Home Filosofen storten zich op Matrix

Filosofen storten zich op Matrix

23 juni 2003

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Filosofie.nl? U bent al abonnee vanaf €4,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De nieuwe Matrix valt volgens regisseurs Andy en Larry Wachowski alleen te begrijpen als je Kant en Hegel hebt gelezen.



De regisseurs leiden niet aan zelfoverschatting, tenminste als je afgaat op de gigantische stroom artikelen, essays en boeken die sinds het eerste deel van The Matrix in 1999 zijn verschenen. Nu deel twee in de bioscoop te zien valt, is de discussie over de film weer in alle hevigheid opgelaaid. Wat moeten we denken van de science fiction-film waarin de mens onderworpen is aan machines en via een plug in de hersenen een virtuele wereld krijgt voorgespiegeld? Marx, Freud, Baudrillard – haast iedere filosoof wordt er op losgelaten. Het meest populair blijft de vergelijking met Plato’s grotallegorie.
Hubert Dreyfus van de universiteit van Californië in Berkeley gaf er onlangs in Amsterdam een lezing over. Samen met Maarten Coolen, filosoof aan de Universiteit van Amsterdam. De film, zegt Coolen, gaat over ‘het existentiële bestaan van de mens’. Een gesloten computerprogramma als de matrix biedt volgens Coolen geen ruimte om ‘nieuwe werelden te ontsluiten. Terwijl het volgens Heidegger kenmerkend is voor de mens dat hij nieuwe werelden kan ontsluiten, en zelfs een nieuwe orde kan creëren.’
De Rotterdamse filosoof Jos de Mul, auteur van Cyberspace Odyssee en een reeks artikelen over The Matrix in NRC Handelsblad, waagt zich aan een voorspelling voor het laatste deel, The Matrix Revolutions, dat in november uitkomt. ‘Uiteindelijk ontstaat een versmelting tussen mens en machine die het posthumane tijdperk inluidt.’

Ivo Slangen