Home Mengen

Mengen

Door Coen Simon op 24 september 2020

Cover van 10-2020
10-2020 Filosofie magazine Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Mijn vader vertelde aan tafel af en toe een anekdote uit de spreekkamer van zijn huisartsenpraktijk. Je wist nooit zeker of de gebeurtenis die middag had plaatsgevonden of al jaren eerder. Behalve die ene keer. Aan zijn geestdrift was te merken dat het om een kakelvers voorval ging. ‘Weten jullie wat een patiënt aan me vroeg?!’ Met een imitatie van het Veluwse dialect dat er in ons dorp gesproken werd zei hij: ‘Doktuh, wah vinnu noe van die butenlanders?’
De tafel zweeg, benieuwd naar hoe hij deze xenofoob van repliek had gediend. ‘Ongelooflijk hè,’ zei hij opgetogen, ‘ik ben blijkbaar geen buitenlander meer.’

‘Ik ben een witte man van kleur.’

Van xenofobie, discriminatie of racisme keek hij helemaal niet op. Het verbaasde mijn vader alleen maar dat hij dertig jaar nadat hij uit Nederlands-Indië in Nederland was komen wonen, niet meer werd gezien als het ‘aapje’ of de ‘pinda’ waarvoor hij zo vaak was uitgescholden.
Op zijn tiende kwam hij met zijn familie naar Nederland, waar de complete witte buurt zich bij de heg voor hun bovenwoning aan de Groningse Tellegenstraat had verzameld. Elke keer als een van de nieuwe vreemdelingen zich voor het raam op de eerste verdieping vertoonde, werd er vanaf de stoep geroepen en gewezen.

Ook al scandeert niet iedereen ‘minder! minder!’ of maakt apengeluiden, wereldwijd is er altijd een bevoorrechte groep die ervoor zorgt dat anderen om hun afkomst, huidskleur, geslacht of seksuele voorkeur maatschappelijk aan het kortste eind trekken.

Een paar jaar geleden kwam ik in dezelfde, inmiddels gekleurde, Groningse buurt te wonen. Toen ik op een van de eerste dagen mijn zoon van tien van school haalde kon ik hem eerst niet vinden. Ik zag alleen een groep donkere kinderen over het plein rennen. Dat ik pas in tweede instantie bedacht dat zij blijkbaar de vrienden van mijn zoon waren, maakt ook van mij een witte man, hoe gekleurd mijn afkomst ook is.

‘Er is maar één manier om anders te gaan denken,’ zegt historicus Zihni Özdil in dit nummer, ‘meer vermenging.’