Home Wereldklassiekers: Mrs. Dalloway

Wereldklassiekers: Mrs. Dalloway

Door Simone Bassie en Michel Dijkstra op 17 september 2008

08-2008 Filosofie magazine Lees het magazine

De roman Mrs Dalloway van Virginia Woolf is een goed voorbeeld van een verhaal waarin het leven wordt nagebootst en waaraan je je eigen levensverhaal kunt spiegelen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In Virgina Woolfs roman Mrs Dalloway pleegt Septimus, een getraumatiseerde frontsoldaat uit de Eerste Wereldoorlog, zelfmoord door uit een raam te springen. Clarissa Dalloway, de hoofdpersoon van het boek, reageert als volgt op deze wanhoopsdaad: ‘Vreemd, ongelofelijk, ze was nog nooit zo gelukkig geweest. Ze voelde zich op de één of andere manier precies zoals hij – als de jongeman die zelfmoord had gepleegd. Ze was blij dat hij het had gedaan; het had weggegooid, terwijl zij voortgingen met leven. De klok sloeg. Maar ze moest teruggaan. Ze moest zich bij de anderen voegen.’
Sinds de verschijning van Mrs Dalloway in 1925 zijn er veel studies over de roman verschenen, onder andere van de Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005). In Tijd en Narrativiteit interpreteert hij de zelfmoord van Septimus als een soort verlossing voor de neerslachtige Mrs Dalloway. Door het bericht van Septimus’ tragische einde krijgt zij plotseling het inzicht dat je de dood moet accepteren om het leven volledig te kunnen waarderen. Ricoeur stelt dat Mrs Dalloway door deze acceptatie van de schaduwzijden van het bestaan een dieper inzicht in het leven verwerft. Hij stelt dat zij zich ‘boven de duistere diepten van het menselijk lijden verheft’ en zo chaos, angst en zinloosheid overwint.

Spiegelfunctie
Ricoeur analyseert de roman van Virgina Woolf aan de hand van zijn hermeneutische methode: een theorie over het interpreteren van teksten. Hij ziet zijn theorie als een middel om het leven te begrijpen. Hij stelt namelijk dat je door het lezen en interpreteren van teksten geconfronteerd wordt met andere manieren van leven. De ideale lezer stelt zich helemaal open voor de wereld van de tekst. Paradoxaal genoeg verwerft hij juist door dit vergeten van zichzelf een grotere zelfkennis. Literaire teksten – zoals Mrs Dalloway – zijn volgens Ricoeur bij uitstek geschikt voor deze spiegelfunctie, omdat ze door hun verhalende structuur samenhang aanbrengen tussen het heden, verleden en de toekomst. Zo is het verhaal een creatieve nabootsing (mimesis) van het leven. Andersom geldt dat je het leven zelf ook kunt ‘lezen’ en interpreteren, waardoor het een verhaal wordt. Ricoeur verbindt deze gedachte met een ethisch appèl: de mens moet van zijn levensverhaal een goed verhaal maken.
De functie van literaire teksten als bron van zelfkennis wordt goed duidelijk door Ricoeurs interpretatie van Mrs Dalloway. Door de tijdservaring duidelijk in te kaderen wil Woolf volgens Ricoeur bereiken dat de horizon van de lezer samenvalt met die van de tekst. De vertelde tijd van de roman beslaat één dag; een junidag in 1926. De gebeurtenissen die op deze dag plaatsvinden zijn overzichtelijk: Clarissa Dalloway, een getrouwde vrouw van in de vijftig, geeft ’s avonds een feest. Septimus Warren Smith, de tweede hoofdpersoon van de roman, pleegt enkele uren voor dit feest zelfmoord. Hoewel Clarissa en Septimus elkaar niet kennen, worden hun levens door Woolf constant met elkaar verweven.
Om een gedeelde tijdservaring tussen de lezer en de verteller van de roman tot stand te brengen, hanteert Woolf een aantal literaire technieken. Doordat zij de gedachtestroom – stream of consciousness – van alle romanfiguren beschrijft, is de lezer precies op de hoogte van hun innerlijk. Ricoeur stelt dat Woolf de gedachtestromen ‘temporele diepte’ geeft door de hoofdpersonen vaak terug te laten denken aan het verleden. Op die manier wordt de beperkte tijdsspanne van de roman opgerekt. Bovendien is de verteller in staat om van de ene gedachtestroom naar de andere over te stappen, waardoor hij alle personen in één groot web met elkaar verbindt.

Volgens Ricoeur wordt in Mrs. Dalloway de tijd zelf ook gethematiseerd. Hij ziet in de roman een tegenstelling tussen twee vormen van tijd, die hij de monumentale en de subjectieve tijd noemt. De monumentale of officiële tijd wordt gesymboliseerd door de klokslagen van de Big Ben, die op cruciale momenten in het verhaal opduiken. Het feit dat de Big Ben dwars door de gedachtestromen van alle romanfiguren slaat, geeft aan dat de monumentale tijd voor iedereen hetzelfde is. De subjectieve tijd daarentegen is de privé-tijdsbeleving, die per individu verschilt.
Septimus en Clarissa worstelen beiden op hun eigen manier met de tegenstelling tussen monumentale en subjectieve tijd. De monumentale tijd heeft voor hen namelijk een negatieve bijklank en staat voor verstarring en een strenge, door onmenselijkheid gekenmerkte sociale orde. Bij de monumentale tijd horen de romanfiguren die voor macht en autoriteit staan, zoals de artsen die de getraumatiseerde Septimus behandelen. Ricoeur merkt op dat de artsen Septimus niet in zijn waarde laten, maar hem door hun hardvochtige behandelmethoden aan de monumentale tijd willen conformeren. Uiteindelijk is Septimus niet meer tegen de druk van de medici bestand en werpt hij zich uit zijn slaapkamerraam, terwijl de Big Ben zes uur slaat. Zo wordt Septimus door de monumentale tijd verpletterd.
Net als Septimus heeft ook Clarissa last van zwaarmoedigheid. Door haar liefdeloze huwelijk met de politicus Richard Dalloway voelt zij zich opgesloten in de sociale hiërarchie. Daarnaast wordt ze geplaagd door depressieve gevoelens en een verschrikkelijke angst: ‘de overweldigende onmacht, je ouders hadden het in je gelegd, dit leven, om geleefd te worden tot aan het einde…’

Vitale uitstraling
De verhaallijnen van Septimus en Clarissa komen samen op het feest, waarop een bevriende dokter Clarissa over de zelfmoord verteld. Haar eerste reactie is ontzetting: ‘O, dacht Clarissa, in het midden van mijn feest komt de dood.’ Maar dan trekt ze zich terug en interpreteert Septimus’ zelfmoord als een heroïsche daad om aan de gevestigde orde te ontsnappen en zich te verenigen met de onvatbare kern van het leven. Op dat moment is Clarissa in staat om het negatieve feit van Septimus’ zelfmoord om te buigen tot iets positiefs. Door de gebeurtenis op die manier in het verhaal van haar leven op te nemen, put ze er juist kracht uit.
Als Clarissa terugkeert naar haar feest, is iedereen onder de indruk van haar bijzondere en vitale uitstraling. De laatste regel van de roman – ‘Want daar was ze’ – wordt door Ricoeur geïnterpreteerd als ‘ze had zichzelf gevonden’. De filosoof stelt dat de lezer dit positieve romanslot kan toepassen op zijn eigen leven. Zoals Clarissa kracht haalt uit Septimus zelfmoord, zo worden wij door haar overwinning op haar levensangst geïnspireerd om zelf zingeving en troost te vinden.