Home Stelling: Filosofen hebben het lichaam verwaarloosd

Stelling: Filosofen hebben het lichaam verwaarloosd

Door Simone van Saarloos, Eric Schliesser en Ingrid Robeyns op 05 januari 2016

01-2016 Filosofie magazine Lees het magazine

Ons panel, bestaande uit Simone van Saarloos, Eric Schliesser en Ingrid Robeyns, reageert iedere maand op een actuele stelling.
 

Simone van Saarloos

Schrijver, columnist

Een vriendin van mij heeft uren nodig om haar haren te kammen. Zij heet Emily, is Amerikaans, werkt als zangeres en als barista en studeerde filosofie. Ook is Emily zwart, of: Afro-Amerikaans.
Ik noem haar huidskleur als laatste, omdat het reducerend voelt om haar huidskleur voorop te zetten. Haar studiekeuze en werk zijn minder toevallig en lijken daarom belangrijker of eervoller. Toch is het negeren van haar huidskleur (of wiens huidskleur dan ook) ook oneerlijk: we leven in een wereld waarin mensen voortdurend worden ingedeeld en beoordeeld. Emily vertelde me dat het lang duurde voor ze haar haren accepteerde. Ze groeide op tussen witte kinderen, die haalden er vlug een borstel door. Ze werd ongeduldig van het uitklitten van haar eigen haar, vond het belachelijk om zoveel tijd aan haar uiterlijk kwijt te zijn. Nu ziet ze het als persoonlijke verzorging. Het hoort bij haar leven, evenals het lezen van boeken. Wie het lichaam onbelangrijk acht, heeft meestal een lichaam dat niet opvalt, omdat de wereld op zijn gemak is ingericht.
 

Eric Schliesser

Hoogleraar politieke theorie, Amsterdam
Aan het eind van de Symposion, na een nacht doorhalen met de populaire dichters Agathon en Aristofanes, gaat Socrates naar het Lyceum (een soort fitnessclub) om zijn dagelijkse bad te nemen. Het is geen toeval dat dit werk, dat de geschiedenis is ingegaan als de tekst die de filosofie neerzet als het verlangen naar het verhevene en spirituele, besluit met de verzorging van een specifiek lichaam. Ons lichaam is de noodzakelijke voorwaarde van ons (aardse) denken, en heeft regelmatige verzorging nodig. Wie oplet, merkt dat het lichaam Plato’s dialoog over de liefde stuurt. De raamvertelling wordt door de onbetrouwbaarheid van het geheugen – het symbool van de lichamelijkheid en tijdelijkheid van ons brein – gestructureerd, terwijl de hik van Aristofanes, die hem tijdelijk het spreken belemmert, ons erop wijst dat we afhankelijk zijn van ons lichaam, en het toeval. Als er filosofen zijn die het lichaam hebben verwaarloosd, dan hebben ze niet naar Socrates’ voorbeeld gehandeld.
 

Ingrid Robeyns

Hoogleraar ethiek, Utrecht

De filosofie is als een kasteel met veel kamers en trappen, hallen en overlopen, stoffige achterkamertjes, berghokken en kolenkelders, serres en tuinen. Met andere woorden: in de filosofie kan over alles nagedacht worden, op verschillende stijlen, op verschillende niveaus van toegankelijkheid, en met allerlei dwarsverbanden. Dat geldt ook voor ons denken over het lichaam. 
Maar toch kunnen we kritisch zijn. Over lust en begeerte is veel gedacht en geschreven, maar in heel wat andere discussies hebben filosofen veel minder nagedacht over het belang van het lichaam.
In de filosofie zijn in veel discussies sterk vereenvoudigde aannames over het lichaam gehanteerd. Ook worden mensen die sterker met hun lichaam geconfronteerd worden dan anderen – zoals gehandicapten of zwangere vrouwen – vaak als ‘uitzonderingen’ gezien in ons filosofisch denken. Wat de filosofie nodig heeft, is de menselijke diversiteit centraal stellen. En dat begint met de diversiteit van onze lichamen. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.