Home Empathie

Empathie

Door de redactie op 12 maart 2018

Cover van 01-2018
01-2018 Wijsgerig Perspectief Lees het magazine

U ziet de foto van verkleumde vluchtelingen die vastzitten in een Grieks kamp, en wordt geraakt. U wordt gevraagd om wat kleingeld door de straatkrantverkoper bij de supermarkt, en voelt mee met een bestaan zonder woning. U leest over de structurele vernedering van mensen van kleur door de politie, en verplaatst zich in de pijn van kolonialisme en onderdrukking. U luistert naar een goede-doelen-verkoper die u inlicht over een nieuwe campagne tegen hongersnood, en ervaart meeleven.

Is het empathie waar u zich op dergelijke momenten door laat meevoeren? Zo ja, dan is daarmee de filosofische kous nog niet af. Het ene lijden is het andere niet, en de ene situatie lijkt meer aanspraak te doen op empathische vermogens dan de andere. Zo lijkt het voor de ervaring van empathie uit te maken of degenen die lijden onze naasten zijn en ze ver weg wonen of juist dichtbij. Wat zeggen deze condities en selectiecriteria over de mogelijkheid en hoedanigheid van empathie? Ook is het maar de vraag of we vrijblijvend empathie kunnen voelen of dat zo’n gevoel verplichtingen met zich meebrengt. En als dat zo is, wanneer wel en wanneer niet?

Ook de ‘we’ is in de zoektocht naar de zijnswijze van empathie niet vanzelfsprekend. Is het een menselijke dispositie die iedereen op gelijke wijze kan cultiveren? Of is het een houding van betrokkenheid met minderbedeelden die voorbehouden is aan vermogende witte westerlingen? En allicht is empathie überhaupt niet uitsluitend een menselijke aangelegenheid en ontbreekt het ook dieren niet aan empathische capaciteiten. En ongeacht wie empathie voelt, is het een kwestie van zoveel mogelijk empathie cultiveren of raken we dan empathisch overbelast?

Met andere woorden: wat is empathie, onder welke voorwaarden kan empathie bestaan, en waartoe dient het? Over deze vragen buigen de auteurs zich in dit themanummer over empathie. We openen met een bijdrage van Marieke Borren over de actualiteit van Hannah Arendts kritiek op de politisering van het medelijden. Voor Arendt is het beroep op sentiment, gevoelens van compassie en empathie – anders dan de huidige tijdgeest vaak doet vermoeden – geen goede basis voor solidariteit, engagement en politieke gemeenschap. Borren analyseert met Arendt de gevaren hiervan, namelijk de reductie van menselijke verscheidenheid tot homogene lichamen.

In ‘Kan er te veel empathie zijn?’ zet Ignaas Devisch kanttekeningen bij de tegenwoordige promotie van empathie vanuit onder meer de politieke hoek. Empathie is, zo betoogt Devisch, altijd en noodzakelijkerwijs selectief. Empathie geldt voor mensen, groepen en doelen waarmee je je betrokken voelt en die je aanspreken. Als we ons persoonlijk alle problemen van de wereld zouden aantrekken, lopen we het risico dat ons empathisch vermogen overbelast raakt. Empathie heeft dus een grens. Door de globalisering, waarin de media de hele wereld dichtbij brengen en ons empathisch vermogen aanspreken, wordt die grens steeds zichtbaarder. Het constante beroep op ons inlevingsvermogen kan leiden tot cynisme of donormoeheid.

In de derde bijdrage bespreekt Esteban Rivas diverse onderzoeken naar empathie bij dieren. In de geschiedenis van de westerse filosofie en wetenschap is de mens vaak gedefinieerd in onderscheid tot andere dieren. Ten opzichte van de mens zou het dier intelligentie en gevoel ontberen. Dit antropocentrisme, waarin de mens centraal staat en als het meest ontwikkelde wezen wordt gezien, kwam met de evolutietheorie van Darwin ter discussie te staan. Sindsdien is er meer onderzoek gedaan naar het mentale leven van dieren. Er is echter geen consensus over de vraag of dergelijk gedrag ook echt empathie betreft en of het geen vorm van antropomorfisme is om eigenschappen als empathie aan niet-menselijke dieren toe te schrijven. Rivas leert ons anders denken en concludeert dat mensen en alle andere dieren wezens zijn met allerlei vormen van cognitie, gevoelens en emoties die niet exclusief menselijk maar in feite dierlijk zijn: empathie is een heel oud dierlijk vermogen.

Tot slot vraagt Simone van Saarloos zich in haar bijdrage af wat het zou betekenen om empathie eens niet te belichten vanuit de geef-positie van de (witte) persoon die onderdrukten welwillendheid schenkt. Wat als degene die denkt zijn of haar empathie te schenken, juist om empathie van mensen in een gemarginaliseerde positie vraagt? Van Saarloos observeert dat diegene die vaak wordt gezien als object van empathie – degene die hulp en gratie nodig zou hebben van hen met privilege – juist empathie geeft aan diegenen die de precaire positie van bijvoorbeeld Nederlanders van kleur niet zien. Van Saarloos maakt in haar essay de voortdurende gift van empathie zichtbaar die de minderbedeelden opbrengen om zich te voegen naar de status quo. De geprivilegieerden die denken met populaire zelfhulptechnieken hun eigen empathie te moeten managen en doseren, zouden zichzelf volgens haar ook kunnen zien als empathie vragend aan hen die een terecht protest tegen onderdrukking en racisme inslikken en vervangen door nederigheid en coulance.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.