Marc De Kesel: ‘We houden niet van mensen die niet willen werken en het liefst de hele dag bankhangen. Dat komt door onze prestatiemaatschappij, waarin we ambitie en groei belangrijk vinden. Tegelijk hechten we waarde aan vakantie en onnozel vertier: de hele entertainmentindustrie is een ode aan de luiheid. Dat we die tegengestelde waarden beide hoog in het vaandel hebben, komt voort uit een paradox in onszelf. Enerzijds moeten we werken om onszelf en onze samenleving in stand te houden. Anderzijds werken we om niet meer te hoeven werken. Die spanning is eigen aan de mens: we werken om lui te kunnen zijn, maar zodra we vrij zijn voelen we ons nutteloos en verveeld en snakken naar werk.
Marc De Kesel (1957) is filosoof en emeritus-hoogleraar theologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn onderzoek richt zich onder meer op cultuurkritiek en religietheorie.
Toch keuren we luiheid moreel af. We veroordelen mensen die lusteloos rondhangen of eeuwig werkloos zijn. Maar ogenschijnlijk lui gedrag is in werkelijkheid vaak angst, onvermogen of keuzestress. Bovendien is luiheid niet alleen een moreel, maar ook een politiek vraagstuk: ons economische beleid stelt vermogende mensen in staat niets te doen en intussen rijk te worden van aandelen. Politiek bepaalt wie wegkomt met luiheid en wie niet.
Het negatieve oordeel over luiheid zorgt er weliswaar voor dat mensen hun verantwoordelijkheid nemen, maar het kan ook doorslaan. De normen van de prestatiemaatschappij infiltreren zelfs onze overvolle weekend‑agenda’s, waardoor alles om bezig zijn draait, ook vrije tijd. Om daaraan tegenwicht te bieden wordt luiheid als een deugd geprezen: de boekenwinkels liggen vol met luiheidsmanifesten. Ironisch genoeg kan je er dus je werk van maken mensen te leren hoe ze niets moeten doen. Lui zijn is een hoop werk.’
