Home Heiligverklaring van gepassioneerde joodse

Heiligverklaring van gepassioneerde joodse

Door Maaike Bos op 22 november 2012

09-2001 Filosofie magazine Lees het magazine
Etty Hillesum was een uitzonderlijk gepassioneerde joodse vrouw, die zelfs in kamp Westerbork haar menselijkheid wist te behouden. Maar waarom van haar een heilige willen maken?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het is geen gewone biografie over een joodse vrouw in de Tweede Wereldoorlog. Over het leven van Etty Hillesum is namelijk weinig bekend. Bij gebrek aan biografische gegevens hield de Franse schrijver en filosoof Sylvie Germain het daarom bij een spirituele biografie.  De nadruk ligt op het  gedachtegoed van Etty Hillesum, gekoppeld aan een literaire constructie van haar leven.

De Nederlands-joodse Etty Hillesum was zesentwintig aan het begin van de oorlog en hield tot in Westerbork en Auschwitz een dagboek bij, dat van een uitzonderlijke passie getuigde. De zoektocht naar haar eigen notie van menselijkheid ten tijde van ellende is een reden waarom haar dagboek bekend is geworden. Ze stierf in Auschwitz in 1943.

‘Je kunt slechts enkele kenmerken van haar persoonlijkheid vermoeden’, aldus Germain. Het is daarom wel begrijpelijk dat ze als romancier Hillesums leven herschept.

De jonge Hillesum blijkt een vrouw met een oncontroleerbare hartstocht. Die kost haar zo veel energie, dat ze eraan te gronde dreigt te gaan. Als ze haar grote liefde Julius Spier ontmoet, leert ze haar passies om te buigen tot een buitengewone liefde voor God. Ze houdt die liefde zelfs vol als ze in kamp Westerbork terecht komt, ondanks alle wreedheden. Die liefde dwingt haar te blijven nadenken in een plek waar al het denken is verstomd. Ze stelt zichzelf als taak ‘het denkend hart’ te zijn: een combinatie van denken en liefde, om zo de menselijkheid te bewaren.



Het is daarom jammer, en soms zelfs onverkwikkelijk, dat Germain zich overgeeft aan heiligenverering, een typisch ‘Frans’ trekje dat eerder al gebeurde met Edith Stein. Ze legt haar idool het een en ander in de mond. Hillesum blijkt een ‘onmenselijk goede’ vrouw met bovennatuurlijke kwaliteiten. Uiteindelijk slaagt Germain er wel in een beeld van de persoon Hillesum op te roepen, maar tegen die tijd heeft de lezer haar al heel wat spirituele grootsprakerij moeten vergeven.

Na de biografische dood van Etty Hillesum gaat Germain in een tweede deel van deze biografie in op haar gedachten en haar bijzondere levenshouding. De dagboeken en brieven van Etty Hillesum vormen geen voltooid oeuvre en soms, aldus Germain, heeft een ander in woorden uitgedrukt wat zij tussen de regels door wilde zeggen. Hillesum blijkt een plaatsje te verdienen tussen onder andere Heidegger en Hannah Arendt. Met andere woorden: de heiligenverering houdt niet op.