Bert van den Brink, hoogleraar politieke en sociale filosofie aan de Universiteit Utrecht: ‘Ja, uiteindelijk moeten we ze wel vertrouwen, omdat we nu eenmaal zijn uitgeleverd aan een democratisch systeem waarin politici ons vertegenwoordigen.’
‘Maar politici moeten wel ophouden de illusie te wekken dat ze er vooral zijn om de burger zijn zin te geven. De SP en de PVV, maar ook veel middenpartijen, geven zich in hun verkiezingsprogramma vaak over aan dat soort populisme. En burgers gaan daardoor denken dat er iets mis is als de politiek niet precies doet wat zij willen. De paradox van de democratie is dat het volk aan één kant de mogelijkheid krijgt om zichzelf te regeren; mensen kiezen zelf wie hen mag vertegenwoordigen in de politiek, maar aan de andere kant geven ze daarmee wel de macht uit handen. Het volk stemt ermee in dat de politiek de beslissingen neemt, en kan dingen die die de vertegenwoordigers zeggen niet direct controleren. De invloed van de burgers is veel minder direct dan wordt voorgesteld.
Als je bedenkt hoeveel gezichten onze samenleving kent, is het bijna idioot om te veronderstellen dat die allemaal gediend kunnen worden door één beleid. Het is voor de politiek onmogelijk om iedere burger te erkennen in diens pijn of frustratie. We zijn sinds het uiteenvallen van het zuilenstelsel veel meer onze eigen individuele weg gegaan dan daarvoor, en daardoor ook moeilijker kenbaar voor de politiek. Een politiek systeem moet natuurlijk wel ruimte creëren voor al die verschillende meningen, maar uiteindelijk nemen politici de beslissingen. Die worden niet uitsluitend genomen op basis van wat een meerderheid wil. Ze moeten vooral goed zijn voor de samenleving als geheel, en leunen op adviezen van experts, internationale verdragen of ambtenaren. Niet iedereen die deel uitmaakt van die samenleving hoeft het per se met die beslissingen eens te zijn. Den Haag heeft niet zoveel aan de mening van Henk en Ingrid.
Henk en Ingrid mogen zelfs wel een toontje lager zingen. De kloof tussen politiek en burgers moet in stand gehouden worden; dat is de enige manier waarop democratie kan werken. De eis om die te overbruggen werkt zelfs antidemocratisch. Een volk dat alles zelf voor het zeggen heeft, is niet per se tolerant voor individuen die een beetje buiten de groep vallen. Het is aan de politiek om ook die mensen te beschermen.’