Home Stelling: Liever een designerbaby dan een zorgenkind

Stelling: Liever een designerbaby dan een zorgenkind

Door Simone van Saarloos, Eric Schliesser, Ingrid Robeyns, Simone van Saarloos, Eric Schliesser en Ingrid Robeyns op 22 april 2015

Cover van 05-2015
05-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Ons panel, bestaande uit Simone van Saarloos, Eric Schliesser en Ingrid Robeyns reageert iedere maand op een actuele stelling.
 

Simone van Saarloos

Schrijver, columnist

Er zijn vele scheve verhoudingen in de wereld, en zo ook deze: aan de ene kant zijn er nog altijd flink veel mensen die geen toereikende toegang hebben tot geboortebeperking, aan de andere kant komen er wezens bij die zonder ingreep niet zouden worden geboren. Misschien moet daar ook een woord voor komen, bijvoorbeeld geboorteopwekking.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

We ‘designen’ onze baby’s al lang. Dat heet opvoeding. De vraag is vooral: wanneer mogen we daarmee beginnen en welke technieken staan we toe? Ooit vonden we een corrigerende tik prima, straks vinden we het misschien geen probleem wanneer we ‘slechte’ gewoontes nog voor de geboorte uit de genen van het kind halen.
Het grootste probleem aan ‘design’ of opvoeding zit ’m natuurlijk daarin: wat we ‘slecht’ vinden is tijdgebonden.
Ik kan me voorstellen dat de mens logger wordt omdat je bij geboorte volgens de tijdgeest bent ontworpen, terwijl de techniek bij leven steeds sneller verandert. Dat wordt een kloof. We zullen nog sneller ouderwets zijn: op je tiende ben je versie 2.0, terwijl editie 3.0 al in de maak is.

Eric Schliesser
Onderzoeksprofessor Gent
Vader worden is wonderbaarlijk. Je hoeft er bijna niks voor te doen (het is oneerlijk verdeeld) en toch verandert alles: gebroken nachten, nieuwe zorgen, nieuwe vaardigheden (met één hand een luier verschonen in een sneeuwstorm) en minder ruimte voor je partner. Het zou me niet verbazen als de meeste echtscheidingen in het eerste jaar van het eerste kind plaatsvinden. Tact en geduld zijn niet altijd makkelijk op te brengen bij slaapgebrek en stress. In mijn geval is er nu meer drive om de wereld wat beter achter te laten. Vader worden is, in de termen van de Amerikaanse filosoof L.A. Paul, een transformative experience.
Bovendien, er is gebrek aan goed vocabulaire om de gevoelens en ervaringen van het vaderschap precies te verwoorden (misschien ook van het moederschap). Het is nooit een aantrekkelijk onderwerp voor filosofen en kunstenaars geweest. Wat ik nu weet is dat ook een designerbaby een zorgenkind kan zijn, en dat men niet kan bevroeden hoe je tegen je baby aankijkt – en zij/hij tegen jou.

Ingrid Robeyns
Hoogleraar Utrecht
Dat mensen een kind wensen zonder nare ziektes of zware handicaps is volledig begrijpelijk. Maar de ontwikkeling richting designerbaby’s roept wel twee vragen op. De eerste vraag is wat de effecten zullen zijn op mensen die ervoor kiezen om een gehandicapt kind geboren te laten worden. Gehandicapte mensen en hun families verdienen méér maatschappelijke steun, niet minder; de vraag is of de ontwikkeling richting designerbaby’s die steun zal ondermijnen.
De tweede vraag is of we gegeven de kwetsbaarheid van mensen die al bestaan ook andere opties moeten overwegen. Moeten we koste wat kost een perfect leven nastreven, of is het beter om naar alternatieve invullingen van ouderschap en zingeving te zoeken? In Nederland zoeken vele kinderen een pleeggezin, elders in de wereld sterven elke dag meer dan 20.000 kinderen door armoede. Geld kan maar één keer uitgegeven worden, en dat betekent dat de mensheid moet nadenken over haar prioriteiten.