Filosoof Henk Manschot trok in navolging van Nietzsche de Alpen in, op zoek naar antwoorden op hét vraagstuk van onze tijd: de klimaatproblematiek.
Als hij in 2004 het verzoek krijgt om tijdens een conferentie in China te spreken over leiderschap en duurzaamheid, staat Henk Manschot als aan de grond genageld. ‘Ze dachten dat een humanist daar als vanzelfsprekend wat van weet, maar ik wist niks’, vertelt hij openhartig. ‘Het was een confrontatie met mezelf. Hoewel je in de filosofie met fundamentele vragen bezig bent, ontdek je opeens dat dat de verkeerde vragen zijn. Ik ontdekte hoe gigantisch en veelomvattend het vraagstuk van de klimaatproblematiek is.’ Manschot had, zo zegt hij, een contrastervaring: een ervaring die je zo diep raakt in je bestaan dat je het leven niet langer zoals voorheen kunt voortzetten, zonder precies te weten hoe je dan wél verder moet.
Fotografie: BMFotografie
Eenmaal terug in Nederland besluit Manschot om zich op slag te scholen en zich te omringen met mensen die hem verder kunnen helpen. ‘Wat ik zocht was een cultuurkritiek op de moderne tijd. Heel geleidelijk kwam er toen een lijn naar voren bij de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Net als hij ben ik toen de Alpen ingetrokken om te wandelen in de bergen. Dat was niet alleen een denkervaring, maar ook een leefervaring. Wandelend in de bergen wordt je hoofd langzamerhand leeg. Je verliest je eigen gesystematiseerde gedachtegang en je komt dichter bij wat je voelt en ziet. Ik maakte associaties die je achter de tafel niet maakt.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees