Nienke Wijnants (43) is psycholoog en schrijver van Het dertigersdilemma en Wie ben ik en wat wil ik?
Fotografie: Merlijn Doomernik
‘Nadenken over de zin van het leven vind ik het engste, maar ook het belangrijkste wat er is. Tolstoj geeft in Mijn biecht een geweldige beschrijving van die existentiële angst. Zijn woorden grijpen je bij de strot: zo rauw, eerlijk en heftig. Toen ik zijn boek las, dacht ik: eindelijk iemand die durft te beschrijven hoe dat voelt. Alleen jammer dat hij aan het einde toch met religie als antwoord komt. Mijn boek Wie ben ik en wat wil ik? (2013) moest een boek worden met alleen maar vragen. Er is geen antwoord.
In 2014 kreeg onze zoon Hugo, toen zeven, de diagnose leukemie. Na twee jaar intensieve behandeling zijn we dit jaar weer opgekrabbeld. In die eerste maanden van zijn ziekte zeiden veel mensen: “Nu zul je vast anders denken over je boek.” Maar ik zou precies hetzelfde boek hebben geschreven.
Vaak is een ernstige ziekte of een sterfgeval de eerste confrontatie met de zinloosheid van alles en het startpunt om de grote vragen van het leven te stellen. Maar ik had die totale zinloosheid al doorvoeld en geaccepteerd. Hugo’s ziekte veranderde wel mijn gemoedstoestand – ik was er net zo kapot van als ieder ander zou zijn –, maar niet mijn kijk op het leven. Er was geen bodem weggeslagen. Ik was net zo verdrietig, maar minder ontredderd. Deze ervaring bevestigde hoe belangrijk het is om je existentiële vragen te stellen. Het is fijner om die zoektocht uit eigen beweging te ondernemen dan naar aanleiding van een persoonlijke tragedie. Het zinloze van alles heeft mijn enthousiasme voor het leven alleen maar groter gemaakt.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees