Home Facebook: Matchmaker?

Facebook: Matchmaker?

Door Stine Jensen op 11 januari 2011

Cover van 01-2011
01-2011 Filosofie magazine Lees het magazine

Stine Jensen heeft haar ‘man en kind aan Facebook te danken’. Later raakte ze er bevriend met Obama, net als 16 miljoen andere mensen. Facebook is ‘lekker’ en ‘verslavend’. Maar hoe goed ken je die Facebook-vrienden?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Sinds januari 2007 zit ik op Facebook. Meestal ben ik een late adapter, maar nu liep ik ver voor de Nederlandse troepen uit. Nederlandse jongeren (15-35 jaar) zaten nog op Hyves. Ander dan Hyves had Facebook een internationaal karakter. Je kon er bovendien ongestoord als 35-plusser vrienden verzamelen zonder dat het leek of je jong probeerde te doen.
Toen Facebook de Nederlandse markt veroverde, kwamen tussen mijn buitenlandse vrienden de Nederlandse te staan. Ik werd aanvankelijk alleen vrienden met mensen die ik echt kende. Ze hoefden geen ‘echte’ vrienden te zijn, maar ik vond het wel belangrijk dat ik wist wie ze waren. Ik negeerde dus vriendschapsverzoeken van mensen die ik nooit had ontmoet.
Op een dag sloten ook mijn werkgevers en de vrienden van mijn vrienden zich aan bij Facebook. Ik had weleens gehoord dat je je werkgevers beter op een afstand kon houden. Het was niet fraai als er foto’s opdoken van die ene keer dat je te diep in het glaasje had gekeken; en er was een gevalletje bekend van een vrouw die deel had genomen aan de ‘Miss Wet T-shirt Competition Ibiza 2002’ en wier foto nu op de burelen van haar kantoor circuleerde. Maar ik deed niet mee aan Miss Wet T-shirtverkiezingen, en sommige van mijn werkgevers waren ook vrienden.

Friend Finder
Facebook was nieuw, leuk en spannend. Facebook was mijn beste vriend en bracht mij iets heel moois. Ik heb man en kind aan Facebook te danken. Mijn man en ik hadden al eens met elkaar zakelijk gecorrespondeerd over een en ander, en via de ‘random Friend Finder’– nu al weer zo’n drie jaar geleden – ging zijn profiel alle e-mailadressen uit zijn mailbox koppelen aan reeds aanwezige Facebookprofielen. Zo raakten wij weer aan de praat. Wij zijn trouwens met velen (zie de groep ‘I found my husband on Facebook’). Ik dank Mark Zuckerberg, de bedenker van Facebook en de grootste matchmaker op aarde, iedere dag hiervoor.
Het mooie en onvoorspelbare kan dankzij Facebook gebeuren – en misschien is dat ook de reden dat de meeste gebruikers op een gegeven moment de verleiding niet kunnen weerstaan om mensen toe te voegen die ze niet kennen. Controle? Wie altijd controle over zichzelf en anderen wil uitoefenen, verliest iets heel belangrijks uit het oog: het toeval, het onverwachte! Je wilt het spontane toch niet uit je leven bannen? Of jezelf de mogelijkheid tot liefde ontzeggen?
Voor je het weet heb je meer dan vijfhonderd vrienden, waarvan je er een heleboel nooit hebt ontmoet. Zelf verzond ik verzoeken naar Woody Allen (‘great movies!’) en M.J. Hyland (‘A fan of your work!’) en Lis Salander (‘you’re a great fictional character!’). Ze werden gehonoreerd, en dat vond ik leuk. Het begrip ‘exclusiviteit’ en ‘echt’ (de persoon moet bestaan) dat ik ooit hoog in het vaandel droeg als het om vriendschap ging (‘jij bent mijn beste vriendinnetje, en die positie is uniek, en ik wil ook jouw enige beste vriendinnetje zijn en we zien elkaar elke dag’) liet ik varen. Dat was beter voor mijn gemoedsrust, want ik constateerde al snel dat de dag nadat Woody en ik bevriend waren geraakt, vierentwintig van mijn vrienden ook bevriend met hem waren geworden, en dat het geen zin had me hierover op te winden. De mensenhandel begon goed op gang gekomen. Facebook was een celebrity-omgeving geworden. Mijn Facebook was daarmee van een digitaal poesie-album in een literair festival veranderd. Statusupdates waren inmiddels persberichten: die houdt daar een lezing en PS Koop mijn nieuwe boek. Als vriend van Obama (een van de 16 miljoen) kreeg ik het verzoek om een digitale verjaardagskaart voor hem te ondertekenen: het moest de langste kaart ter wereld worden.
Leverde ik mij nu uit aan de nieuwe vriendschappolitiek 2.0? Ja. Vast. Wie zelf in mensen handelt, moet niet opkijken als blijkt dat je zelf handelswaar bent. Facebook intussen blijft je maar suggereren om ‘meer vrienden toe te voegen’ – zoals door die automatische koppeling aan al je e-mailadressen. Daar moeten we niet al te romantisch over doen, dat is keihard zaken doen. Facebook is een miljardenbedrijf. Zonder ons geen advertenties: onze informatie – hobbyclubjes, combinaties van voorkeuren – wordt gebruikt door bedrijven die lifestyles onderzoeken om te weten in welke winkels zij moeten adverteren voor bepaalde zaken.

Nut en plezier
Zijn Facebookvrienden ‘echte vrienden’? Facebook draait bovenal om nut of plezier. Diverse collega-schrijvers gebruiken hun openbare netwerk van duizendzoveel ‘vrienden’ vooral om hun werk te promoten en optredens aan te kondigen. Moeiteloos zetten wij op onze beurt ‘onze vrienden’ in als werkvee. Vooral schrijvers hebben de neiging om werk uit te besteden. ‘Vandaag website veranderd, kijken jullie even mee?’, zo postte onlangs een Facebookvriendin. Handig, toch?
Facebookvrienden laten zich niet zomaar opdelen in ‘echte’ en ‘niet echte’ vrienden. Want Facebook gaat niet over ‘echte vrienden’. De verzameling ‘net niet-echte vrienden’, dáár gaat het bij Facebook om. Via de net-niet-echte vrienden verbreed je je sociale netwerk, verspreid je informatie en deel je persoonlijke informatie als je er zin in hebt. Eigenlijk is het heerlijk efficiënt: Facebookvriendschap is een aangename cocktail van nut, plezier en intimiteit. Maar het is ook snacken. Fast food friends. Want vrijwel altijd knaagt er iets. Het boek Facebook and Philosophy (red. D.E. Wittkower, 2010) biedt een verzameling interessante artikelen over Facebook en de impact op ons leven. Uit onderzoek dat in het boek wordt aangehaald blijkt dat vrijwel niemand zijn relatie tot sociale media als eenduidig prettig omschrijft. Velen geven desgevraagd aan dat ze vaker het gevoel hebben tijd ‘te verspillen’ op sociale media dan dat ze zich met toewijding richten op vrienden.
Sterker nog: vriendschap online is vaak een strategie om onze ondeugdelijkheid in het echte leven te compenseren. Een Facebookberichtje vervangt een bezoek dat als een verplichting wordt ervaren. ‘Ja, we moeten weer eens afspreken.’ ‘Doen we!’. En we doen helemaal niets. Facebook koopt je schuldgevoelens af. Zoals iemand op mijn muur schreef: ‘Hé!!! Het lukt me maar niet om langs te komen op kraamvisite! Bij deze!’ Toegegeven: ik heb zelf ook wel eens per Facebook mijn afwezigheid luchtig verontschuldigd en mijn Facebookaanwezigheid daarvoor in de plaats aangeboden.
In feite ben je voor je het weet een anti-sociaal persoon geworden. Wanneer je met anderen op stap bent, zit je op Facebook te koekeloeren. Thuis nog even achter de computer. Tijdens een bijeenkomst alvast foto’s maken voor straks op Facebook. Facebook grijpt terug op de fraaie Victoriaanse gewoonte van het officiële vriendschapverzoek. Per digitale duif zend je een verzoek. Maar met dit belangrijke verschil. Toen was een vriendschapverzoek de uitkomst van jarenlange tijdsinvestering, toewijding en opoffering. Nu is ‘vriendschap’ het onmiddellijke resultaat. Want anders dan de Victoriaanse vriendschap stelt de Facebookvriendschap geen eisen. Je hoeft namelijk helemaal niets. Je hebt geen plicht naar elkaar te luisteren, te reageren, en kan een gesprek ieder moment afbreken.

Tot slot. Hoe goed ken je ze eigenlijk, je Facebookvrienden? Laat ik dat beantwoorden met een tegenvraag: hoe goed ken je je ‘echte vrienden’ in ‘real life’ dan? Dienen die soms niet ook vooral voor ‘nut en plezier’? Er is maar een manier om erachter te komen: check uit . Dat nu, blijkt als het gaat om Facebook verdomd lastig. We kunnen namelijk niet meer zonder. Mensen kunnen een week zonder seks. Een week zonder televisie. Maar zonder internet? Zonder Facebook? Dan worden prompt kwaliteitskranten volgeschreven en talkshows volgepraat over hoe het is om een ‘week zonder 3000 vrienden te moeten zijn’ (zoals Atte Jongstra, die een week afscheid nam van zijn facebookvrienden voor het VPRO-radioprogramma Een kamer in het verleden). Misschien komt het ook doordat Facebookvriendschappen een zelfstandige categorie geworden zijn. Zoiets als televisiekijken. Prettig om je af te leiden, als je even niets te doen hebt, om te amuseren en te informeren. Zo is er ook altijd tijd iemand online om iets mee te delen, meer dan 500 gebruikers. Zonder verplichtingen. Verslavend. Lekker. Maar vooral bevredigend voor de zeer korte termijn.