Sartre en Camus zijn de geschiedenis ingegaan als goede vrienden die na een hevige ruzie uit elkaar zijn gegaan. Maar er vielen al veel eerder klappen.
Laat in de avond tijdens een existentialistisch onderonsje in december 1946 begint Albert Camus, met een absurde hoeveelheid drank op, te foeteren op Maurice Merleau-Ponty over diens zojuist verschenen artikel. Camus verwijt hem de wandaden van het Sovjetregime te bagatelliseren. Simone de Beauvoir schrijft hierover: ‘Merleau-Ponty verdedigde zich en Sartre viel hem bij; Camus, helemaal ondersteboven, sloeg de deur achter zich dicht; Sartre en Bost vlogen hem na, de straat op, maar hij weigerde terug te komen.’ Het voorval was het begin van een drie maanden durende ruzie tussen Camus en Sartre. Het zou niet de laatste zijn.
Dit artikel is exclusief voor abonnees