Home ‘In de liefde besteden we steeds meer uit aan algoritmes’
Liefde

‘In de liefde besteden we steeds meer uit aan algoritmes’

Met een bluetooth-seksspeeltje kun je relaties onderhouden op afstand. En dating-apps maken de zoektocht naar een partner minder kwetsbaar. Toch kunnen we volgens antropoloog Roanne van Voorst de toekomst van de liefde niet zomaar aan de technologie overlaten.

Door Lotte Spreeuwenberg op 11 mei 2022

‘In de liefde besteden we steeds meer uit aan algoritmes’

Met een bluetooth-seksspeeltje kun je relaties onderhouden op afstand. En dating-apps maken de zoektocht naar een partner minder kwetsbaar. Toch kunnen we volgens antropoloog Roanne van Voorst de toekomst van de liefde niet zomaar aan de technologie overlaten.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De liefde is razendsnel aan het veranderen. Het wordt steeds normaler om een relatie met meer dan twee personen te hebben of een sekspop te bezitten. En nu we uit onderzoek steeds beter begrijpen welke biologische factoren de liefde beïnvloeden, worden er bijvoorbeeld ‘liefdespillen’ op de markt gebracht die een sterkere emotionele band met je partner beloven.

Waar komen deze veranderingen in de liefde vandaan? En wat betekenen ze voor de toekomst van ons mens-zijn? Antropoloog van de toekomst Roanne van Voorst zocht het uit in haar boek Met z’n zessen in bed.

In uw boek onderzoekt u verschillende nieuwe vormen die de liefde kan aannemen, zoals polyamorie. Waar komen die vormen vandaan?
‘De nieuwe polyamoureuze golf die we nu zien komt volgens mij voort uit de teleurstelling over monogame relaties. Van monogamie eindigt naar schatting minstens 30 procent in een scheiding, met vaak affaires of buitenechtelijke verliefdheden. Er waren eerder golven van consensuele non-monogamie, maar toen ging het vooral om vrije liefde en seks. De polyamoristische golf van nu is eerder een protest tegen de torenhoge verwachtingen over wat liefde “hoort” te zijn: exclusiviteit waarbij je nooit een ander aantrekkelijk mag vinden en nooit negatieve gevoelens mag hebben over je partner. Die verwachtingen zijn niet realistisch.

Polyamoristen willen zich niet hoeven schamen voor wat biologisch gezien heel normaal is: je kunt aantrekking en liefde voelen voor meerdere mensen tegelijk. Bovendien hoeft de verbinding met een nieuw persoon in je leven de verbinding met een eerder gevonden persoon niet te verstoren. Polyamoristen verzetten zich met die boodschap tegen het christelijke ideaal van monogamie, maar ook tegen het romantische comedy-ideaal van de eeuwig sprankelende, vanzelfsprekend verlopende exclusieve liefde.’

U beschrijft in uw boek ook verschillende toekomstscenario’s waarbij techniek een belangrijke rol speelt in onze relaties. Hoe verandert de techniek onze beleving van liefde?
‘Er komen bijvoorbeeld bluetooth-seksspeeltjes op de markt, waarmee een stel dat in verschillende landen woont toch samen seks kan hebben. Er bestaat een prototype van een zoenmachine die de lippen van je partner nabootst. Dat gebeurt ook al met geslachtsdelen, ook met die van bekende filmsterren, van wie je een afgietsel van hun penis kunt bestellen dankzij het bestaan van een mal van hun geslachtsdeel! Er worden steeds meer mensen via hun avatars, ofwel digitale figuren die symbool staan voor een persoon, verliefd in de metaverse – digitale werelden. Soms hebben ze als avatars duurzame relaties en daarnaast een duurzame relatie met een ander mens. Verder zijn er natuurlijk dating-apps of gezelschapsrobots met varianten in zowel bejaardentehuizen als bordelen.

Al die technologie verandert ons beeld van liefdesrelaties. Met die seksspeeltjes wordt het bijvoorbeeld gemakkelijker om een relatie te onderhouden met mensen die ver weg wonen. Althans, dat is de marketingbelofte. Ik denk dat er voor een goede relatie veel meer nodig is dan een seksspeeltje, bijvoorbeeld regelmatige intimiteit en veel gesprekken. Een leven met elkaar opbouwen, dat kan de technologie nog niet voor ons doen.

Onze relatievormen veranderen ook door de constante communicatie die we nu kunnen hebben met onze partners en vrienden. We appen, bellen, mailen en zien op sociale media wat de ander at als ontbijt. Dat haalt een deel van het mysterie weg. We zijn niet meer comfortabel met niet-weten, ook niet als het over onze liefdesrelaties gaat. Er is een verschuiving naar steeds méér willen weten, een verschuiving naar meer controle.’

U schrijft dat met het veranderen van de liefde ook onze ervaring van mens-zijn radicaal zou kunnen transformeren. Is dat een positieve transformatie? Of maakt u zich zorgen?
Anderzijds leidt de toename aan keuzemogelijkheden tot iets wat ik “gepersonaliseerde intimiteit” noem. Bij een gezelschapsrobot bepaal jijzelf hoe die eruit moet zien, welke zinnetjes die moet uitspreken, welke seksstandjes in het bewegingsrepertoire zitten. Bij een kunstmatig intelligente vriendschapsapp stellen we zelf de settings in, geven we onze favoriete onderwerpen aan en wat de toon van een gesprek mag zijn. Met andere woorden, wij bepalen de vorm en de inhoud van het contact. En als we het zat zijn, of als het ding tóch niet doet wat wij willen, zetten we het uit of gooien we het weg. Dat is prettig, maar daarmee verliezen we ook vaardigheden die belangrijk zijn voor onze groei als individu en voor onze samenleving als geheel.

Geduldig zijn, iets voor een ander doen, verrast worden, omgaan met iets dat we moeilijk vinden, overgave, loyaal zijn: het zijn allemaal vaardigheden die we niet alleen in de liefde nodig hebben, maar ook in interactie met onze buren, collega’s en familieleden. Je romantische partner of goede vriendschapsband biedt in feite een miniatuur van de bredere samenleving om al die lastige vaardigheden te oefenen. Die oefening maakt dat we uiteindelijk goed kunnen omgaan met anderen in de maatschappij. Het helpt onze maatschappij menselijk te houden, en zelfs democratisch. Als we onszelf niet langer trainen in dergelijke vaardigheden in de meest intieme delen van ons leven, dan vrees ik voor de gevolgen voor onze sociale omgeving en voor onszelf.’

Ziet u nog andere ethische bezwaren bij de veranderingen in de liefde?
‘Dating-apps zorgen bijvoorbeeld voor efficiëntie en gemak. Je hoeft niet zomaar een vreemde aan te spreken en je kwetsbaar op te stellen. Maar daarin dreigen ook gevaren. We besteden onze intuïtie bijvoorbeeld steeds meer uit aan algoritmes of kunstmatige intelligentie. Er hangt een soort aureool van objectiviteit omheen: de app heeft het berekend via formules die we niet kunnen bevatten, dus de uitkomst zal wel kloppen. Dat is een gevaarlijke aanname. Wat nu als de app alleen mensen voor ons selecteert die op ons lijken? Zo’n app sluit dan mensen uit of is zelfs racistisch. Bovendien lopen we zo misschien onze droomliefde mis.

In mijn boek beschrijf ik een vergelijkbare, concrete ervaring met DNA-matching: ik liet in een laboratorium berekenen in hoeverre mijn DNA een goede match is met het DNA van mijn partner. Daarmee controleer je of je biologisch goed bij elkaar past. Mijn partner en ik moesten daarvoor afzonderlijk antwoorden op een online psychologische vragenlijst. Daarnaast zou ons wangslijm worden onderzocht op actieve genen in ons immuunsysteem (hoe sterk zou ons nageslacht zijn?), op de aanwezigheid en kwantiteit van bepaalde hormonen, en op de aanwezigheid van variabelen van specifieke enzymen. Ik weet dat DNA maar een beperkt deel van je gedrag, behoeften en wensen verklaart, maar toch wilde ik heel graag de bevestiging lezen dat ik inderdaad bij mijn partner paste. Een negatieve uitslag vond ik vervelend. Ik ervoer het als prettig en rustgevend om bevestiging te vinden van iets technisch.’

In sommige van uw toekomstscenario’s dringen kapitalisme en individualisme de liefde binnen. Waarom is dat een probleem?
‘Neem nu vrouwelijke Viagra. Volgens de makers zou het een oplossing bieden voor verlaagd vrouwelijk libido. Die pillen bleken niet goed te werken, omdat vrouwen met een verlaagd libido meestal geen fysiek probleem hebben; ze hebben gewoonweg minder zin in seks. Dat komt vaak doordat hun seksleven niet bevredigend is, of lang niet is geweest. Regelmatig worden er middelen of technologische producten op de markt gebracht, die verkocht worden als oplossingen voor niet-bestaande problemen. De wérkelijke oplossing voor dat probleem is dat vrouwen leren wat ze zelf lekker vinden in bed, en dat ze dat ook aan hun partner leren. De Viagra-pil lijkt een snelle, makkelijkere oplossing, maar is er vooral om geld te verdienen voor de producenten en investeerders.’

Hebt u een advies voor hoe we met de liefde van de toekomst om moeten gaan?
‘Door mijn onderzoek ben ik de liefde meer gaan waarderen. Liefhebben is inherent aan mens-zijn. We zijn geprogrammeerd om naar anderen te verlangen, bij hen te willen zijn en voor hen te zorgen. We zijn ervoor gemaakt om ons voort te planten, maar ook om diepe vriendschappen te onderhouden. Dat maakte dat we goed kunnen samenwerken als soort, wat nodig was voor onze overleving.

De liefde kan ons veel hartzeer bezorgen, maar ook het gevoel dat we leven, op de toppen van het bestaan. We moeten die liefde koesteren. Dat betekent voorrang geven aan onze echte vrienden en partners boven afleidende, oppervlakkige technologie. Investeren in contact met anderen en contact met onszelf. Onszelf erin blijven trainen te voelen wat er in ons lichaam gebeurt. We moeten niet blijven hangen in de verhalen die we onszelf en anderen vertellen: het type partner dat we dénken nodig te hebben, de seksuele oriëntatie waarvan we dénken dat die ons definieert. Laten we onszelf eraan blijven herinneren dat de menselijke intuïtie vaak veel beter weet wat en wie goed voor ons is dan computers, robots en kunstmatige intelligentie – hoe grappig en slim ze ook lijken.’

Meer lezen over technologie? Bestel nu de speciale uitgave Technologie. De kunstmatige natuur van de mens.