Home Het universele verlangen naar een gouden tijdperk

Het universele verlangen naar een gouden tijdperk

Door Tom Buijtendorp op 26 juni 2019

Het universele verlangen naar een gouden tijdperk
Cover van 07/08-2019
07/08-2019 Filosofie magazine Lees het magazine


Tentoonstelling Middeleeuwse tuinen t/m 1 september 2019 te zien in het
Rijksmuseum van Oudheden Leiden © Getty’s Open Content Program.

Op drie continenten ging journalist Tom Buijtendorp op zoek naar de oermythe van het gelukzalig paradijs uit het bijbelboek Genesis. Dwalend tussen tempels, graftombes en moskeeën leerde hij er diepgaande levenslessen, die religies en levensbeschouwingen overstijgen.

De mens heeft de natuurlijke drang te willen weten waar hij vandaan komt. Historici pluizen stoffige archieven na, archeologen ploeteren in de grond en genetici brengen met engelengeduld de ontwikkeling van het menselijk DNA in kaart. Ook zinzoekers voelen zich aangetrokken tot het oerleven, hopend dat het in al zijn eenvoud kan laten zien wat onze ware aard is. De zoektocht is duizenden jaren terug begonnen met mythische verhalen, met als ultieme mythe het beeld van onze allereerste bakermat, toen alles nog goed was. Volgens verschillende tradities betrof het een gouden tijdperk, door anderen geconcretiseerd met beelden van een groen en vredig paradijs.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Beroemd is het paradijsverhaal van Genesis van Joden, christenen en moslims, bij elkaar goed voor ongeveer de helft van de wereldbevolking. Dankzij die brede bekendheid kon dat paradijs van Adam en Eva zich tot ver buiten de geloofsgrenzen ontwikkelen tot een icoon van de te koesteren aarde en natuur. Het is een beeld dat buiten de religie werd opgepakt in het tijdperk van de Romantiek met grote liefde voor de ongerepte natuur, en nadien vertaald in het streven naar een groene duurzame wereld. Daarmee kreeg het paradijs ook een religie-overstijgende betekenis.

Overigens gaat de oorsprong van dit beroemde paradijsverhaal verder terug dan de ruim tweeduizend jaar oude versie uit Genesis. Tijdens mijn reis stuitte ik op ruim vierduizend jaar oude Mesopotamische voorbeelden die later zijn verwerkt in de versie van Genesis. Zo is er de Mesopotamische held Gilgamesj die op zoek gaat naar het paradijs waar de bewoners net als Adam en Eva het eeuwige leven zouden hebben. Ook bij hem maakt een slang een einde aan het eeuwige leven. Het beest zorgt dat Gilgamesj als sterveling het paradijs moet verlaten.

Levenswijsheid

De Mesopotamische held leerde de belangrijke les dat het leven maar kort is en je daarom beter kunt genieten van het heden. Dat gaf een grote wending aan zijn levensstijl, die tot dan toe vooral neerkwam op ploeteren. Hij stelde geluk uit naar een toekomst die mogelijk nooit kwam, omdat de dood ieder moment kon toeslaan. Dat laatste drong tot hem door nadat hij onverwacht zijn jonge reisgenoot had verloren.

Gilgamesj vergeleek de kwetsbaarheid van de mens met een fragiele libelle: ‘Een libelle zweeft over het water; haar aanschijn weerspiegelt even de zon; en dan is er plotseling niets meer.’ Zijn reis groeide voor Gilgamesj uit tot een transformerende ervaring en zijn epos tot een van de oudste stukken van de wereldliteratuur. Het paradijs is er een algemene bron van levenswijsheid.

Het idee dat het paradijsverhaal van Genesis in de kern over ons allemaal gaat, kreeg tijdens mijn speurtocht nog meer gewicht. Het verhaal gaat mogelijk nog verder terug, op een nog oudere mondelinge traditie met vage herinneringen aan onze afkomst uit Oost-Afrika, volgens de laatste wetenschappelijke inzichten de bakermat van de moderne mens. Hoe deze zich vanuit Afrika over de wereld heeft verspreid, klinkt nog op hoofdlijnen in het verhaal door. De overeenkomst kan puur toeval zijn, maar ook dan is de basis van dit paradijsverhaal het oudste epos van de mensheid en daarmee van ons allemaal.

Monster

Later ontstond het idee dat mensen die goed hebben geleefd na hun overlijden terechtkomen in een tweede, hemelse paradijs. Op reis zag ik voorstellingen daarvan in de Grote Moskee van Damascus, en vereenvoudigde weergaven in de binnentuinen van eeuwenoude huizen daar. Het beeld van het hemelse paradijs vertoont overeenkomsten met het groene en waterrijke Hof van Eden waar Adam en Eva ooit hadden rondgelopen. Na de dood zou de mens terugkeren naar de gouden tijd waarin alles was begonnen. Dit is een vooruitzicht voor een select gezelschap, omdat iedereen na zijn sterven wordt beoordeeld op zijn daden. Goed gedrag staat garant voor een plek in het hemelse paradijs, terwijl de slechte mensen eindigen in de hel.

Ook hier bestaat een oudere traditie, zoals ik onderweg kon zien in het oude Egypte. In verschillende graftombes bekeek ik Egyptische voorstellingen van een geïdealiseerde wereld waarin men na de dood hoopte te belanden. Daarop is veel water te zien, met langs de oever volop bomen, gevuld met vruchten. Ook leeft de overledene er vredig met voldoende voedsel, en vaak vergezeld van de eveneens overleden levenspartner. Andere voorstellingen tonen het eindoordeel waar werd bepaald of de overledene goed had geleefd en door kon naar het paradijs, of eindigde bij de Egyptische versie van de hel: een monster dat je verslond.


Besloten tuin met dieren en een levensbron.
Verdure (wandtapijt waarbij groen de hoofdkleur is).
Zuid-Nederland, 1500-1525. © Rijksmuseum Amsterdam.

De overledene moest voor een soort gerecht getuigen van zijn daden en daar werd zijn hart gewogen. Een slecht leven maakte het hart namelijk  zwaarder. In de Koran komt een versie van dit wegen letterlijk terug.

Het vooruitzicht van het heerlijke hiernamaals zette in het oude Egypte al aan tot het doen van de goede dingen in het aardse leven. Het zorgde voor een ethiek die inhield dat je bijvoorbeeld niet mocht doden, de ander geen leed mocht aandoen en niet mocht stelen.

De Griekse filosoof Plato, wiens socratische dialogen vol zitten met mythen, beschrijft in het laatste hoofdstuk van zijn meesterwerk De Republiek het verhaal van de strijder Er, zoon van Armenios. Die stierf op het slagveld en maakte daarna een reis, waarover hij vertelt. Uit zijn verhaal blijk dat rechters vonnissen vellen over de doden, met als mogelijke uitkomst zowel een soort hemels paradijs als een soort hel. Zo introduceert Plato, bij monde van Socrates, het idee dat iemands gedrag na zijn dood gevolgen heeft.

Tandarts

De betekenis van het eindoordeel en het hemelse paradijs raakt veel meer mensen dan vaak gedacht. Het is net als het aardse paradijs van ons allemaal, ook als we niet religieus zijn. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat velen op de rand van de dood zo’n ervaring hebben. De overgang naar de dood is een laatste moment van bezinning waarin duidelijk wordt waar het in het leven echt om zou moeten gaan.

Stervenden kunnen daarbij geestelijk zwaar worden geplaagd door zonden die ze in hun leven begaan hebben, alsof ze door hun eigen geweten worden berecht. Zeker bij een lang sterfbed kan de geestelijke kwelling tergend lang duren, zoals de tijd bij de tandarts ook langzamer lijkt te gaan.

Een vergelijkbaar gevoel wordt gemeld door mensen met een bijnadoodervaring. Zo noemt (de omstreden, red.) medisch onderzoeker Pim van Lommel het voorbeeld van de 31-jarige Monique Hennequin die na een succesvolle reanimatie haar ervaring deelde: ‘Wat had ik met mijn leven gedaan? Mijn god, ik was mijn eigen beul en rechter tegelijk. Als ik zag dat ik iets fout had gedaan, wilde ik terug om het goed te maken. Ik voelde de pijn, de argwaan, de woede, de machteloosheid, het verdriet van alle mensen die dit door mijn eigen toedoen voelden.’


Paradijstuin met engelen, twee islamitische heiligen (in de vorm van vlammen) en een vijver.
Illustratie uit een Falnameh (islamitisch waarzeggersboek). India, 1550-1600. © Wereldmuseum Rotterdam.

De veelal positieve ervaring die volgt, doet vaak denken aan beelden van het hemelse paradijs. Zo ziet men regel­matig een bron en rivier in een groen landschap. Er zijn verhalen over bossen met wilde dieren en bloemrijke weides. Regelmatig vertellen mensen over een dergelijke ervaring dat ze het gevoel voor tijd verloren. Het voelt als ‘iets waar geen tijd en waar geen ruimte is’. Of zoals iemand anders het verwoordde: ‘Tijd bestaat in die Andere Wereld niet langer.’ Het lijkt kortom op een eeuwig leven na de dood.  

Plezierige ervaring

Veel wetenschappers spreken van een soort droomeffect dat mogelijk wordt opgeroepen door zuurstoftekort in de hersenen of pijnstillende stoffen die vrijkomen bij ernstige verwondingen of de stress van doodsangst. Gelovigen beschouwen de ervaring als een voorproefje van een echt hiernamaals. Het is een ervaring die tijdloos kan lijken en blijkens onderzoek velen van ons bij het sterven te wachten staat. Het is vaak een unieke en ongekend plezierige belevenis die in veel gevallen bij de betrokkenen de angst voor de dood wegneemt.

Verhalen van mensen met een bijnadoodervaring kunnen zo hebben bijgedragen aan de oude beelden van een dodengerecht, en eeuwig leven na de dood in een hemels paradijs, of in de hel. Gelovigen zullen ze daarentegen toeschrijven aan het daadwerkelijk toetreden tot het hemelse paradijs. In beide gevallen zeggen de oude beschrijvingen iets over wat we waarschijnlijk ooit zelf zullen ervaren: het gedeelde hemelse paradijs.

Wat we ook met zijn allen delen is de filosofische boodschap dat we het geluk in het heden moeten zoeken. Die conclusie uit het paradijsverhaal van Gilgamesj krijgt extra diepgang met de ervaring voor de poort van het hemelse paradijs. We moeten niet vergeten om te leven, zoals sommigen pas te laat, op hun sterfbed, inzien. Velen die toch de kans kregen door te leven, besloten dat voortaan bewuster te doen.

Op de drempel van de dood wordt duidelijk waar het in het leven om gaat, inzichten waar we allen van kunnen leren. Zelden wordt met plezier teruggekeken op het geld dat men verdiende, maar veel meer op de sociale contacten en de liefde die werd gedeeld. Bij bijnadoodervaringen lijkt het materiële belang samen met de tijd weg te smelten, en gaat het vooral over zaken als liefde en aandacht voor anderen.

Daarbij kan gelukkig leven een inspiratiebron zijn voor anderen in de omgeving en zo als een inktvlek meer vreugde opwekken. Zelf gelukkig zijn is zinvol zolang het anderen niet schaadt, en hen liefst positief aanmoedigt. Het kan zelfs volgende generaties inspireren, met als oudste voorbeeld het vredige paradijsleven van Adam en Eva, een verhaal dat in vele opzichten een bemoedigende mythe is van ons allemaal.