Home Waar bewegingsvrijheid begint

Waar bewegingsvrijheid begint

Door Alies Pegtel op 26 mei 2020

Waar bewegingsvrijheid begint
Cover van 06-2020
06-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Niet eerder werd onze bewegingsruimte zo ingeperkt als door de coronapandemie. Maar zijn we zonder exotische vakantie, weekendje London of dagje strand echt immobiel?

Ergens in april kreeg schrijver Leonard Pfeiffer het in zijn woonplaats Genua te kwaad tijdens de wekenlange lockdown. ‘Ik weet dat we moeten afzien van ons leven op straffe van een catastrofe in de ziekenhuizen. Maar het middel is net zo desastreus als de kwaal. Veel deugde niet aan de oude wereld, maar niet alles was slecht. Ik mis de oude tijden, vooral omdat ik geen toekomst zie.’

Pfeiffer schreef in zijn dagboek dat hij bijhoudt voor NRC Handelsblad dat hij, als het coronavirus geen spaak in het wiel had gestoken en daarmee de vaart uit zijn leven had gehaald, op dat moment op het cruiseschip Ocean Majesty in Napels aan boord was gestapt. Al varend had hij een voordracht voor de andere passagiers zullen houden over zijn bestseller Grand Hotel Europa. In deze roman rekent hij genadeloos af met het massatoerisme, maar nu miste Pfeiffer dat zelfs. Hij droomde weg bij het idee om als een soort toerist tussen honderden mensen in een drijvend luxehotel te verblijven. Van criticaster was hij in luttele weken getransformeerd tot iemand die nostalgisch terugverlangde naar datgene wat hij altijd verafschuwd had.

Voor wie er geen hekel aan had om de toerist uit te hangen, is de pil van de stilstaande wereld waarschijnlijk nog veel bitterder. Reizen hoorde onlosmakelijk bij het pre-coronaleven. In de meivakantie naar Sicilië, een weekendje shoppen in Londen en in balans komen tijdens een yogaretraite op ‘authentiek’ Bali. We bewegen ons niet alleen als toerist vrijelijk en massaal over de aardbol, maar ook als werknemer, expat, fotograaf, kunstenaar, sporter en student. Niet verwonderlijk, want de wereld bereizen staat in hoog aanzien.

Homo mobilis als held

Mobiliteit gaat hand in hand met vooruitgangsgeloof. Dat heeft zijn oorsprong in de zeventiende eeuw, toen Europa in de ban raakte van ‘een vreemd pathos van noviteit’, zoals Hannah Ahrendt het noemde. De zoektocht naar het nieuwe, het onbekende, het ongewisse dreef talloze wetenschappers, avonturiers en schrijvers ver weg van huis, de wijde wereld in. Scheppingsdrang en grensverkenning zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

De avontuurlijke homo mobilis was een held. Die overtuiging is nooit meer verdwenen, en heeft in de eenentwintigste eeuw vrij massaal postgevat. Alleen in den vreemde doe je nieuwe ervaringen op en maak je belangwekkende dingen mee die jouw leven de moeite waard maken. Thuisblijven en stilzitten is voor losers.

Een mens die niet reist zien we als passief en bekrompen

Filosoof Marli Huijer schrijft in Achterblijven dat tot het begin van de moderniteit de reizende mens – vrijwel zonder uitzondering een Europeaan – erop gericht was verre onbekende oorden te ontdekken. Maar toen de hele wereld en alle zeeën eenmaal in kaart waren gebracht, nam de beweeglijkheid niet af. Al geldt dat alleen voor een select deel van de wereldbevolking, onder wie de Europeanen. Want terwijl de vrije westerse mens van het noordelijk halfrond zich mondiaal steeds sneller en frequenter is gaan verplaatsen, geldt dat niet voor de bewoners van het zuidelijk halfrond. Hun bewegingsvrijheid is juist sterk ingeperkt.

Volgens filosoof en jurist Martijn Stronks, gespecialiseerd in Europees immigratierecht, is een paspoort uit een Afrikaans land als toegangskaartje tot de mondiale mobiliteit vrijwel niks waard. ‘Strikte visabeperkingen maken reizen slechts mogelijk voor een zeer beperkte groep gelukkigen. En de ongelukkigen die naar het noorden wensen af te reizen vinden hekken, kampen, grenspatrouilles, pushback-operaties en malafide mensensmokkelaars op hun weg.’ Grenzen verworden zo tot ‘asymmetrische membranen’, parafraseert Stronks de socioloog Zygmunt Bauman. ‘De elite kan er vrijelijk passeren, terwijl “het menselijk afval van de moderniteit” wordt buitengehouden.’

Cruciale levenslijn

Voor de ‘gelukszoekers’, zoals de migranten eufemistisch worden genoemd, is het in elk geval afgelopen met hun mobiliteit nadat ze na een bewogen ‘avontuurlijke’ reis eenmaal op de plaats van bestemming zijn aangekomen. Dan zitten ze muurvast. ‘Moderne slaven’ noemt onderzoeksjournalist Ben Judah de honderdduizenden migranten die illegaal in Londen wonen. Zelf verbleef hij twee jaar onder hen en hij deed verslag van hun overlevingsstrijd in This Is London. Life and Death in the World City. 

Ze verdienen met zwarte baantjes onvoldoende om de mensenhandelaren die hun reis hebben voorgefinancierd ooit af te betalen. Ze doen werk dat niemand wil doen, zoals de underground schoonmaken nadat er een zelfmoordpoging is ondernomen of passagiers hebben gebraakt. Vaak is hun paspoort hun afgenomen door de menshandelaren in afwachting van terugbetaling van hun schuld. Levend in overbevolkte huurkamertjes of onder de grond in de gangen van de Tube, worden deze immobielen geregeerd door angst. Bang voor de politie, bang voor de mensensmokkelaars, bang om werkloos te raken. En bang voor gezichtsverlies als ze het thuisfront vertellen hoe erbarmelijk ze eraan toe zijn. Alleen al om deze reden kunnen ze niet terug. Maar vooruitkomen doen ze zeer zelden.

Corona heeft de kloof tussen de haves en havenots niet gedicht

Margarita, een schoonmaakster, vertelt dat ze jaloers is op de mensen wier huizen ze reinigt omdat die een paar keer per jaar op vakantie gaan. Dan bellen ze haar af. ‘Kom deze weken niet, we gaan naar Frankrijk. Kom niet, we gaan naar Spanje.’ Zijzelf kan alleen eens per jaar een weekje naar familie in Polen met de bus.

De migranten hebben allemaal een mobieltje, waardoor ze ondanks wisselende verblijfplaatsen in contact kunnen blijven met hun werkgevers. Maar het is ook een cruciale levenslijn met familie in hun thuisland. Als ze naar huis bellen houden ze vrolijke, opgewekte verhalen en beloven ze natuurlijk geld te sturen. Martijn Stronks vertelt dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een paar jaar geleden bepaalde dat virtueel familieleven voor migranten gelijk kan worden gesteld aan reëel gezinsleven. ‘Dat betekent dat in bepaalde gevallen van migranten kan worden gevraagd dat ze via Skype of telefoon van hun gezinsleven genieten.’

Binnen de West-Europese landen trekt de toegang tot de mondiale mobiliteit inmiddels ook een scherpe grens in de bevolking. Wie zich geen all-inclusive-vakantie of weekend naar Eurodisney kan veroorloven, staat maatschappelijk al snel buitenspel. Immobiliteit wordt gelijkgesteld aan geestelijke stilstand. Een mens die niet reist, wordt gezien als passief, bekrompen en inflexibel. Het tegenovergestelde van de avontuurlijke, leergierige homo mobilis met zijn open mind en levenslust.

Nivellerende pandemie

Door het rondwarende coronavirus lijkt nu de hele wereld tot stilstand gekomen. Grenzen zijn gesloten, van onze mobiliteit is weinig over. Geen uitheemse vakanties meer, geen meetings in New York of San Paolo, zelfs geen dagje strand in eigen land. Op het oog zijn wij bewoners van het noordelijk halfrond nu net zo immobiel als de mensen van het zuidelijk halfrond altijd al waren. De coronapandemie lijkt een nivellerende werking te hebben. Maar schijn bedriegt. Welbeschouwd zijn we in Nederland met onze ‘intelligente lockdown’ in de verste verten niet zo immobiel als de arme illegale migranten in de onderaardse Londense metrogangen of de vluchtelingen in kamp Moria op Lesbos.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Bihac, Bosnië, 21 oktober 2019. Migranten uit Azië en Afrika in het vluchtelingenkamp Vucjak laden hun telefoons op bij een geïmproviseerd laadstation.

Onze fysieke actieradius is weliswaar verkleind, maar dankzij het world wide web hebben we de hele wereld nog binnen handbereik. Online staan wij thuisblijvers in contact met elkaar en kunnen we onszelf blijven ontwikkelen. We kunnen Zoomen, online onderwijs volgen, transacties verrichten en de dokter raadplegen. We kunnen digitaal ontspannen via Netflix, TikTok, gamen, sporten en shoppen. Corona heeft de kloof tussen de haves en havenots niet gedicht. Bij alle angsten die de immobiele illegalen en vluchtelingen toch al voelden, kunnen zij slechts de dreigende besmetting met het virus en de naderende economische rampspoed optellen.

Maar hoewel wij niet klem zitten zoals zij, kunnen we de coronamaatregelen toch als beklemmend ervaren. Niet eerder werd onze bewegingsvrijheid zo drastisch ingeperkt. Maar deze quarantainetijd biedt wel de mogelijkheid om de vanzelfsprekendheid van onze voortschrijdende mobiliteit onder de loep te nemen. Een mobiliteit die steeds dynamischer, maar ook dwangmatiger werd. Bauman beschrijft hoe de trage verplaatsingen met hutkoffers in logge stoomschepen en treinen werden vervangen door snellere vormen van reizen in vervoermiddelen van steeds lichtere materialen. De moderniteit verwordt tot een ‘vloeibare moderniteit’, waarin niets meer de kans krijgt om vaste vorm aan te nemen en te stollen.

Echte ontdekkingsreis

Voor de schilder Giorgio Morandi was er weinig tot niets nieuw in de wereld. De Italiaan leidde in de vorige eeuw in Bologna met zijn drie ongetrouwde zussen een naar binnen gekeerd leven. Zelden verliet hij zijn huis. Ook nadat hij beroemd was geworden, sliep hij in de kamer die tevens dienstdeed als zijn atelier. Er stonden slechts een paar meubels: een tekentafel, een boekenkastje en een schildersezel. Zijn leven lang schilderde hij vooral stillevens van vaasjes en kannen. In zijn landschappen schilderde hij geen wolken. Morandi’s luchten zijn altijd blauw. Nooit een zonsondergang – evenmin een zonsopgang. Alsof de dag nooit begint en nooit eindigt.

Nieuw en apart is slechts de houding die een mens kan aannemen ten opzichte van de dingen, vond Morandi. Een opvatting die hij, aldus schrijver Jan Brokken in zijn bundel Stedevaart, deelde met schrijver Marcel Proust. Voor Proust, die grotendeels aan huis was gekluisterd vanwege zijn zwakke gezondheid, bestond de echte ontdekkingsreis niet uit zoeken naar ongekende landschappen, maar uit de verandering van de blik.

Uit het zelfverkozen isolement van de schuwe Morandi en de ziekelijke Proust valt af te leiden dat we in deze coronatijd beter af zijn wanneer we de wereld zouden verkennen alsof we net als zij immobiel waren. Zij leren ons dat het er in wezen niet toe doet wat we zien, maar hoe we kijken. Dat stilstaan of thuisblijven niet saai is. Dat schoonheid ook schuilt in het nabije.

Kijken we bijvoorbeeld met de blik van de immobiele Morandi naar onze omgeving, dan valt er tijdens het ommetje in de buurt dat ons is toegestaan nog een wereld te ontdekken. Omdat ons vervoerstempo nu lager ligt en we veel meer fietsen en wandelen, zouden we zomaar dingen kunnen zien die we eerder niet zagen. We zijn gewend om verschijnselen in onze nabijheid voor lief te nemen. In onze jachtige levens zijn we vaak slechts passanten van onze eigen omgeving. We kijken en voelen niet zo aandachtig als we dat op onbekende plaatsen doen. Op reis zijn we ontvankelijk voor van alles. We kijken scherp naar gebouwen, billboards, de gezichten van mensen, de natuur. Onze zintuigen staan open voor vreemde geuren en geluiden. Hoe anders is dat in onze eigen straat of buurt. De tram die passeert horen we op een gegeven moment niet meer. We zijn blind voor dat wat ons in het buitenland wel opvalt: een slapende kat, de boom pril in bloei – ja, een keramieken vaasje à la Morandi.

Een paspoort uit een Afrikaans land is geen toegangskaartje tot mondiale mobiliteit

Heimwee

Floortje Dessing, die met haar populaire reisprogramma’s op televisie het gezicht is van de hedendaagse reiziger, heeft zich razendsnel aan de mobiliteitsbeperkingen aangepast. Eerder reisde ze naar mensen in de verste uithoeken van de wereld, maar in haar nieuwste tv-serie blijft ze in Nederland. Ze heeft haar blik inderdaad naar binnen gericht.

Alain de Botton schrijft aan het slot van De kunst van het reizen, dat Voyage autour de ma chambre, van Xavier de Maistre, hem had wakkergeschud. Maistre schrijft in 1790 zo enthousiasmerend over een reis die hij maakte door zijn eigen kamer waarin hij zichzelf vrijwillig had opgesloten – hij prees bijvoorbeeld zeer gedetailleerd zijn sofa – dat Botton ineens begreep dat ons reisplezier niet zozeer afhangt van de bestemming, maar van onze eigen mindset.

Met dit idee wandelde Botton door zijn eigen Londense wijk, en hij adviseert anderen ook in hun eentje op ontdekkingstocht te gaan in hun eigen omgeving. Dat komt goed uit in deze coronatijd, waarin de overheid mensen aanraadt om alleen de deur uit te gaan.
De coronacrisis vergt een omschakeling van ons denken. De heimwee van Leonard Pfeiffer laat zien dat het lastig afscheid nemen is van onze gedroomde toekomst. Dat we de zomervakantie vermoedelijk in eigen land moeten doorbrengen is voor velen een domper. Het idee dat we vooral via verre reizen belangwekkende ervaringen opdoen is diepgeworteld en wijdverspreid. Maar mobiliteit is geen voorwaarde voor een rijk innerlijk bestaan.

Beeld: Shutterstock, Elvis Barukcic / AFP / Hollandse Hoogte
Onderschrift bij header: Genua, Italië, 7 februari 2019. De Morandibrug die door een constructiefout op 14 augustus 2018 instortte, waarbij 43 doden vielen. Eind april dit jaar werd de verbinding hersteld.