Home Liefde is een opdracht
Liefde

Liefde is een opdracht

Door Jan Drost op 25 april 2013

Liefde is een opdracht
Cover van 05 -2013
05 -2013 Filosofie magazine Lees het magazine

Wie liefheeft moet aan de bak – dat is volgens Jan Drost de boodschap van de roman Oblomov. ‘Liefde is niet jezelf kunnen zijn. Liefde is jezelf verbeteren.’

Altijd gedacht dat Oblomov, de beroemde negentiende-eeuwse roman van Gontsjarov, over luiheid ging. Dat het een boek was over een indolente vent die geen fluit uitvoert en dat er helemaal niets in gebeurt, en dat zo’n achthonderd pagina’s lang. Inmiddels heb ik het uit. En ik moet zeggen: het beeld is niet helemaal juist. Meer dan een boek over onverbeterlijke luiheid is Oblomov een boek over de liefde. Dat moest ik al lezende tot mijn verrassing concluderen: Oblomov is een liefdesroman. En wat voor een. Een van de mooiste die ik ooit heb gelezen. Een tip voor de bibliotheek: plaats Oblomov onder het trefwoord ‘liefde’, en daarna pas onder ‘luiheid’, dan zal het zijn lezers beter vinden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Liefde is een opdracht, zo lijkt de boodschap van de roman te luiden. Wie liefheeft, moet aan de bak. Romantisch wegdromen moeten we vergeten, luie liefde bestaat niet. Liefde is zelfs niet jezelf kunnen zijn. Liefde is jezelf verbeteren.

Niet dat dit de luie Oblomov gegeven is. Hij ontvlamt in liefde voor de jonge Olga, maar ze redden het niet. Oblomov is niet in staat zijn leven, hun leven, op gang te brengen. Hij is van alles van plan, hij gloeit van de goede voornemens, maar hij doet niets, hij maakt er niets van. Olga heeft lang geduld met hem, maar haar geduld is eindig. Ze maakt hem duidelijk dat ze niets heeft aan een man die de barrière tussen droom en daad niet slecht. Een dromer kan heel romantisch lijken, maar uiteindelijk laat hij je met lege handen staan. Het doet pijn om te lezen hoe Oblomov de liefde van zijn leven tussen zijn vingers door ziet glippen en het laat gebeuren. Dat nooit, denk je als lezer, en je krijgt enorme zin om je eigen liefdeshanden uit de mouwen te steken. Het pijnlijkste is wel dat Oblomov zijn dadeloosheid nooit helemaal leert accepteren. Hij blijft worstelen met zijn onvermogen – want wanneer weet je echt dat het onvermogen is en je niet gewoon te belazerd bent? Hij houdt het er moeilijk mee, hij blijft lijden onder zijn lijdzaamheid en vindt geen rust in zijn berusting.

Beste vriend
Olga trouwt met een ander. Met Stolz, een man die wel van aanpakken weet. Stolz is te zien als een tegenhanger van Oblomov. Hij is ook zijn beste vriend. En Oblomov heeft vrede met het huwelijk van Olga en zijn beste vriend. Hij moet wel. Want hij, Oblomov, is niet anders.

Olga en Stolz gaan ervoor. Ze zetten hun schouders eronder en zetten hoog in. Dat is bewonderenswaardig, maar het heeft een prijs. Op een gegeven moment dringt dit tot Stolz door. ‘Intussen kostte het hem gedurende vele jaren, ja, bijna zijn leven lang, de grootste inspanning zijn mannelijke waardigheid hoog te houden in de ogen van Olga, die zo trots was en zo veeleisend voor zichzelf, maar hij bleef volhouden, niet uit een gevoel van banale rivaliteit, maar omdat hij hun kristalheldere leven niet vertroebeld wilde zien, en dat zou zeker gebeurd zijn als haar geloof in hem ook maar enigszins zou zijn geschokt.’

Olga gelooft in Stolz en daarom heeft ze hem lief. ‘Zou ze niet langer in hem geloven’, zo staat er, ‘dan zou er ook een eind aan haar liefde komen, zoals eens met haar liefde voor Oblomov was gebeurd.’

De liefde die Olga aan Stolz schenkt is niet vrijblijvend, maar houdt tevens een opdracht in: wees wie ik denk dat jij bent. Kennelijk is het haar niet genoeg dat Stolz is wie hij is. Dus is het zaak voor Stolz te worden wie Olga denkt – eist – dat hij is. Tja, als de vrouw van wie je houdt er zo over denkt, dan moet je wel je best doen, als je haar tenminste niet kwijt wilt raken. En meer dan je best. Je moet beter worden dan je ooit was.

Maar: ‘Hoe vaster, hoe bewuster haar geloof in hem werd, des te zwaarder viel het hem zich op dat hoge niveau te handhaven, niet alleen als de held van haar verstand en haar hart, maar ook van haar verbeelding.’ En alsof de druk nog niet groot genoeg is, is er niet alleen de dreiging dat hij van zijn voetstuk valt en in haar achting daalt: het ‘instortende bouwwerk van haar geluk zou haar onder vallend puin bedolven hebben’.

Stolz is bereid die prijs, die hem heel wat gemoedsrust kost, te betalen. Wat Gontsjarov hier beschrijft, is een liefdesidee dat de passieve, fatalistische, romantische opvattingen overstijgt. Maar ook bijvoorbeeld het biologische perspectief, met zijn suggestie dat het tussen mensen niets anders en vooral niets meer is dan onpersoonlijke voortplantingsdrift, en dat hiermee vergeleken bijna lachwekkend aandoet. Van liefde kun je iets maken. En Olga en Stolz zijn voornemens er een parel van te maken.

Prestatiedruk
Zoals gezegd is Stolz een man die van aanpakken weet en Olga een vrouw die dat graag ziet in een man. Maar daarmee is niet alles gezegd. Want zonder meer beweren dat liefde een kwestie van hard werken is en dat het allemaal niet vanzelf gaat, lijkt haar aan de wetten van de markt te onderwerpen: als ik mij niet drie keer in de rondte bemin, vlieg ik eruit, voor mij tien anderen. Was liefde alleen maar een werkwoord, dan zou de prestatiedruk ondraaglijk zijn en zou er geen vakantie zijn voor hen die hun liefde wensen te behouden. Dan zouden we moeten vrezen voor een uitputtende amoureuze concurrentieslag, voor zwaar overwerkte geliefden, stressseks en in burn-out eindigende liefdesvlammen. Dat zou pas een crisis zijn.

Maar een liefdesrelatie als een neoliberaal BV’tje is volgens mij niet wat er bedoeld wordt. Gontsjarov schrijft dat Olga, mocht Stolz haar teleurstellen, en mocht zij dat overleven, zeker verder zou zoeken. Maar meteen herstelt hij zich: nee, vrouwen als Olga vergissen zich niet tweemaal. ‘Als een dergelijk geloof wankelt, als zo’n liefde sterft, is een wedergeboorte niet mogelijk.’

Het lijkt alsof de schrijver even twijfelt, maar dan tot de conclusie komt dat liefde zo niet kan zijn. Het is inderdaad een risico dat een dergelijke liefde overspannen wordt. Maar dat Olga hoge eisen stelt aan Stolz, is niet omdat hij een van de vele kandidaten voor dezelfde functie is, maar omdat hij Stolz is. Olga wil niet een man die, ze wil Stolz die. Omdat zij iets in hem ziet wat zij niet in wie dan ook ziet. Wat zij in Stolz ziet, kan alleen hij worden. In zijn schoenen, die weliswaar hoog moeten springen, kan alleen hij staan.

Dat is het verschil tussen liefde als opdracht en liefde als business. Op de markt geldt de wet van het anonieme individu: voor jou tien anderen. Maar als een liefde faalt, dan faalt zij met die ene persoon en ligt er iets unieks in stukken. Daarom is de druk hoog, maar geeft het ook vertrouwen.

De liefde kan geen ratrace met inwisselbare spelers zijn. Liefhebben doe je niet met je ellebogen, maar met je hart en verstand en verbeelding. Net als Stolz (en Olga) moeten ook wij erop kunnen vertrouwen dat het de ander om ons te doen is. Er wordt veel van ons verwacht, maar het wordt wel van óns verwacht. Dat houdt dan misschien niet in dat wij op onze lauweren kunnen rusten, maar wel dat we er met een geruster hart van uitmogen gaan dat geen willekeurige ander zomaar onze plek zal innemen.

Tekortkomingen
Juist omdat het in de liefde om die ene gaat, die we niet zomaar inruilen voor een ander, hebben we geen andere keuze dan ruimte te maken voor elkaars tekortkomingen, voor ongeluk en falen, en waardering op te brengen voor hoever we al gekomen zijn. Een gelukkige liefde, kortom, is een liefde waar een mensenleven in past. En dat is moeilijk genoeg. Waar het bovenal om gaat, is dat geliefden een gedeelde visie hebben op wat een liefdesrelatie is en er samen naar streven naar deze visie te leven en zo hun liefde te verwerkelijken.

Tijdens het lezen van Oblomov moest ik denken aan de film As Good as It Gets (1997). In Het romantisch misverstand schreef ik naar aanleiding van deze film dat wat mensen in elkaar zien niet zonder verbeelding is, en hoe we door middel van betere beelden het betere in elkaar naar boven kunnen helpen halen. Juist vanwege die bijzondere kwaliteit van de liefdevolle blik is de liefdesverklaring in As Good as It Gets zo goed gevonden. Je zou willen dat je hem zelf bedacht had. De cynische Melvin (Jack Nicholson) ontmoet Carol (Helen Hunt). Hun kennismaking verloopt met horten en stoten, voornamelijk door toedoen van Melvin. Carol krijgt er genoeg van en tijdens wat hun laatste etentje dreigt te worden, vraagt zij Melvin naar de zin van hun samenzijn. De vraag is een ultimatum, en Melvins antwoord komt net op tijd: ‘You make me wanna be a better man.

Het is dezelfde uitwerking die Olga’s liefde heeft op Stolz. Dat is een andere dan we misschien gewend zijn. Vraag je mensen waar het in de liefde om draait, dan krijg je vaak als antwoord: dat je elkaar neemt zoals je bent. Maar zowel in Oblomov als in As Good as It Gets wordt die voorwaarde – ‘Je moet me nemen zoals ik ben’ – tegengesproken, of op z’n minst aangevuld. Liefde gaat hier niet over dezelfde blijven. Een relatie is niet meer van hetzelfde. Het gaat er juist om dat je een verschil maakt in elkaars leven. En als dat zo is, als dat mogelijk is, laat dat verschil dan tenminste een verbetering zijn. ‘Zij maakt het verschil,’ zingen de Poema’s. Stolz en Melvin zouden zeggen: zij maakt dat ik het verschil wil maken.

Liefde als opdracht, als een werkelijkheid en een ideaal. Geliefden die zowel werkelijkheidszin als mogelijkheidszin in elkaar hebben. Dat betekent dat we niet het onmogelijke moeten verwachten en onze ogen niet moeten sluiten voor wie we zijn en misschien zullen blijven. De dromerige dadeloosheid van Oblomov is waarschijnlijk in meer of mindere mate herkenbaar voor iedereen. Wie heeft er nooit iets of iemand tussen zijn vingers door zien glippen zonder precies te weten waarom hij er eigenlijk niet echt iets tegen deed? De roman Oblomov zou daarom een deprimerende leeservaring kunnen zijn. Maar dat hoeft het niet te zijn. Want wij zijn Oblomov niet. Het is niet gezegd dat wij even weinig speelruimte hebben als hij. Zolang wij leven, is er iets mogelijk. Dat ons hetzelfde lot beschoren is als Oblomov staat dus nog niet vast.