Home Filosofie en beeld: Sophie’s Choice

Filosofie en beeld: Sophie’s Choice

Door Edwin Koster op 26 maart 2014

Cover van 01-2014
01-2014 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Kijken naar Sophie’s Choice is geen onverdeeld genoegen. De film – gesitueerd in 1947 – gaat over Sophie, een jonge Poolse vrouw die sinds zes maanden in de Verenigde Staten verblijft. Sophie ziet er slecht uit; ze heeft een grauw gezicht en wallen onder haar ogen, en haar blik is naar binnen gekeerd. Ze blijkt een slachtoffer te zijn van de Holocaust. Na de oorlog heeft ze een poging tot zelfmoord ondernomen. Nu is ze met Nathan, een betoverend personage, die in staat lijkt om Sophie van haar neerslachtige stemmingen te bevrijden. Er zijn euforische scènes waarin Nathan Sophie meesleept in zijn fantasie, waar gedanst wordt en gelachen, gedronken en geflirt. Nathan is echter niet alleen innemend, charmant en verleidelijk. Hij heeft een ambigu karakter en is onberekenbaar. Vanuit het niets scheldt hij op zijn ‘Poolse hoer’, beschuldigt hij haar van verraad, verlaat hij haar en komt weer bij haar terug. Het zijn deze twee personages die de film dragen en die vanaf het begin tot het einde weten te fascineren.

Maar er is een keerzijde: de film is langdradig en cerebraal, en soms wordt er slecht geacteerd. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de enigszins feminiene Stingo, die bezig is een boek te schrijven. Hij woont in hetzelfde appartement als Nathan en Sophie, en raakt met hen bevriend. Hij ontwikkelt zich tot de boezemvriend van Sophie. Die, als ze door Nathan is verlaten, haar zijn liefde betuigt en hardop fantaseert over een huwelijk en kinderen. De kijker begrijpt dat dit niet zal werken, want Stingo is er niet voor in de wieg gelegd om Sophies minnaar te worden. Hij is de vriend bij wie zij zich veilig genoeg voelt om stapje voor stapje haar levensverhaal te vertellen. Hun dialogen nemen veel plaats in de filmvertelling in, wat ten koste gaat van de vaart en het meer levendige beeldverhaal.
 
Waar het levensverhaal van Sophie verteld wordt met beelden uit het verleden, gaat het echter soms ook mis. Bepaalde scènes in Auschwitz, bijvoorbeeld wanneer Sophie gesnapt wordt bij haar poging een radio te stelen, zijn zeer matig geacteerd, hebben een ongeloofwaardig verloop en halen je daardoor uit het verhaal.
 
Centraal in de film staat het tragische levensverhaal van Sophie, schitterend gespeeld door Meryl Streep. In feite is zij degene die deze film onvergetelijk maakt. Vanaf de eerste beelden is duidelijk dat ze een diep verdriet met zich meedraagt en dat haar vrolijkheid is doortrokken van pijn. Ze is omgeven door een mysterie. Wie is Sophie werkelijk? Wat heeft ze in Auschwitz meegemaakt? De identiteit van Sophie wordt in het filmverhaal stap voor stap onthuld, maar blijft uiteindelijk ten dele verhuld.
 
Paul Ricoeur schrijft dat ‘de narratieve identiteit van een personage slechts kan corresponderen met de discordante concordantie van het verhaal zelf’. Mensen verlangen naar concordantie, naar eenheid en evenwicht in hun leven. Maar door onbedoelde gevolgen en door machten en processen waar we geen zeggenschap over hebben, overwint in het leven het discordante het van het concordante. In het geval van Sophie is dat evident. Ze vertelt dat ze werd opgepakt (onbedoeld gevolg) na het stelen van een ham en vervolgens in een concentratiekamp werd geïnterneerd (onbeheersbare macht). Maar wat in het leven zelf onuitgesproken plannen verstoort en gekoesterde verwachtingen tenietdoet, kan in het achteraf vertelde levensverhaal tot een samenhangende eenheid worden gesmeed. Ricoeur stelt daarom dat in het verhaal het concordante primair is ten opzichte van het discordante. Het verhaal kan het discordante echter nooit helemaal uitwissen: de barsten die de schijn van eenheid openbreken blijven zichtbaar en de sluier die het verhulde bedekt, wordt niet helemaal weggetrokken. Daarom spreekt Ricoeur met betrekking tot het verhaal van ‘discordante concordantie’.
 
Het discordante in het leven van Sophie draait rond de diepe wond die is veroorzaakt door de choice die zij moest maken en die pas aan het einde van de film ter sprake komt. Eerder in de film draait ze eromheen of spreekt ze zich niet volledig uit. Pas aan het slot lijkt ze haar traumatische verhaal aan Stingo te vertellen. De kijker hoort dan echter niet haar stem, maar ziet de beelden van het kamp waar Sophie door een SS-officier voor de onmogelijke, maar onontkoombare keus wordt gesteld om één van haar kinderen naar de gaskamers te sturen. Ze geeft uiteindelijk haar dochtertje Eva mee om haar zoontje Jan te redden. Later zal ze ook hem verliezen. De keus van Sophie is dus een tijdelijk gat in het hoofdverhaal, dat uiteindelijk ongedaan wordt gemaakt door het gebeuren te tonen in beeld en geluid.
 
Misschien is een beroep op Ricoeur niet afdoende om Sophie te kunnen begrijpen. Haar traumatische ervaring is indringender dan wat met het discordante wordt uitgedrukt. Sophies trauma raakt aan wat in het Lacaniaanse denken ‘het reële’ wordt genoemd: de dimensie die alle pogingen tot symbolisering weerstaat, de scheur in het narratieve weefsel waarin mensen zijn opgenomen, het permanente gat in een verhaal. Het reële kan niet onder woorden worden gebracht of in beelden worden gevangen, maar is aanwezig in de effecten die het heeft. Sophies keus komt meer dan twee uur lang niet ter sprake, terwijl de pijnlijke gevolgen doorschemeren in het prachtige spel van Meryl Streep. Aangezien de keus uiteindelijk toch een plaats krijgt in de film, is er geen sprake van een permanent gat. Maar omdat de diepste betekenis van deze traumatische ervaring slechts indirect kan worden getoond, kan minstens gesteld worden dat haar ervaring raakt aan wat Lacan het reële noemt.
 
Sophie’s Choice kan ook slaan op de laatste keus die Sophie maakt. Samen met Nathan pleegt ze zelfmoord. Vanuit Lacan valt op deze daad een ander licht dan vanuit Ricoeur. Ricoeur spreekt over interpretatie van en verantwoordelijkheid nemen voor je levensverhaal. Sophies keus lijkt dan het gevolg van een weldoordachte afweging. Lacan heeft het over al dan niet kunnen omgaan met een ondraaglijke waarheid. Sophie lukt dat niet: ze kan niet leven met de onmetelijke pijn waarmee het verleden haar confronteert. Past deze tweede, meer passieve duiding wellicht beter bij Sophie’s Choice?