Home ‘Weg met de romantische liefde’

‘Weg met de romantische liefde’

Door Alexandra van Ditmars op 20 oktober 2014

Cover van 11-2014
11-2014 Filosofie magazine Lees het magazine

‘De moderne mens is freelancer in de liefde: vrij, maar ook voortdurend gestrest’, schrijft filosoof en auteur Simone van Saarloos (24) in de bundel Brandstof.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wat houdt het in om ‘freelancer in de liefde’ te zijn?
‘Twintigers die nu de arbeidsmarkt betreden gaan waarschijnlijk een freelancefunctie vervullen, maar ook in de liefde treffen ze steeds minder “vaste contracten”. Vroeger was sprake van een bepaalde zekerheid: een man en een vrouw trouwden, kregen kinderen en de vrouw zorgde voor hen terwijl de man werkte. De emancipatie van de vrouw heeft ertoe geleid dat we progressiever zijn gaan denken, waardoor je in de liefde tegenwoordig minder vanzelfsprekend keuzes maakt. We zijn ondernemers in de liefde geworden. We hebben veel touwtjes in handen doordat iedereen eigen baas is, maar er is ook sprake van onzekerheid: niemand heeft een vast contract.’

Toch hebben veel mensen een vaste relatie.
‘Dat is waar, maar je vindt daarin minder zekerheid dan voorheen, omdat we vrijer met relaties omgaan. Veel mensen trouwen, om vervolgens net zo makkelijk te scheiden. Tegenwoordig heb je soms meerdere relaties naast elkaar: zoals een freelancer op werkniveau iedere opdrachtgever het gevoel wil geven dat die de enige opdrachtgever is, zo wil de freelancer in de liefde telkens iemand anders het gevoel geven dat hij of zij op dat moment de belangrijkste is.

Nu heeft natuurlijk niet iedereen verschillende partners tegelijkertijd, maar wel vaak verscheidene achter elkaar. Deze toename van kwantiteit op het gebied van liefde betekent niet dat de kwaliteit ervan vermindert. Zelf had ik deze zomer een aantal opeenvolgende lovers, en dat was elke keer behoorlijk heftig. Onze maatschappij beschouwt langdurige relaties als “beter” dan korte, terwijl beide op hetzelfde niveau zouden moeten staan. De Franse filosoof Albert Camus betoogt dit ook wanneer hij schrijft over de vrouwenversierder Don Juan. Iedere vrouw met wie Don Juan naar bed gaat zegt: “Ik ga jou échte liefde laten zien.” Hij antwoordt daarop dat hij al echte liefde heeft gezien. Voor Don Juan is duur dus geen criterium voor echte liefde, en dat vind ik ideaal. We leven in een snelle wereld, en ik zie niet in waarom je niet oneindig vaak en kort diep kunt liefhebben. Als een relatie minder gericht is op de duur, kunnen de intensiviteit en diepgang misschien juist versterkt worden.’

In uw betoog in de bundel Brandstof speelt ‘downdaten’ – het daten van hoogopgeleiden met lager opgeleiden – een grote rol.
‘Veel mensen vinden downdaten vreemd of fout. Het lijkt mij voornamelijk logisch. Er is een overschot aan hoogopgeleide vrouwen die graag een relatie met een man willen, maar er geen met hetzelfde opleidingsniveau kunnen vinden. Het is raadzaam als die vrouwen ophouden met zoeken naar een hoogopgeleide man, en verliefd worden op bijvoorbeeld hun loodgieter. Die loodgieter stijgt dan een beetje in sociale status, profiteert wellicht mee van een hoger salaris, en de vrouw heeft de voordelen van een relatie.’

Filosoof Ad Verbrugge bekritiseert u op dit punt door te stellen dat relaties niet rationeel of ideologisch beheersbaar zijn.
‘Veel mensen – ook Verbrugge – gaan nog altijd uit van een romantische notie van liefde, maar dat is niet meer van deze tijd. Blinde verliefdheid is een illusie. Je wordt niet zomaar verliefd op iemand die voorbijloopt – je bent gevoed door beelden in boeken en films over wat liefde behoort te zijn. Als mensen “gewoon” verliefd op elkaar zouden worden, dan waren er wel meer interraciale stellen, en trouwden niet alle kakkers met elkaar. Gevoel is niet zo overstijgend als we doen voorkomen. Vaak genoeg reproduceren we romantische idealen zonder te beseffen wat die werkelijk betekenen.

Het is naïef liefde als iets puur persoonlijks te zien; liefde is meer dan dat, namelijk de vorming van wat normaal is. Uiteindelijk interesseert het me helemaal niet wie er met wie gaat. Ik wil laten zien dat de manier waarop wij liefde beleven doordrenkt is van beelden die ons opgedrongen worden. Downdaten zet ik in mijn betoog hard aan om bloot te leggen dat de manier waarop we omgaan met de liefde nooit onbevooroordeeld is.
Mijn standpunt over downdaten zien mensen als denigrerend, maar als Johann von Goethe schrijft over de jonge Werther die ten onder gaat aan liefdesverdriet, is dat opeens romantisch – terwijl dat minstens zo denigrerend is. Als je iemand dusdanig bemint, heb je helemaal geen oog meer voor wie iemand werkelijk is, maar alleen voor het beeld dat jij je van die persoon hebt gevormd.

Door vraagtekens te zetten bij de manier waarop we naar liefde kijken kunnen we op zoek naar nieuwe vormen van liefde.
Ik zeg in mijn essay niet waar liefdesrelaties heen moeten, maar houd een pleidooi voor vragen. Waarom wil jij in de liefde wat je wilt? Het is belangrijk daar kritisch op te reflecteren.’