te zien wat er wel is. Een mooie zonsondergang, de geur van een bloem of de glimlach van een ander mens. Nieuwsgierigheid verlangt niet, maar stelt ons in staat de schoonheid van het alledaagse te ervaren en ons te laten overvallen door het geluksgevoel dat daarbij hoort – omdat het niet anders hoeft te zijn.’

De zes boeken uit de serie ‘Jonge denkers over grote religies’ zijn Islam (door Frank Meester), Jodendom (door Hella van den Elshout), Christendom (door Annette van der Elst), Hindoeïsme (door Vanno Jobse), Boeddhisme (door Jan den Boer) en Nieuwe spiritualiteit (door Maarten Meester), uitg. Ten Have, Kampen 2008, 144 blz., de boeken zijn verkrijgbaar per deel (15,- €) en ook als set (75,- €)