Home Laat u zich graag aanraken?

Laat u zich graag aanraken?

Door Wilhelm Schmid op 26 maart 2013

08-2004 Filosofie magazine Lees het magazine

Geen autoriteit, geen dominee of politieke partij zal ons nog vertellen hoe we moeten leven; de moderne mens moet zichzelf zien te redden. De Berlijnse denker Wilhelm Schmid bespreekt deze condition humaine. Aflevering 12: de aanraking.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een gebrek aan lichamelijk contact kan dodelijk zijn voor kinderen. Een pleidooi voor de kunst van de aanraking, ook voor volwassenen.

Een Chileense studente in Berlijn mist in de Europese cultuur vooral dit: menselijke warmte. En hoe uit die zich? ‘In Chili pakken we elkaar de hele tijd beet.’ Inderdaad, Noord-Europa is geen aanrakingscultuur, heel anders dan de zuidelijke culturen. Klagen de mensen in het noorden niet zelf over toenemende menselijke kilheid? En zou het mogelijk zijn om elkaar meer beet te pakken? Vermoedelijk niet een twee drie. Weliswaar bestaat er aan de ene kant een duidelijk verlangen naar aanraking, maar dat wordt anderzijds gedwarsboomd door een even duidelijke schroom, door allerhande ‘aanrakingsangsten’. Hoe staat het met u: laat u zich graag aanraken? En raakt u zelf anderen aan (zij het ook niet iedereen), of liever niet?

Tot de lichaamscultuur in het kader van een levenskunst behoort een kunst van de aanraking. Zij vormt een element van de gezondheid en het welbevinden, dat te danken is aan een van de vijf zintuigen, namelijk die welke door de huid gaat. Dit zintuig is al vanaf de geboorte van belang: in Amerikaanse ‘vondelingenhuizen’ kwam men er aan het begin van de twintigste eeuw op een gruwelijke manier achter dat een gebrek aan aanraking, dat men om hygiënische redenen (en vermoedelijk ook vanwege de toenmalige afstandelijkheid tegenover het lichaam) nodig achtte, voor kinderen onder de één dodelijk kan zijn. Want aanraking draagt, zoals in de tussentijd is ontdekt, via complexe causale ketens in belangrijke mate bij aan de opbouw van het immuunsysteem. Het is voorstelbaar dat op die manier menige ziekte, in het bijzonder van de huid, het gevolg is van een gebrek aan aanraking. En er bestaan vermoedelijk ook fysiologische redenen voor de magie van de aanraking, die in de cultuurgeschiedenis welbekend is; vandaar de verhalen over de helende werking van de hand, van handoplegging. Uit gelukkige of pijnlijke ervaring kennen mensen de geruststellende uitwerking van een strelende of alleen maar rustende hand, zoals die aan kinderen of zieke mensen geboden of onthouden wordt. Ook stervenden hebben vaak geen grotere behoefte dan een hand die hun hand vasthoudt en hun het zweet van het voorhoofd wist.

Vanaf het begin tot het eind van het leven treedt de betekenis van de aanraking duidelijk naar voren: ieder mens weet uit eigen ervaring dat aanraking als het ware kan ‘elektriseren’, zowel fysiek als psychisch – een voorbeeld dat een puur fysiek proces significante psychische effecten kan sorteren. Om die reden is aanraking niet in de laatste plaats een techniek van de erotiek, misschien de enige waarbij het nooit teveel schijnt te zijn, maar altijd te weinig, een honger naar aanraking. Sinds de beschreven ervaringen in vondelingenhuizen wordt die honger marasme genoemd, een Grieks woord voor ‘verteerd worden’, een bekend ziektebeeld voor de gevolgen van ondervoeding bij kinderen, hier betrokken op het verteerd worden door de honger naar aanraking. Deze honger kan niet zelden de eigenlijke aanleiding zijn tot de zogenaamde ‘seks’: honger naar een omarming, die ongelukkigerwijs niet gestild kan worden door pure ‘seks’ die, zoals de naam al zegt, op het geslacht gefixeerd blijft.

Mogelijk is de betekenis van de aanraking zowel antropologisch, het zijn van de mens in het algemeen omvattend, in elk tijdperk en in iedere cultuur, alsook existentieel, wat wil zeggen: het bestaan van de desbetreffende mens staat daarbij op het spel. We kunnen deze fundamentele betekenis zo tot uitdrukking brengen: ik word aangeraakt, dus ik ben – naar analogie van het ‘ik denk, dus ik ben’ van Descartes, die daarmee in de zeventiende eeuw de grondslag heeft gelegd van het moderne cognitivisme en, moet je zeggen, van een filosofische vijandelijkheid jegens het lichaam. Als de betekenis van de aanraking zo fundamenteel is, dan geldt ook de omgekeerde conclusie dat wie niet wordt aangeraakt, niet goed weet wie hij is, zodat hij tot in de kern onzeker wordt over zichzelf. In tegenstelling tot het cogito, waarbij alleen sprake is van het zelf dat denkt, speelt bij het aangeraakt-worden van meet af aan de ander, die voor het bestaan van het zelf van doorslaggevende betekenis is, een rol. Aanraken en aangeraakt worden, dat is de Michelangelo-situatie, de situatie zoals Michelangelo haar in de zestiende eeuw in de Sixtijnse kapel in Rome zo betoverend heeft geschilderd: met zijn uitgestrekte vinger raakt God de eerste mens, Adam aan, en wekt hem met zijn aanraking tot leven. Het is een ervaring die diep in het bestaan van elk afzonderlijk mens is verankerd: als ik word aangeraakt, leef ik en voel ik dat ik leef. Degenen die het leven niet voelen, zijn degenen die door niets en niemand meer worden aangeraakt.

Masseren

Hoe zou een opleiding in aanraking eruit kunnen zien? Door alle aspecten ervan theoretisch voor de geest te halen, om vervolgens afzonderlijke technieken in de praktijk te oefenen. Daarbij kunnen een reeks van afzonderlijke kunsten en kunstgrepen ontvouwd worden, om te beginnen bij het prille leven: door het dragen van de baby op het lichaam van moeder en vader, door dit kleine lichaam vaak te strelen en te masseren, waarbij afgezien van de genoemde lichamelijke betekenis ook een nauwe psychische band ontstaat. Kinderen en opgroeienden in je armen nemen en strelen, dat is door de jaren heen wat troost biedt en heilzaam is. Pas in de puberteit gaat het aanrakingsspel van de ouders over op vrienden en geliefden, maar juist dan speelt diegene het spel het best die al als kind de kunst van de aanraking heeft ervaren en de finesses ervan, bijvoorbeeld de ‘erogene zones’ en de mogelijke prikkeling daarvan, heeft leren kennen. Ook de toenadering tussen twee mensen gebeurt door aanraking, als de ander in kwestie de aanraking toelaat en dus aanneemt, deze zo mogelijk van zijn kant beantwoordt.

Het ene is de aanraking, de kunst haar goed uit te voeren. Het andere is het aangeraakt worden, je laten aanraken, aanraking te ervaren en dat op een kunstige manier te laten gebeuren. Aangeraakt worden we via de zintuigen, en dat niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch en geestelijk: geraakt door de aanblik van een gezicht, geraakt door het horen van een lied, geraakt door het tasten van een hand, geraakt door een aangename of onaangename geur die in de lucht hangt, geraakt door de smaak van een gerecht, geraakt bovenal door wat je kunt voelen, met een feeling die niet zo gemakkelijk valt te plaatsen als de vijf zintuigen, en waarvan het bestaan toch onbetwistbaar is. Ook dans is aanraking, bijvoorbeeld bij de dans die tango genoemd wordt, wat Latijn is voor: ‘ik raak aan, ik betast, ik pak vast’, en vermoedelijk stamt van het Griekse thingáno. De aanraking van de ander is daarbij tegelijkertijd een aanraking van jezelf, want het zelf wordt door de aanraking van de ander op zijn beurt zelf aangeraakt, zodat je kunt zeggen: Ik raak aan, dus ben ik. Het oude cartesiaanse cogito ergo sum zou dan beter kunnen luiden: tango ergo sum.

Maar bovenal is de lichamelijke toewijding kennelijk ook een toewijding aan de ziel, zodat met behulp van een lichaamscultuur die de kunst van de aanraking cultiveert ook een zielzorg mogelijk is. Voor de levenskunst heeft de zorg voor de ziel een bijzondere betekenis, als het waar is dat de ziel een sterke invloed uitoefent op de gesteldheid van het lichaam, zoals met het trefwoord ‘psychosomatiek’ wordt aangeduid. Maar de moeilijkheid in de omgang met de ziel bestaat er van oudsher in dit wazige complex hoe dan ook te pakken te krijgen om het te kunnen verzorgen: hoe zou dat mogelijk zijn, als kennelijk een hele eeuw van psycho-wetenschappen ons geen betrouwbaar uitsluitsel hebben kunnen geven over de psyche? Om aan die verlegenheid te ontkomen kent de levenskunst de optie de ziel via de omweg van het lichaam te verzorgen, dus voor de psyche de soma als uitgangspunt te kiezen: psychosomatiek in een andere zin, ook al gaat het ‘alleen’ om strelen, dat geheel aan de oppervlakte van de huid blijft en toch veel dieper gaat. Dus is er alle reden om bij de geestelijke bezigheid, die de filosofie bij uitstek is, de lichamelijke aanraking niet te veronachtzamen.

Wilhelm Schmid is filosoof. Hij woont in Berlijn. In Nederland is van hem verschenen Filosofie van de levenskunst. Inleiding in het mooie leven, uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam 2001. Homepage: www.lebenskunstphilosophie.de

Vertaald uit het Duits door Mark Wildschut