Salomé, dochter van de tweede vrouw van koning Herodes, danste zo mooi voor haar stiefvader dat ze een wens mocht doen. Wat ze ook wenste, hij zou het haar geven. Salomé overlegde met haar moeder. Die voelde nog steeds wrok tegen Johannes de Doper, omdat hij haar huwelijk met Herodes had veroordeeld. Ze stelde voor dat Salomé om Johannes’ hoofd zou vragen. Herodes kon hier na zijn belofte alleen maar in toestemmen. Tijdens een druk banket laat Salomé vervolgens het afgehakte hoofd van Johannes aan Herodes voorschotelen.
In de Bijbel wordt dit verhaal bijna tussen neus en lippen verteld. Iemand als Drs. P. maakt het opdienen van het hoofd – ‘met een garnering van olijven, sla en een schijfje ananas/een takje peterselie en een snufje sassafras’ – vooral iets om over te gniffelen. Filosoof Carolyn Korsmeyer, verbonden aan de Universiteit van Buffalo in de Verenigde Staten, wordt getroffen door hoe luguber Peter Paul Rubens het verhaal weergeeft.
Steekt de vrouw van Herodes nu een vork in de tong van het afgehakte hoofd?
‘Jazeker. Het schilderij is dusdanig groot dat als je het in het museum bekijkt, Johannes’ afgehakte hoofd ongeveer op ooghoogte zit. De huid van Johannes is groenig grijs, zijn dode tong steekt tussen zijn lippen uit. En om de gruwelijkheid te benadrukken prikt Herodias, Salomés moeder en de nieuwe vrouw van Herodes, er een vork in. De gedachte er een hap van te nemen is volkomen misselijkmakend – het beeld grijpt je bij de keel –, maar blijft niettemin fascineren. Ik ben bijzonder geïnteresseerd in kunstwerken die walging op een betekenisvolle manier oproepen en gebruiken. Dit werk is daar een briljant voorbeeld van.’
Wat is er interessant aan walging in kunst?
‘Walging is een van de emoties die van nature “onplezierig’ zijn en die we trachten te vermijden. Hun aanwezigheid geeft kunstwerken de mogelijkheid om hun effect te versterken en hun betekenis op een lichamelijke manier te laten doorwerken. Je reageert niet alleen mentaal, maar ook fysiek op een kunstwerk. Het is niet prettig om ergens van te walgen, maar als je geconfronteerd wordt met een verminkt lichaam, dan helpt die lichamelijke reactie om de gruwel van een gewelddadige dood, van haat, van wraak in te zien. In die zin is walging voelen onmisbaar om dit schilderij goed te begrijpen.
De ervaring van walging wordt hier trouwens niet alleen opgeroepen bij de kijker, maar ook afgebeeld in de figuur van Herodes. Herodes deinst terug als hij de uitkomst van zijn belofte ziet. Hij is niet alleen fysiek gechoqueerd bij de aanblik van een afgehakt hoofd – een afgrijselijk voorwerp voor iedereen –, maar ook omdat hij persoonlijk deelt in de verantwoordelijkheid voor Johannes’ executie. Hij krijgt uitgeserveerd waar zijn onverstandige belofte toe heeft geleid.
Dit staat in schril contrast met Salomé en Herodias. Salomés dans, waarmee ze Herodes zijn gewraakte belofte ontlokte, is in veel versies van het verhaal vooral erotisch van aard. En Herodias, de manipulator in het gezelschap, lacht spottend naar Herodes en biedt hem een stukje tong aan. Het schilderij is hiermee onderdeel van de traditie waarin vrouwen worden afgebeeld als gevaarlijk en hun seksualiteit als een kwaadaardige verleiding. Maar hoewel het goed is om kritische vragen te stellen over deze negatieve verbeelding van vrouwen, draagt die traditie tegelijkertijd bij aan de betekenis van het schilderij. Het zou onmogelijk zijn het schilderij “op te schonen”, de stereotypen eruit te halen, maar de zeggingskracht te behouden.’
Is walging proberen op te roepen niet goedkoop effectbejag – een middel waar- mee een kunstenaar makkelijk kan scoren?
‘Soms is dat inderdaad zo, maar daar hou ik me dan ook niet mee bezig. Walging kan veel doelen dienen en gecombineerd worden met andere emoties. Veel vormen van komedie – denk aan poep-en-pieshumor – zijn gebaseerd op walging, maar kunnen ook heel grappig zijn. Walging speelt ook een rol in het horrorgenre, waar het helpt angst op te wekken in het publiek. Horrorfans kunnen genieten van een exploderend hoofd. Misschien is dit een een- voudige en gezonde manier om je emotionele landschap te ontdekken; ik heb m’n twijfels.
Ik richt mij op de subtiele en lastig te verwerven inzichten die walging kan losmaken. Het is een emotie die ons in het bijzonder onze kwetsbaarheden doet beseffen – hoe we verwond kunnen raken, het langzame verval door ziekte, de onvermijdelijkheid van de dood. In die rol kan het aan een kunstwerk existentiële diepte verschaffen.’