Kun je denken dat je denkt zonder dat je denkt? Filosofie is moeilijker als je denkt in paradoxen.
René Descartes (1596-1650) onderscheidt materie en geest. Dit dualisme was een aantrekkelijk idee, maar het probleem was natuurlijk wat deze twee met elkaar te maken hebben. Hoe kan de niet-stoffelijke geest invloed hebben op het stoffelijke lichaam? Tegenwoordig weten we wel beter dankzij de neurologie en breinwetenschap: alles wat bestaat is materie en er is niets anders dan materie. Wetenschap en filosofie moet zich dus richten op materie als ze de werkelijkheid wil doorgronden.
Is de hele wetenschap alleen maar bezig met materie? Nee, er is een fundamenteel vakgebied dat toch alleen lijkt te gaan over dingen die niet materieel zijn: de wiskunde. Wiskundige objecten, zoals getallen, kun je niet zien of horen, laat staan proeven, ruiken of aanraken. Ze zijn niet op een bepaalde plaats en bestaan onafhankelijk van tijd. Hoe kan het dan toch zo zijn dat we heel veel weten van getallen? Hoe weten we dat één plus één samen twee is als getallen zo ongrijpbaar zijn? En bijna alle wetenschap gebruikt wiskunde. Ligt er dan toch een immaterieel fundament aan de werkelijkheid ten grondslag?
Bestaat een gat uit materie?
Je zou kunnen zeggen dat wiskunde vooral abstract is. Het is ontsproten aan de menselijke geest. We weten precies hoe het zit met getallen, omdat we ze zelf verzonnen hebben. Toch zijn er ook niet-materiĂ«le dingen te vinden in de wereld. Denk bijvoorbeeld aan de evenaar. Ook al is het precies vastgelegd waar die is, dan nog moet je niet verwachten dat je de evenaar waarneemt als je er bent. In een boot op de oceaan die over de evenaar vaart merk je verder helemaal niets. Er is op zee geen streep te zien. Maar denk ook eens aan je fietssleutel. Daar zit een gat in zodat je die aan je sleutelhanger kunt vastmaken. Je ziet het gat, maar dat gat bestaat niet uit materie. In een vacuĂ¼m zou het gat echt helemaal leeg zijn en geen materie bevatten. Toch blijft het gat hetzelfde gat wat je nu ziet. Gaten kunnen heel belangrijk zijn en invloed hebben op materie, zoals bijvoorbeeld de gaten in een blokfluit. Zonder die gaten zou het een nĂ³g saaier instrument zijn.
We zijn nog lang niet klaar met het denken over het materiële en het immateriële, en hoe ze zich tot elkaar verhouden. En ook blijft het de vraag hoe we iets kunnen weten over immateriële dingen als we ze niet kunnen waarnemen. Het is lastige materie.

