Mijn mooiste jeugdherinneringen zijn verbonden met het strand van Ouddorp op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee. Denkend aan Goeree, het westelijke deel van het eiland, voel ik het zand weer tussen mijn tenen, de kou van de zee en de opwinding van het stiekem een bunker in gaan. ’s Nachts telde ik de stralen van de vuurtoren die over de lakens streken.
De onschuld van die tijd werd wreed verstoord toen ik erachter kwam dat het belangrijkste West-Afrikaanse slaveneiland Île de Gorée vernoemd is naar Goeree. Tussen de vijftiende en negentiende eeuw werden hier voor de kust van Senegal miljoenen slaven gekocht en verkocht. Ook vanuit Goedereede, een havenstadje vlak bij het strand van Ouddorp, vertrokken schepen naar West-Afrika om slaven te kopen, ze naar Zuid- en Midden-Amerika te transporteren en met suiker terug te keren. Île de Gorée staat sinds 1978 op de Unesco-werelderfgoedlijst, omdat het een ‘uitzonderlijke getuigenis is van een van de grootste tragedies in de geschiedenis van menselijke samenlevingen’.
Waarom is de connectie tussen Goeree en de slavenhandel niet eerder tot me doorgedrongen? Is dat reden om me schuldig te voelen? Valt die onwetendheid mijn familie, die generaties lang op het eiland woonde, te verwijten? Hoe kan het dat het koloniale verleden zo weinig sporen heeft achtergelaten in het collectieve geheugen van de eilandbewoners en -bezoekers?
In haar geruchtmakende boek White Innocence. Paradoxes of colonialism and Race (2016) stelt emeritus hoogleraar Gloria Wekker (Universiteit Utrecht) dat de vierhonderd jaar durende Nederlandse koloniale geschiedenis ook nu nog invloed heeft op hoe Nederlanders zichzelf zien. Onze subjectiviteit wordt, om het filosofisch te zeggen, gevormd door de taal, cultuur, kennis en gevoelens die we in onze jeugd meekrijgen. Het beeld dat Nederlanders van zichzelf hebben (tot midden twintigste eeuw een wit, christelijk persoon) beïnvloedt hoe zij zichzelf en mensen met een andere cultuur of huidskleur zien.
Mijn directe voorouders hebben misschien niets geweten van de slavenhandel. De slaven werden niet mee naar het eiland genomen, en door het dichtslibben van de haven verdween in de loop van de tijd de scheepvaart uit Goedereede. Maar wat voor mijn voorouders gold, geldt niet voor mij. Ik ben niet onwetend meer. Hoe kleurt dit verleden van Goeree mijn subjectiviteit? Het antwoord daarop weet ik nog niet. Maar de onschuld van het strand van Ouddorp is voor mij voorgoed voorbij.