Home Het kind en het badwater

Het kind en het badwater

Door Thijs Lijster en Jan Sietsma op 19 maart 2013

03-2004 Filosofie magazine Lees het magazine
Heinrich Heine redde het leven van het dochtertje van Marx door haar in een bad met water te dompelen. Overigens was Marx in de ogen van de dichter een tiran die God verwerpt om zelf zijn plaats in te nemen. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.
Log in als abonnee Geen abonnee? Bekijk de abonnementen

Parijs 1844. Consternatie in huize Marx aan de Rue Vanneau. Had de vrouw des huizes een spook zien rondwaren of had de familie bericht gekregen van een uitgebroken revolutie? Niets van dat al, maar wel minstens zo verontrustend. Het echtpaar Jenny en Karl Marx verkeert in staat van ontreddering om de kleine Jenny Marx, nog geen jaar oud. Het kind heeft zodanige stuiptrekkingen dat de ouders vrezen voor haar leven. Op dat moment, zo wil het verhaal, stapt de dichter Heinrich Heine de kamer binnen. Nadat hij van de situatie op de hoogte is gesteld, dompelt hij de zuigeling in een bad met water. De krampen stoppen en zo redt Heine het leven van de jonge Jenny.

Wat bracht deze Duitsers bijeen in Parijs? Heine werd in 1797 te Düsseldorf geboren als Harry, kind van joodse ouders. Hij studeerde achtereenvolgens in Bonn, Göttingen en Berlijn. In de laatste stad volgt hij college bij Hegel, die hem van zijn traditionele godsbegrip afbrengt. Hegel had Heine gezegd dat de gedachte aan een hiernamaals niets anders is dan de hoop op een luttele fooi voor aardse verdiensten. In de jaren die volgden zou Heine er steeds meer van overtuigd raken dat de mens zelf een hemel op aarde moet scheppen. Zijn bekering tot het protestantisme in 1825 (bij de doop kreeg hij de naam Heinrich) was dan ook vooral uit strategische overwegingen. De joden in Duitsland werden nog altijd als buitenstaander behandeld, ondanks hun wettelijke gelijkwaardigheid. Het gevoel nergens bij te horen, Duitser noch jood te zijn, kreeg zijn uitdrukking in zijn gedichten. Deze versterkten zijn isolement slechts, omdat met name de autoriteiten zijn kritische en ironische stijl, zoals in Buch der Lieder en Reisebilder niet in dank afnamen. Na vele omzwervingen door Engeland, Italië en de Nederlanden vestigde hij zich in 1831 in Parijs. Hij kwam in de loop der jaren in contact met onder andere Balzac, Chopin, Hugo, Liszt, en Rossini. In 1843 werd aan deze illustere lijst de naam Karl Marx toegevoegd. De overeenkomsten tussen beiden zijn talrijk.



Karl Heinrich Marx was de in 1818 geboren zoon van de joodse advocaat Hirschel, die zich om maatschappelijke redenen tot de lutherse kerk had bekeerd en de doopnaam Heinrich had gekregen. Marx studeerde in Bonn en vervolgens in Berlijn, waar hij al snel in aanraking komt met het werk van Hegel. Hier moest hij niets van hebben, omdat hij zich bezig wilde houden met zijn rechtenstudie en met het schrijven van poëzie. Heinrich Heine was naast William Shakespeare een van zijn lievelingsauteurs. Marx had evenwel door dat dichten niet zijn métier was. Hij gaf zijn ambities in deze richting op en ging zich intensiever met de filosofie bezighouden. Hij bleek uiteindelijk niet immuun te zijn voor het Hegelvirus en frequenteerde regelmatig bijeenkomsten van een groep linkse hegelianen. Na zijn promotie in 1841 kreeg hij het door zijn progressieve ideeën niet voor elkaar om een aanstelling als universitair docent te krijgen in het reactionaire Duitsland. In plaats daarvan werkte hij zich binnen korte tijd op tot hoofdredacteur van het liberale periodiek Rheinische Zeitung. Door de strenge censuur werd dit blad enkele jaren later opgeheven. Arnold Ruge, met wie Marx bevriend was geraakt in Berlijn, bood hem het redacteurschap aan van de Deutsch-Französische Jahrbücher. Dit links-radicale tijdschrift zou vanuit Parijs uitgegeven moeten worden. Dit was de kans voor Marx om te ontsnappen uit het beklemmende conservatieve klimaat van Duitsland en hij nam het aanbod aan. In 1843 vertrok het pasgetrouwde stel Jenny en Karl Marx naar Parijs.
 

Rook

Ruge had Heine al in augustus van dat jaar leren kennen en stelt Marx in december aan de dichter voor. Er wordt gesproken over Hegel en over de Deutsch-Französische Jahrbücher, waaraan ook Heine een bijdrage zal leveren. De jonge revolutionair en de twintig jaar oudere dichter komen snel op goede voet met elkaar te staan. Heine en Marx discussiëren urenlang over de te verschijnen gedichten, waarbij Marx, tegen zijn gewoonte in, subtiel is met commentaar om de gevoelige dichter niet te kwetsen. De Jahrbücher verschijnen in de winter van 1844. In Pruisen roept men kort daarop een importverbod af op het tijdschrift. Daarnaast geldt er bevel tot arrestatie van al haar medewerkers, zouden zij Pruisen bezoeken. In mei sluit Marx zich aan bij de redactie van het tijdschrift Vorwärts! Tijdens de redactievergaderingen van dit blad wordt er veel gediscussieerd, maar vooral veel gerookt. Omdat men geen onnodige aandacht wil trekken houdt men de ramen gesloten. De uitgever memoreerde later: ‘Weldra was de kamer zozeer in rook gehuld dat een nieuwkomer niemand van de aanwezigen kon herkennen. Uiteindelijk konden we elkaar niet eens herkennen.’ Maar zoals elk tijdschrift waar Marx zich bij had aangesloten wordt ook Vorwärts! verboden. Mede op aandringen van de Pruisische regering wordt hem in 1845 bevolen Frankrijk te verlaten.

Marx krijgt toestemming zich in Brussel te vestigen, maar in 1848, het jaar van publicatie van het Communistisch Manifest, moet hij de stad verlaten. Onderwijl heeft de nieuwe Franse regering het uitzettingsbevel ingetrokken en Marx keert terug naar Parijs. Omdat in Duitsland de revolutie was uitgebroken, verlaat hij binnen afzienbare tijd Frankrijk en begeeft zich naar Berlijn. De revolutie blijkt minder revolutionair dan verwacht en Marx zoekt andermaal zijn heil in Parijs. Het Franse gezag moet eens te meer niets van hem hebben. In 1849 maakt hij de overtocht naar Engeland, waar hij tot zijn dood in 1883 zou blijven.
Heine krijgt in de korte periode dat Marx in Parijs is nog wel bezoek van hem op zijn ziekbed. De dichter zou vanaf 1848 tot diens sterven in 1856 wegens syfilis het bed houden. Via de wederzijdse vriend Lasalle blijft Marx op de hoogte van de ontwikkelingen. Over Heines fysieke conditie bericht Lasalle dat Heine, naar zijn geslachtsdeel wijzend, klaagde dat het hem stank voor dank had gegeven. Ook de veranderingen in Heines politieke en religieuze opvattingen worden doorgegeven. In de loop der tijd zou Heine God omarmen en steeds fellere kritiek uiten op systeemdenkers als Marx, die hij ‘Gottlosen Selbstgötter’ noemt, tirannen die God verwerpen en zelf Zijn plaats innemen. Hoewel hij Marx’ middelen afwees, huldigde hij overigens wel het doel. Volgens Heine moeten we het kind niet met het badwater weggooien.