De wereld is lelijk geworden, vindt de conservatieve denker Roger Scruton. Het ontbreekt de moderne mens aan zin, aldus de Canadees Charles Taylor. Beiden constateren leegte en vervlakking in deze wereld, maar ook de blijvende behoefte aan schoonheid en spiritualiteit. Scruton laat zich inspireren door Botticelli en het Engelse platteland, Taylor put uit religieuze bronnen. Maarten Doorman, Frans Jacobs, Stine Jensen en Niels van Poecke vertellen over de schoonheid van een door henzelf gekozen werk.
Lees de complete interviews in de nieuwste Flosofie Magazine (nu in de winkel).
Lees hieronder het interview met Stine Jensen over de schoonheid van Tijd genoeg van Ernst Jansz.
Stine Jensen: ‘”Want wat ook een ander zegt, er is tijd genoeg voor jou, voor mij, voor iedereen”, zingt Ernst Jansz. Waarom ontroert het mij zo om die rustige, oudere Ernst Jansz dat liedje te horen en te zien zingen? Ooit in 1982, toen hij nog een stuk jonger was, zong hij het als lid van de popgroep Doe Maar voor een menigte van gillende fans. Ik heb zelf het succes van Doe Maar meegemaakt. Als kind was ik ook fan. Het lijkt alsof hij zijn tekst tegen een meisje zingt, zijn liefje. Hij stelt haar gerust. We hebben nog een eeuwigheid voor ons en we blijven altijd bij elkaar, zo sust hij. Wie ouder wordt weet dat het niet waar is: de tijd vliegt en mensen blijven niet bij elkaar. Doe Maar bleef zelfs niet bij elkaar. Nu zingt hij het in z’n eentje. Geen gillende fans meer, alleen een oudere Ernst Jansz met z’n gitaartje in de lobby van een hotel. De tekst krijgt daardoor een andere lading. Je voelt juist de tijd die voorbij raast. Geen tijd genoeg dus, maar eerder tijd tekort. Je wordt met je neus op je sterfelijkheid gedrukt. Dat is misschien droevig, maar het filmpje wordt nooit echt zwaarmoedig. Ernst Jansz houdt het namelijk licht. Door zijn rustige maar oprechte manier van zingen, lijkt hij berusting te hebben met de eindigheid van het bestaan. Die berusting is denk ik wat me ontroert. Daarin steekt iets zachts wat tegen kinderlijkheid aan schurkt. Misschien is hij helemaal niet oprecht. Maar zodra je je dat gaat afvragen, is de ontroering al voorbij.’
Stine Jensen is universitair docent literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en literatuurcriticus voor NRC Handelsblad.
(Frank Meester)