Home Liefde We kunnen toch vrienden blijven?

We kunnen toch vrienden blijven?

Door Coen Simon op 25 juni 2008

06-2008 Filosofie Magazine Lees het magazine

Vrienden blijven als de liefde is beëindigd – volgens Coen Simon is het onmogelijk. Een essay over het wezenlijke verschil tussen liefde en vriendschap.

Wat vriendschappen betreft had ik aanvankelijk weinig keuze. Ik moest het doen met wat mijn oudere broer en zussen van school mee naar huis namen en met de door mijn moeder gearrangeerde contacten. Omdat ons huis even buiten het dorp lag, aan de rand van het bos, liep ik nooit zomaar een buurjongen of buurmeisje tegen het lijf.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Op een dag in de zomer voordat ik naar de lagere school ging, nam mijn moeder mij mee naar het dorp. Ze ging mijn zus ophalen, die aan het spelen was bij haar beste vriendin Laura. In de auto erheen zei ze dat ik volgend jaar bij Diederik, het broertje van Laura, in de klas zou komen en dat ik dan vriendjes met hem kon worden. Het ‘vriendjes worden’ spookte nog door mijn hoofd toen ik even later vanachter de rug van mijn moeder de zojuist aangekondigde vriend zag staan. Dat moest hem zijn, een grote jongen met korte broek. Hij leunde tegen een schuurtje achter het huis en hield een pvc-buis onder zijn arm geklemd. Met twee handen draaide hij een pijltje van papier. Dan moet ik het nu zeker zeggen, dacht ik toen ik op hem toe liep. Ik stelde me aan hem voor en mompelde: ‘Zullen we vriendjes worden?’ ‘Dat hoef je niet te vragen’, was zijn reactie, en hij gaf me buis en pijltje. Of ik ook een keer wilde.

Vrienden word je geleidelijk

Dat is het eerste wat ik over vriendschap leerde: vrienden word je vanzelf, geleidelijk, en even geleidelijk verlies je vrienden soms ook weer uit het oog. Het tweede kenmerk van vriendschap leerde ik toen ik al studeerde. Er was me iets overkomen, ik weet nu niet meer weet wat, maar op dat moment was ik er behoorlijk van onder de indruk. Toen ik in gedachten mijn vrienden langsging, op zoek naar iemand met wie ik deze gebeurtenis kon delen, miste ik voor het eerst de vriend die maanden ervoor zonder plan en vast adres naar Frankrijk was vertrokken. Nu ik hem niet kon raadplegen, merkte ik dat hij als spiegel fungeerde voor een deel van mijn persoonlijkheid. En toen ik er beter over nadacht, besefte ik dat dit voor al mijn vrienden zo was. Mijn hele persoonlijkheid leek opgebouwd uit de verschillende vrienden die als stemmen in mijn hoofd mijn handelingen begeleidden. In zekere zin vormt je vriendenkring een spiegel van je eigen ziel. En alleen in die spiegel zou jezelf kunnen zien, als je tenminste goed kijkt. Wat niet betekent dat vrienden voor elkaar hun autonomie opgeven. Een vriendenkring blijft hoe dan ook een groep individuen.

Hoe anders is de liefde. Die ontstaat niet zo geleidelijk als de vriendschap. De liefde heeft altijd een abrupt begin en, als ze eindigt, een even abrupt einde. Je moet hem of haar eerst de liefde verklaren of in bed krijgen voordat je elkaar als geliefde beschouwt. Velen vieren vervolgens ieder jaar de geboortedag van deze liefde; het is de dag van de eerste kus of die van een ander soort liefdesverklaring. En als je langer bij elkaar bent, kijk je anders terug op de periode die aan deze dag voorafging: steeds meer alsof het een aanloop was naar deze liefde, die niet anders had kunnen lopen. Alleen deze gewaarwordingen tonen al hoe sterk liefde van vriendschap verschilt.
Het woord of de daad die het begin vormt van de liefde, is voor de geliefden een initiatie. Of dat begin nu een dronken vrijpartij is of de opmerking ‘Ik ben verliefd op je’, na dit ritueel stap je samen in een nieuwe wereld, een nieuw bestaan; nieuw omdat die daarvóór niet bestond. Die gedeelde wereld bestaat onder meer uit elkaars familie, verleden én vooral toekomst. Deze verhouding verschilt principieel van de vriendschap, waarin juist twee werelden samen oplopen: de vrienden geven zichzelf niet op voor de vriendschap en blijven individu. Ze blijven op een afstand van elkaar door de manier waarop ze met elkaar omgaan: in het beste geval voelen vrienden genegenheid voor elkaar, voor de individualiteit van de ander; in het minste geval respecteren ze elkaars gedrag.
‘Respecteren’ komt in het vocabulaire van de liefde niet voor. Daarvoor is de geliefde te weinig een ander. Je deelt een huis met je geliefde, en ook zoveel intimiteit dat de grenzen tussen jouw wereld en die van je geliefde zijn vervaagd. Je zou kunnen zeggen dat je de slechte eigenschappen van de ander neemt alsof het je eigen tekortkomingen zijn. Bijna alsof je samen één lichaam hebt.

De ander verdwijnt uit jouw toekomst

Met de beëindiging van een liefde worden we net zo rigoureus uit het nieuwe bestaan in het niets teruggegooid. Alleen, we blijven zitten met een stoffelijk overschot in de vorm van oude brieven, gezamenlijke vrienden, en een onverteerbare geest in de vorm van een gefnuikte toekomst: de gezamenlijke plannen, wensen en beloftes.

Ook al was de ontvangst allerhartelijkst, toen ik na jaren weer eens op de verjaardag van mijn ex-geliefde verscheen, had ik het gevoel alsof ik uit de dood herrezen terug in het leven kwam. Een oude vriend die ik daar voor het eerst weer zag omschreef het heel anders: ‘Het is alsof je héél lang naar de wc bent geweest, Coen.’ En inderdaad: alles was bij het oude gebleven, met hier en daar een nieuw gezicht – maar nieuwe gezichten zijn er altijd. Het was een vreemde avond. Ik kreeg niet het gevoel dat ik een gast was als alle anderen. Het verbaasde me dat die oude wereld nog bestond, een wereld die ik alleen nog maar als herinnering kende. Ik sprak met haar ouders en met andere bekenden van vroeger. Ze stelden allemaal geïnteresseerd vragen, maar ze leken zich daarbij toch vooral af te vragen hoe een bestaan buiten hun wereld mogelijk was – alsof ik daadwerkelijk van gene zijde was teruggekomen. Er werden die avond geen beloftes meer gedaan om elkaar nog eens te zien, noch werd er anderszins gezinspeeld op een gemeenschappelijk leven.

De problemen die tussen ex-geliefden bestaan (van ruzie over alimentatie tot voortdurende seksuele recidive) zijn allemaal terug te voeren op de fundamentele verschillen tussen liefde en vriendschap. De omgang tussen twee oud-geliefden is in meer of mindere mate de ontmoeting van twee ontzielde lichamen in een wereld die niet meer bestaat.

Maar goed, proberen we elkaar te sussen, ‘we kunnen toch gewoon vrienden blijven?’ Helaas. Dat nu is het verband tussen de liefde en de dood waar de dichter immer op hamert. Met het beëindigen van een relatie wordt een ‘leven’ omgebracht. De ander verdwijnt uit jouw familie en uit jouw toekomstplannen, en jij uit die van de ander. Er is geen vloeiende overgang tussen liefde en vriendschap.
Je ziet dat vooral wanneer goede vrienden in bed belanden. We weten allemaal dat de seksuele daad het grote verschil maakt tussen liefde en vriendschap. Maar niet omdat in deze daad twee zielen harmonieus samenzijn, zoals het vaak romantisch wordt voorgesteld. Het tegendeel is zoals gezegd waar: juist in een goede vriendschap gaat het om de harmonie van individuen – die noodzakelijk onderling van elkaar verschillen. In de liefde daarentegen is van harmonie geen sprake. Een mens geeft tijdens seksuele gemeenschap op radicale wijze zijn individualiteit op, en deze opgave is kenmerkend voor de liefde in het algemeen: er is één existentie, één manier van bestaan. En na deze zichtbare opgave is het moeilijk om als twee individuele vrienden verder te leven.