Kinderen krijgen vergroot je ecologische voetafdruk enorm. Hebben wij dan een morele verplichting om ons niet voort te planten? Nee, betoogt Tim Meijers. Maar we moeten de ethiek van de voortplanting wel serieus nemen.
Stel dat je ervan overtuigd bent dat je een morele verplichting hebt om duurzamer te leven. Moet je dan ook minder – of misschien wel geen – kinderen krijgen? Het doel van dit essay is niet om te betogen dat men minder kinderen moet krijgen, maar geeft wel een kritische bespreking van een aantal argumenten tegen zo’n verplichting.
Hoe toekomstige generaties leven, hangt in grote mate af van beslissingen die huidige generaties nemen. Begrenzen we de CO2-uitstoot voldoende? Houden we klimaatverandering binnen de perken? Stoppen we de uitputting van natuurlijke hulpbronnen? Investeren we in duurzame technologie? Als we doen alsof er niets aan de hand is, is het waarschijnlijk dat toekomstige generaties slechter af zijn dan wij. Ze krijgen te maken met extremer weer, een hogere zeespiegel, een verarmde biodiversiteit en tekorten aan natuurlijke hulpbronnen. Wat moeten we hieraan doen? Om deze vraag te beantwoorden moeten we drie deelvragen stellen.
De eerste vraag is of we überhaupt iets moeten doen voor toekomstige generaties. Is het erg als toekomstige generaties door ons toedoen (en door toedoen van generaties voor ons) slechter af zijn dan wij? De meeste mensen staan niet onverschillig tegenover het welzijn van toekomstige mensen. Een belangrijke reden hiervoor is dat men het – wat mij betreft terecht – oneerlijk vindt als toekomstige generaties onder slechte omstandigheden leven terwijl we dit hadden kunnen voorkomen. Deze morele overtuiging is sterker als het generaties betreft die direct na de onze komen: onze kinderen en kleinkinderen. Maar ook ten opzichte van generaties verder in de toekomst lijkt het verkeerd om onze planeet in sterk verarmde vorm achter te laten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees