Filosofie is ook makkelijker als je leest. Goed leest. Filosofische bronteksten zijn niet altijd even makkelijk te begrijpen. Daarom helpen we je in een close reading op weg met extra context en commentaar bij deze tekst van John Dewey over opvoeding.
De term opvoeding wordt zoals u weet naar de etymologie weleens gedefinieerd als een ‘uittrekken’*1. Ik denk dat het nu vaak begrepen wordt als een ‘voortgaan’. Hoe dan ook, als we een moment nadenken dan zien we dat een kind niet zoveel leert doordat anderen het ‘uittrekken’, maar door de overvloed van zijn eigen activiteiten*2. Het kind leert, niet omdat zijn geest een onbeschreven blad*3 is, waarmee hij vaak wordt vergeleken, of een wastablet waarop de natuurlijke wereld indrukken achterlaat. Wie zulke dingen beweert heeft nog nooit goed naar baby’s gekeken. In plaats van passief en afwachtend zijn kinderen vaak zo actief en vloeien ze zo over van allerlei energie, dat veel van de problemen die ouders met hen hebben niet gaan over het ‘uittrekken’ van hun activiteiten maar om sommige ‘erin’ te houden. Ze zijn zo actief dat we hun rusteloosheid*4 vaak benoemen als wangedrag of brutaliteit. (…)
Deze vormen van ‘honger’, deze voorkeuren in het kind, noemen we instincten, (…) omdat het kind niet weet wat hij ermee aan moet; hij wil bijvoorbeeld zijn ogen gebruiken maar hij weet niet waartoe. Hij weet niet waar het toe leidt als hij ze gebruikt. Deze impulsen zorgen ervoor dat het kind onderzoekt en experimenteert. (…)
De activiteit van het kind toont zich voor een belangrijk deel in lichamelijke vorm en deze is motorisch. Fysieke activiteit is een zeer belangrijk en onmisbaar kenmerk van het geestelijk leven. Zij is niet, zoals vaak wordt gedacht, een soort begeleiding, irrelevant voor geestelijke activiteit; het is een wezenlijk aspect van het leren. (…)
De geest is nooit inactief of passief in aanwezigheid van een gewaarwording. Het bewonderende oog, het gebogen hoofd, de aaiende hand, zijn allemaal tekenen van de alertheid van de geest*5; alle lichamelijke activiteiten laten zien dat de geest al actief is en eropuit gaat om ideeën te vangen.
We weten uit de structuur van de hersenen dat de gewaarwordingsorganen nauw verbonden zijn met die van de beweging. Dit laat zien dat er geen enkele gewaarwording is die er niet toe neigt zichzelf in beweging uit te drukken.
Bewerkt fragment uit ‘Hoe de geest leert’, de eerste in een reeks lezingen die John Dewey in 1901 hield voor de Brigham Young Academy in Utah. Vertaald door Joop Berding.
John Dewey over opvoeding, onderwijs en burgerschap
Joop Berding
SWP
239 blz.
€ 31,-

