Home Toeval in de politiek
Toeval

Toeval in de politiek

Door Tom Eijsbouts op 20 juni 2017

Cover van 02-2017
02-2017 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Een bekwame politicus gaat hand in hand met toevalsgodin Fortuna, volgens TOM EIJSBOUTS. Verschillende vormen van toeval spelen een rol in de politiek. Maar is elke vorm even wenselijk? Neem loting: is dat een alternatief voor democratische verkiezingen?

Opgedragen aan Jesse Klaver, liefhebber van Machiavelli en winnaar van de verkiezingen van 15 maart 2017

In zijn pamflet Tegen verkiezingen, dat een zeker succes beleeft, houdt de Belgische schrijver David van Reybrouck een pleidooi om verkiezingen door lotingen te vervangen. Loting is democratisch, vindt hij, verkiezing aristocratisch. In het oude Athene en in Venetië en Florence tijdens de Renaissance was loting de belangrijkste manier om overheidsdienaren te selecteren, schrijft Van Reybrouck; het is ook de oplossing voor onze ‘doodvermoeide’ politieke systemen.

Wat verklaart het succes van dit pamflet? Is het zijn realisme? Is het probleem zo overtuigend en de oplossing zo evident? Misschien vangt het inderdaad wel iets van de tijdgeest van politieke vermoeidheid en van het feit dat zoveel mensen op de beroepspolitici zijn uitgekeken. Het loten is immers speels, bevrijdend, het geeft burgers directe toegang tot de politiek en het doorbreekt machtsverhoudingen ten bate van grotere gelijkheid en betrokkenheid, zoals Van Reybrouck terecht schrijft.

Die bevrijdende werking, de betrokkenheid van mensen, de onpartijdigheid en de gelijkheid ontleent de loting daaraan dat ze een vorm van toeval is. Van Toeval, met hoofdletter, dat vele gedaanten heeft. Loting is daarvan een gedienstige variant, op afroep beschikbaar. Niet alle gedaanten van Toeval zijn natuurlijk bevrijdend, onpartijdig of zelfs gunstig. Ongelukken, storingen, mislukkingen en rampen zijn ook vormen van toeval. Maar loting als toevalsvariant is inzetbaar en is doorgaans zelfs een bron van toegevoegde waarde. In het spel van loterij is de eerste toegevoegde waarde al de spanning van het spel. In de politiek heeft de toegevoegde waarde ook de vorm van gezag. Dat gezag van loting is cruciaal. Mensen leggen zich bij de uitslag neer; accepteren dat de winnaar de verlote functie gaat vervullen. Het gezag is er niet op grond van redelijkheid, overtuiging of andere verdiensten, maar wel op grond van de onpartijdigheid, de eerlijkheid, de gelijkheid uit onvoorspelbaarheid. Vroeger werd het lot gezien als uitdrukking van een hogere macht, maar zo zien we het niet meer en toch heeft loting niet aan gezag ingeboet.

Dwarsliggen

Gezag is wezenlijk in de politiek en in de democratie, loting is daarvan een goede bron, zoals de Grieken al wisten. Als liefhebber van politiek en van toeval zou ik voor Van Reybroucks pleidooi voor loting dus een warm onthaal moeten hebben. Toch stelt zijn pleidooi mij teleur. Niet omdat ik tegen loting ben, maar omdat ik zijn vertrouwen in die ene toevalsvariant, met verwaarlozing van alle andere, eenzijdig vind. Er is zoveel meer toeval in politiek en democratie dan loting, ook dat andere toeval kan bron zijn van democratisch gezag. Neem de toevalsgedaanten van verrassing, geluk, pech, kans en plotselinge verandering. Interessant is dat juist verkiezingen, waar Van Reybrouck zich fel tegen afzet, een deel van het enorme gezag van hun uitslag aan toeval ontlenen. Ze zijn ook altijd een beetje een loterij, even onvoorspelbaar. Wel is hun toeval veel minder gemakkelijk te hanteren voor de politicus. Voor de waarnemer, de lezer, is het veel moelijker te begrijpen. Maar behalve krachtiger en lastiger te hanteren is dit toeval bij verkiezingen ook interessanter voor wie politiek en democratie wil begrijpen: het opent een altijd actuele bron van inzicht.

Bij het schrijven van dit stuk, maart 2017, volg ik de campagnes en de uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 15 maart 2017. Die komen van pas. Een goede week voor de verkiezingen is namelijk de Turkse president Erdogan met het plan gekomen om zijn minister van Buitenlandse Zaken naar Europa en ook naar ons land te sturen om campagne te voeren voor zijn eigen Turkse referendum over een maand. Daarmee doet een extra portie toevalligheid zijn intrede in de campagnes. Wat moeten onze politici doen? Turkse politici zijn wel vaker komen optreden voor hun aanhangers. Maar in dit geval is het wel koren op de molen van onze islamhater Wilders. Premier en lijsttrekker Rutte staat voor de keus om ofwel de Turken maar te laten begaan en Wilders zijn vuurtje te laten stoken, ofwel dwars voor de Turkse plannen te gaan liggen. Hij besluit tot de laatste optie en het draait uit op een zwaar diplomatiek incident tussen Ankara en Den Haag.

Is Rutte door deze plotse situatie uit het veld geslagen? Integendeel. Het incident zal hem geen windeieren leggen bij de verkiezingen, dat weet hij als goed politicus en het bepaalt ten dele zijn optreden. In het vervolg van dit stuk ga ik laten zien waarom verkiezingen niet alleen toevalselementen van loting in zich hebben, maar zoveel meer te bieden hebben juist uit het oogpunt van het toeval. Je moet je dan wel in de volle actualiteit en eventualiteit van de democratie begeven.

Maar eerst zal ik uitleggen wat de politieke en democratische verdiensten zijn van de loterij als toevalsvariant, zoals die door de Atheners en door tal van andere politieke stelsels werd en wordt gebruikt. Om te laten zien wat behalve de verdiensten ook de beperkingen zijn van loting in de context van de politiek, moet ik vervolgens schrijven over het belang van andere en grotere gedaanten van toeval in die politiek. Pas dan kan ik de verkiezingen 2aanprijzen als politieke figuur die een veel krachtiger rol voor het toeval weglegt dan de loterij alleen.

Het gaat er dus niet alleen om het belang van toeval in en voor de politiek te demonstreren, maar vooral om dit belang te analyseren door verschillende aspecten daarvan te onderscheiden, waarvan loting er een is. Die aspecten benoem ik tot gedaanten of varianten van het Toeval – met hoofdletter geschreven om de eenheid en cohesie van dit begrip te benadrukken – in weerwil van zijn verschillende aspecten. Van Reybrouck, zal ik laten zien, idealiseert een beperkte vorm van toeval, de loting, en daarmee een heel beperkte vorm van politiek en democratie. Hij maakt krachtiger vormen van toeval, politiek en democratie ten onrechte verdacht. Met name zijn verdacht maken van verkiezingen is een vorm van populisme.

De boosheid van de gewone man
 

Lange tijd is loting in allerlei samenlevingen gebruikt als hulpmiddel voor het nemen van besluiten. Vaak had ze mede de functie van openbaring van goddelijke wil, dus ook een representatieve functie. De tijd van goddelijke openbaring is voorbij, al geniet loting in de beleving nog wel van de kracht van bijgeloof. Maar wij gaan er zakelijker mee om: ook zo zijn de toegevoegde waarden te begrijpen.

De drie meest gebruikte voorbeelden van democratische loting zijn die van het oude Athene, en Florence en Venetië in de Renaissance. De oude Atheners gebruikten het lot in de politiek om gevestigde machtsposities te doorbreken, tegen corruptie en om deelneming van burgers te bevorderen. Daarnaast hadden ze allerlei nuttige bijwerkingen, waarvan sommige nu nog gelden. Plato schreef in zijn Wetten dat je ‘de boosheid van de gewone man kon vermijden door hem de gelijke kans van het lot te geven’. Kan het actueler?

In het veertiende-eeuwse Florence werden door een commissie geselecteerde namen in een zak gedaan waaruit elke twee maanden de nodige functionarissen werden getrokken. In het vijftiende-eeuwse Venetië diende het loten niet om zoveel mogelijk mensen in het bestuur te betrekken, maar wel, net als in Athene en Florence om macht te spreiden en machtsconcentratie te voorkomen.

Behalve deze typische horizontale, machtenspreidende werking heeft loting als vorm van toeval nog een andere bijzonderheid, in het algemeen en ook in de politiek. Loting is een zuivere vorm van toeval: de uitslag komt geheel op conto van het toeval. Voor Van Reybrouck zijn die eigenschappen heel belangrijk in zijn pleidooi voor zogenaamde ‘deliberatieve’ of ‘aleatorische democratie’, gebaseerd op participatie van burgers als bestuurders, ofwel ‘horizontale’ besluitvorming.

Natuurlijk heeft Van Reybrouck zijn pleidooi voor loting en tegen verkiezingen niet gegoten in de vorm van een analyse van loting als vorm van toeval. Maar in het verband van dit speciale toevalsnummer van Wijsgerig Perspectief is het passend om loting wel als zodanig te zien. Zo komen de tekortkomingen van het loten als toevalsvariant in de politiek binnen bereik, met name wanneer het loten wordt ingezet als vol alternatief voor verkiezingen, zoals Van Reybrouck doet getuige de titel van zijn boek: Tegen verkiezingen.

Je zou die stellingname van Van Reybrouck eenvoudig kunnen ontkrachten door erop te wijzen dat er eenvoudig geen democratie bestaat zonder verkiezingen. Maar vanuit de optiek van toeval kan men een vruchtbaarder lijn van kritiek op Van Reybroucks pleidooi openen, door erop ter wijzen dat het toeval de politiek veel meer te bieden heeft dan alleen loting, juist bij verkiezingen! Daarvoor moet je eerst het toeval in een minder vlakke en brave gedaante bezien dan die van loting.

GELUKSGODIN

Toeval dient vaak de ontmoeting van een man en een vrouw. Je kunt zelfs zeggen: zonder toevallige ontmoeting gaat dat lastig. Het kan leiden tot een verhouding en een gezin. Dan is het resultaat niet spreidend, maar structurerend. Het toeval van de ontmoeting is geen loting. Het is niet zuiver, op afroep georganiseerd, maar juist mengend en bindend. Het trekt allerlei heterogene omstandigheden en geaardheden bij elkaar, een veel groter areaal van ingrediënten van begrip, intuïtie, gevoel en belang dan die bij loting worden ingezet. Aangaande de liefde kan iedereen dat zelf bedenken en oefenen.

In de politiek is toeval moeilijker te begrijpen en te leren hanteren. Toeval is daar namelijk primair gevaarlijk en verwoestend. Het kan een verband of een structuur verwoesten, zoals bij een ongeluk of een ramp. De destructieve en verwarrende kanten dienen zich altijd vanzelf aan. Iedereen kan een situatie in het honderd laten lopen, met behulp van toeval. De positieve, bouwende en bindende kanten van toeval daarentegen zijn lastig te benutten, daarbij zijn goede politici nodig. En ze zijn nog lastiger te begrijpen.

Degene die deze aspecten als eerste en beste heeft beschreven is de Florentijn Nicolo Machiavelli, in zijn beroemde boeken Il principe en Discorsi. Bij hem kan ik aanknopen, weer geholpen door de actualiteit bij het moment van schrijven.

Rond de middag van de genoemde verkiezingsdag van 15 maart 2017 zit lijsttrekker Jesse Klaver van Groen Links in zijn Haagse stam-toko Ming Kee met Volkskrant-verslaggever Frank Hendrickx. Drie dagen later verschijnt daarvan een verslag. Bij een eerdere gelegenheid had Klaver gesproken over Fortuna, de godin van het geluk, die volgens Machiavelli in zijn Il principe (vertaald als De heerser) een voorkeur heeft voor jonge mannen omdat die moediger zijn en minder voorzichtig. Maar nu weet Klaver direct dat het anders is gelopen. Rutte wordt de grootste. De diplomatieke rel met Turkije heeft de premier in de kaart gespeeld. Hendrickx vraagt: ‘Heeft Fortuna dan toch een voorkeur voor ervaren vijftigjarige VVD’ers’? Maar Klaver vindt eenvoudig: ‘Rutte heeft het gewoon goed gedaan. De kans gegrepen.’ Die avond als de uitslagen binnenkomen blijkt hoe Klaver gelijk had. In vergelijking met de laatste peilingen haalt Rutte onmiskenbaar een aantal stemmen weg bij Wilders, wiens uitslag daarmee teleurstelt. Dit tot opluchting van velen in Nederland en ook in Europa, na de populistische overwinningen van Brexit en Trump.

Het is belangrijk te zien wat Klaver goed zag. Rutte had de toevallige situatie als goed politicus van tevoren zien aankomen, erop geanticipeerd en haar perfect uitgebuit. In de campagne zelf was hij niet op zijn best geweest. Met deze late manoeuvre won hij gezag in eigen land en in Europa, dat zonder dit toeval niet in zijn bereik was geweest. Het werd uitbetaald in extra stemmen, ook dat nog. Geen duidelijker illustratie nodig van de werking van toeval als bron van gezag. Ook loting levert gezag op uit hoofde van toeval, zoals hierboven bleek, maar het is een vlakke vorm van gezag. Met loting op zichzelf kan je zulk politiek gezag als dit op geen enkele manier verdienen.

Het grote verschil is dat Ruttes gezag hier wordt verdiend op grond van zijn perfecte uitbuiten van het toeval dat hem werd aangereikt. Had hij van deze situatie een rommeltje gemaakt, dan had hij zowel gezag als stemmen verloren. Het toeval doet hier zijn werk in een mix en samenspel met politieke intelligentie.

Vervelend is wel dat ook de Turkse president Erdogan via deze zelfgemaakte rel gezag wilde winnen, en waarschijnlijk ook won bij zijn aanhangers – Rutte speelde hem dus door zijn felle reactie in de kaart. Jammer, maar het doet niet af aan Ruttes gewonnen gezag. Ook Erdogan bespeelt Fortuna volgens het boekje van Machiavelli, Il principe. Conflict is een van de grote bronnen van gezag. Wie een conflict aangaat, zal daarmee aan gezag op zijn aanhangers winnen, vaak zelfs als hij verliest. Ziedaar waarom politiek onder meer draait op conflict, volgens Machiavelli. Poetin, Erdogan en Trump weten daar alles van; elke politicus weet het.

De democratie drijft op tegenstelling tussen opponenten, op voorwaarde dat die tot akkoord leidt in de vorm van wetten en andere besluiten, en zelfs in de vorming van een kabinet. Daarom wilde Rutte dat de verkiezingscampagne dit jaar een tweestrijd werd tussen hem en Wilders. Maar het mislukte toen Wilders daar niet op inging. Goed dat Erdogan zich aandiende!

SCHEPPING

Conflict zuigt aandacht aan van betrokkenen en omstanders. Het eist van die betrokkenen alle relevante talenten, vaardigheden en motivatie op. Die worden dan ook in loop van het conflict duidelijk en spreken uiteindelijk in de afloop, de uitslag. Dit verklaart de werking van conflict als bron van politiek gezag, personen en besluiten. Niet de enige bron, natuurlijk. Ook geslaagd beleid brengt gezag. Maar het wordt als bron van gezag weleens overschat. Zonder de kwaliteiten die blijken in debat, in onderhandeling, in tweestrijd, en in het beslechten ervan kan geen vrij politiek systeem zijn gezag onderhouden.

Toeval is in elke tweestrijd volop aanwezig. Niet alleen, als in loting, in zuivere vorm, maar vooral in zijn mengende gedaante, in de mix, waarin het zelf opgaat. Zoals blijkt in het geval Rutte kan toeval in een situatie van krachtmeting zo goed de aandacht boeien omdat het alle vaardigheden van tegenspelers aan het licht brengt: niet alleen begrip, maar ook reactie, snelheid, motivatie enzovoorts. Want al die dingen zijn nodig in de omgang met toeval. Toeval gaat niet alleen op in het gezag van de tegenspelers, maar ook in de instellingen die daaruit ontstaan.

Ook dat heeft Machiavelli gezien en uitgedacht. Zijn mooiste boek, Discorsi, gaat niet over de vorst of heerser waar Klaver zich door laat inspireren (Il principe), maar over de geleidelijke opbouw van een vrije republiek, een constitutionele staat. Daarin heeft onze volbloed toevalsgodin een grote rol te spelen, maar dan moeten haar impulsen worden gekanaliseerd door de inrichting van stabiele politieke structuren en processen, waar zij overigens zelf ook een rol in speelt.

Ik heb van deze rol van Fortuna bij Machiavelli ooit een uitvoerige analyse gemaakt, waarnaar ik kan verwijzen en waaruit de belangrijkste bevindingen hier volgen. Hoe wordt dit spel door en met Fortuna gespeeld?

Ten eerste moet je weten dat het toeval, en dus Fortuna, tot ons komt in de vorm van gebeurtenissen. Dat zie je heel goed bij de Turkse rel. Gebeurtenissen zijn altijd ten dele onvoorspelbaar. Ze geven de gelegenheid aan leiders om zich te laten zien, initiatieven te nemen, onheil te bezweren. Terwijl gebeurtenissen vaak wervelend zijn van onvoorspelbaarheid, hebben ze doorgaans een vaste en eenvoudige uitkomst. Het is belangrijk te zien dat hun toevalligheid aan die uitkomst bijdraagt. Toeval is zelf behalve chaotisch, ook creatief en expressief. Elke toevalligheid heeft een afloop en heeft dan de vorm van een onomstotelijk feit. Toeval is expressief, dat betekent ook: het geeft (nieuwe) uitdrukking aan latente kwaliteiten van mensen, zoals in dit geval aan de leiderschapskwaliteit van Rutte.

De naam Fortuna zelf drukt deze functie uit; hij is etymologisch te herleiden op het Latijnse werkwoord ferre, dat dragen, brengen, baren betekent. Fortuna is dus ook de godin van de geboorte, de schepping. Van de schepping van feiten en van gezag is het een paar stappen naar de bouw van goede structuren en instellingen. Fortuna’s eerste gift aan de republiek, schrijft Machiavelli, is die van een goede wetgever, zoals Solon voor Athene of Lycurgus voor Sparta. Bij gebrek aan een goede wetgever, zoals in de oorsprong van de Romeinse republiek, kan het toeval bewerken dat er conflict komt tussen de verschillende bevolkingsklassen, zoals in Rome tussen het lagere volk en het establishment, het plebs en de senaat, zodat ‘het toeval dat brengt wat niet door een grondwetgever was gebracht’.

Hoe conflicten langs de wegen van het toeval kunnen bijdragen aan niet alleen het ontstaan van instellingen, maar ook aan hun ontwikkeling is elke kenner van staat en politiek duidelijk. Bij ons is de ministeriële verantwoordelijkheid ontstaan uit een conflict tussen koning en parlement in de tweede helft van de negentiende eeuw. Maar er is natuurlijk een veel grotere rol van het toeval in de ontwikkeling van publieke instellingen. Ontstaat niet vrijwel elke staat in zijn geheel uit een conflict? Staat Fortuna daar niet altijd bij als vroedvrouw?

IJZEREN BEHEERSING

De belangrijkste instelling van elke vrije republiek is die van de geregelde, vreedzame machtswisseling of machtsopvolging. Dat blijkt telkens wanneer zwakke staten er weer niet in slagen zich van hun aan de macht klampende leiders te ontdoen, zoals Rusland op dit moment, Turkije steeds sterker, Venezuela onder Chavez en al die Afrikaanse staten. Maar het is ook hevig voelbaar telkens wanneer een sterke staat zoals de Verenigde Staten erin slaagt om gevolg te geven aan de meest bevochten en nipte overwinning van een strijd om het leiderschap. Zowel in 2000 als in 2016 betoonde de even pijnlijk als nipt verliezende democratische presidentskandidaat, respectievelijk Al Gore en Hilary Clinton, een ijzeren beheersing tegenover de eigen aanhangers die hun verlies niet konden slikken en klaar waren de straat op te gaan.

Machiavelli schrijft in Boek 3 van zijn Discorsi over het belang van periodieke vernieuwing van de republiek. ‘Om te vernieuwen moet je de staat periodiek terugbrengen bij AF.’ Hoe? Door feiten, gebeurtenissen of besluiten op te roepen die leiden tot een verandering van bewind. ‘Zij die de staat Florence regeerden tussen 1434 en 1494 zeiden dat je de regering iedere vijf jaar moest vernieuwen. Anders is ze moeilijk te handhaven.’

Nu is het misschien mogelijk om een bewind te vernieuwen door loting, maar ieder voelt dat die procedure te zwak is voor de krachten die bij machtsopvolging vrijkomen. De vele functies die door loting werden vergeven in Athene, Florence en Venetië waren die van ambtenaren en bestuurders, niet die van leidende politici. In Athene, de plaats van uitvinding van het principe one man one vote, werd Pericles meer dan twintig jaar achtereen gekozen tot politiek strateeg, zeg maar politiek leider.

In de prachtige en lijvige Dictionnaire du vote, waaruit ik zojuist kon putten voor de gevallen Athene, Venetië en Florence, staat een mooi voorwoord van René Rémond. Hij spreekt van de viervoudige universaliteit van het stemmen in de menselijke geschiedenis: a) door de tijd, namelijk sinds mensenheugenis; b) in de ruimte, namelijk overal; c) sociologisch: in alle soorten van mensengroepen, en tenslotte d) in zijn toepassing: voor alle soorten van besluiten. Natuurlijk is die universaliteit in de loop van de tijd groter geworden, bijvoorbeeld doordat steeds meer mensen stemrecht hebben gekregen.

Van Reybrouck ziet verkiezingen als een instrument van het establishment om aan de macht te blijven. Maar net als loting hebben verkiezingen als bedoeling om de kaarten opnieuw te schudden. Ze zijn conflict. Ze zijn molens waarmee het toeval zijn mengwerk doet. Wanneer het resultaat voorspelbaar is, zoals in de beruchte Sovjet- of andere Oostblok verkiezingen van weleer en nog steeds in totalitaire stelsels, zijn ze niet echt en krachteloos. De echte vraag is hoe zij, anders dan loting, het enorme gezag kunnen genereren om vier of vijf jaar lang in een land de politieke verhoudingen te bepalen. Daarom moet je ook andere aspecten, waaronder het toevalsaspect, zwaar in rekening brengen als producent van gezag van de uitslag, dat belandt bij de winnaar en bij de andere in de strijd betrokkenen. Net als bij loting, maar dan met een krachtiger rol voor het toeval en voor degenen die ermee weten om te gaan, zoals Rutte in het bovenstaand geval. Zijn extra stemmen (gezag) dankte hij ten dele aan de toevallige situatie, die hij kon uitbuiten. Zo spant de volbloed toevalsgodin Fortuna samen met de goede politicus. Anders dan bij loting blijft ze niet uit eigen kracht in de uitslag aanwezig, maar gaat haar kracht op in het gezag van de winnaars, in dat van hun belangen, ideeën en ambities, en in dat van de instellingen. Natuurlijk is Fortuna niet de enige bron van gezag, maar zonder haar zou het niet lukken.

POPULISTISCH IDEE

Nu de moeilijkste vraag. Hoe leidt het toeval in een verkiezingsstrijd niet alleen tot (verticaal) gezag voor de winnaar en de instellingen, maar ook tot nieuwe (verticale) politieke structuur? Laat ik een schitterend en vers voorbeeld geven uit mijn eigen gebied van belangstelling, het Europese staatsrecht.

Rond de laatste verkiezingen voor het Europees Parlement, zomer 2014, ontspon zich een krachtmeting tussen de twee belangrijkste politieke instellingen van de Europese Unie (EU): de Europese Raad (de regering van de EU) en het Europees Parlement (de volksvertegenwoordiger). Machiavelli zou zeggen: tussen de Senaat en het Volk. Welk van de twee instellingen maakt ten laatste uit wie voorzitter wordt van de Europese Commissie? Tot dusver was dat de Europese Raad. Maar het Parlement had ervoor gezorgd dat elk van de grote politieke partijen een lijsttrekker naar voren had geschoven en vooraf bepaald dat de benoeming van de winnaar zou worden afgedwongen. De brutale opzet lukte, natuurlijk met behulp van allerlei toeval. Vrijwel niemand geloofde bij het begin ervan dat het Europees parlement zou winnen. Maar wat is dan de nieuw geschapen structuur? Nu het Parlement deze strijd eenmaal gewonnen heeft in een krachtmeting volgend op verkiezingen, is de procedure voor het vervolg gevestigd en is zowel het Parlement als de EU verder gegroeid naar constitutionele volwassenheid. Bij de volgende gelegenheid, in 2019, is er geen nieuwe krachtmeting nodig.

Zou een loting deze nieuwe structuur hebben kunnen scheppen? Toeval dient in een democratie als ingrediënt van de open samenleving, met vrijheid en gelijkheid, maar ook als producent van gezag. Van Reybroucks loting helpt, als toevalvorm, de schepping en spreiding van het gezag. Maar zijn loting is een goedaardige en beperkte variant van toeval. Een moderne democratie heeft meer en krachtiger toeval nodig. Verkiezingen zijn als toevalsvariant onmisbaar om gezag en structuur te scheppen. Loting gecombineerd met overleg tussen burgers tot ‘deliberatieve democratie’ is een nuttig extra en correctief tot bevordering van participatie. Maar als alternatief voor verkiezingen en zeker als argument tegen verkiezingen is het idee van loting nostalgisch en zelfs populistisch.

LITERATUUR

• Duxbury, N. (1999), Random Justice. On Lotteries and Legal Decision Making: m.n. hoofdstuk 2; citaat Plato: 28, 29. Oxford: Oxford University Press.
• Eijsbouts, W.T. (1995), Fortuna and the Constitution. In: Leerssen-Spiering (red.), Yearbook of European Studies, 8: 153-164.
• Eijsbouts, W.T. (2006), Een kleine filosofie van de bal. Amsterdam: Prometheus.
• Hendrickx, F. (2017), Wie zal Jesse Klaver nu nog onderschatten? In: De Volkskrant, Vonk, 18 maart.
• Machiavelli, N. (2000), Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio. Turijn: Einaudi.
• Meeus, T.J. (2017), Het hele scenario was vorige week al bekend. In: NRC Handelsblad, 14 maart.
• Perrineau en Reynié (red.) (2001), Dictionnaire du vote: 68 e.v., 311 e.v., 465 e.v. Parijs: PUF.
• Reybrouck, D. van (2016 [2013]), Tegen verkiezingen: 41, 101, 130, 133. Amsterdam: De Bezige Bij.