Home Uitgelezen: Sluipende afhankelijkheid

Uitgelezen: Sluipende afhankelijkheid

Door Jeroen Hopster op 05 juni 2018

Cover van 02-2018
02-2018 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Is toegang tot het internet een mensen­recht? De Verenigde Naties hintten daarop in een rapport uit 2011, dat twee jaar geleden door een resolutie van de Mensen­rechtenraad nog eens werd onderstreept. We zouden het haast vergeten, overspoeld door recente zorgen over privacy, polarisering en propaganda in het digitale domein: het inter­net is ook een grote verworvenheid. We willen – kúnnen – niet meer zonder: ooit was inter­net een luxeproduct, tegenwoordig is het een menselijke behoefte.

Dat is het typische lot van zogenaamde gene­ral purpose technologies, stelt Sjoerd Bakker in zijn boek From Luxury to Necessity: wat begint als luxeproduct, wordt allengs een onmisbare spil in menselijke praktijken. Technologische inno­vaties maken bestaande praktijken niet alleen sneller en efficiënter, ze transformeren die praktijken ook. We structureren ons dagelijks leven rondom de gebruiksmogelijkheden van nieuwe technologieën en worden er gaandeweg afhankelijk van.

Neem de opkomst van de spoorwegen, hal­verwege de negentiende eeuw. In het kielzog van de snelle transportverbindingen transfor­meerde de maatschappij. Terwijl herbergen langs de oorspronkelijke rijtuigroutes verdwe­nen, begon suburbia te groeien. De forens werd geboren. Daarmee veranderde niet alleen het aanzien van de stad, maar ontstond ook een nieuw burgerlijk ideaal: een huis met tuin, strak onderhouden, met kort gemaaid gazon.

Behalve tuinieren ontstonden ook andere vrijetijdsbestedingen die indirect mogelijk werden gemaakt door het treinverkeer: uitstap­jes op zondag, het bezoeken van muziek- en theatervoorstellingen of paardenraces. Dat in Engeland tegen het einde van de negentiende eeuw verscheidene nationale sportcompetities werden opgericht, hield duidelijk verband met de toegenomen mobiliteit. Voetbal- en cricket­teams konden met de trein uitwedstrijden bezoeken, supporters kwamen ermee naar het stadion. Intussen maakten ook de kranten een stormachtige ontwikkeling door: die waren niet langer gebonden aan regionale berichtgeving, maar konden binnen één ochtend landelijk nieuws verspreiden. Door treinpassagiers werd bovendien flink gelezen: de stoomtreinen waren te luidruchtig om conversaties te voeren.

Het zijn deze indirecte, sociaal-culturele gevolgen van technologische revoluties waar Bakker in zijn studie de aandacht op vestigt. Bakker, afgestudeerd als filosoof en gepromo­veerd als innovatiewetenschapper, toont op basis van historische feiten en statistieken hoe wij sluipenderwijs gehecht raken aan nieuwe technologieën. In eerste instantie zitten con­sumenten vaak helemaal niet op zo’n nieuwe technologie te wachten. Men ziet het nut er niet van in. Maar zodra de nieuwe technologie eenmaal op grote schaal wordt toegepast en verbeteringen heeft aangebracht in bestaande praktijken, wordt zij beschouwd als een nood­zakelijk goed. We passen onze maatschappe­lijke normen eropaan, we bouwen er nieuwe praktijken omheen, en zonder er erg in te hebben beseffen we ineens dat we niet meer zonder kunnen.

Welke maatschappelijke gevolgen een techno­logische innovatie met zich mee zal brengen, ligt niet altijd voor de hand. Weinigen zullen eind negentiende eeuw hebben bevroed dat de komst van elektra onze kook- en eetgewoontes zou transformeren. Hoewel grote elektriciteits­netwerken, bestemd voor huis- en straatver­lichting, al een tijdlang bestonden, duurde het tot de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw dat het merendeel van (Amerikaanse) huishoudens op het elektriciteitsnet was aange­sloten. Maar toen de stroom eenmaal binnen­kwam, was de opmars van elektrische appara­ten in het huishouden niet te stuiten.

Een van de nieuwe aanwinsten was de elektrische ijskast, die huishoudens in staat stelde om producten veel langer te bewaren. Bovendien maakte de ijskast – geholpen door het groeiende transportnetwerk – het vervoer van producten over lange afstanden mogelijk. Seizoenproducten, zoals boter, konden voortaan het hele jaar door geleverd worden. Het Golden Book Magazine publiceerde in 1931 een artikel getiteld The New Ice Age, waarin werd geconsta­teerd dat er een onleefbare situatie zou ontstaan als er kortsluiting optrad in dit wonderbaarlijke systeem van voedselopslag en -transport. ‘Steden met duizenden inwoners zouden verhongeren. We zouden waarschijnlijk veranderen in ang­stige beesten, zwoegend om ergens nog een bron van voedseltoevoer te vinden’, is te lezen in het artikel.

In sommige trends en discussies die Bak­ker beschrijft, toont zich een parallel met het heden. Bijvoorbeeld de introductie van de auto­radio, die in de jaren dertig debat uitlokte over verkeersveiligheid; het doet denken aan heden­daagse zorgen over appen achter het stuur. Of zelfrijdende auto’s, waarover halverwege de twintigste eeuw al werd gespeculeerd. Bakker merkt op dat we nogal eens geneigd zijn om de functies van nieuwe technologieën te beschrij­ven vanuit ons huidige, tijdgebonden perspec­tief. De term ‘driverless car’ getuigt daarvan. Ook negentiende-eeuwers trapten in die val; zij prezen de eerste auto’s aan met de belofte ‘dis­pense with a horse’.

Wat leren de technologische revoluties van de laatste twee eeuwen ons over de IT-revolutie van de huidige tijd? In elk geval dat we niet al te veel overheidsbemoeienis hoeven te ver­wachten, suggereert Bakker. Een eeuw geleden zorgden auto’s in grote steden voor ernstige ver­vuiling, terwijl elektriciteitspalen kriskras door de straten verrezen, soms met fatale gevolgen – death by wire was een gangbare doodsoorzaak. Overheden deden er in eerste instantie weinig aan om deze nieuwe problemen structureel aan te pakken. Pas toen duidelijk werd dat de technologieën van blijvende aard waren, en de problemen niet spontaan zouden verdwijnen, ontstond er een sterkere maatschappelijke bemoeienis. Maar dat is nu juist het lastige van nieuwe technologieën: de geschiedenis leert dat onze inschattingen over hoe blijvend die zijn, en welke impact zij zullen hebben op onze leefwe­reld en maatschappij, nogal eens spaak lopen.

Sjoerd Bakker, From Luxury to Necessity: What the Railways, Electricity and the Automobile teach us about the IT Revolution, Boom, ISBN 9789024408511, 294 p. / € 19,99