Filosoferen is denken. Hoe doe je dat? Het begint met een vraag. Maar wat voor vraag? Niet alle vragen zijn denkvragen. Vragen die je beantwoordt door te kijken ‘hoe het zit’, zijn geen filosofische vragen. Waarnemen en feiten vaststellen is een wetenschappelijke taak, maar filosofie is iets anders.
Als Heidegger zegt dat de wetenschap niet denkt (‘Die Wissenschaft denkt nicht’), is dat geen minachting voor de wetenschap, maar een afbakening tussen wetenschap en filosofie – want ‘filosofie’ is de naam voor de methodische uitwerking van ‘denken’. Let op: Heidegger zegt niet dat wetenschappers niet denken! Dat doen ze ongetwijfeld wel, maar wat ze doen als ze denken is onderscheiden van hun eigenlijke wetenschappelijke werk: waarnemen, experimenteren, modellen bouwen, rekenen, rapporteren en wat dies meer zij. Zoals Heidegger stelt dat de wetenschap niet denkt, zo kun je zeggen dat de filosofie niet weet. Wat dan ook niet betekent dat filosofen niets weten, maar dat hun weten verschilt van wat ze als filosofen doen, namelijk denken.
Net zoals de wetenschap niet denkt, weet de filosofie niets
Door wat voor vragen gaan we ‘denken’? Een alledaagse ervaring kan helpen. Iemand vraagt. Hoe heet ook weer die schilder? Wat zijn eigenlijk de migratiecijfers in Nederland? Of wie staan er op de shortlist voor de Socratesbeker? Antwoord: ik zal even kijken, of: zoeken we op! We hebben allemaal een allesomvattende encyclopedie op zak: veel van wat er te weten valt, vinden we met een paar vingerbewegingen. Maar wat er te weten valt, is minder dan wat er te vragen valt. Er zijn vragen waarop de zakcomputer geen antwoord geeft: wat vind je van die schilder? Wat moeten we in Nederland doen inzake migratie? Welk boek verdient de Socratesbeker? Overigens zijn we ook hiermee nog niet bij de filosofie, al komen we dichterbij.
Zolang zulke vragen opgevat worden als vragen naar wat iemand feitelijk ‘vindt’ of ‘meent’, zijn het geen filosofische vragen. ‘Denken’ is ook iets anders dan ‘menen’ of ‘vinden’. Meningen moeten weliswaar onderscheiden worden van feiten, maar ze kunnen ook zelf weer als feiten worden geregistreerd. Dat kan zonder denken. Wie volstaat met te zeggen wat hij vindt, stopt op de drempel van het denken. Pas als een mening de opmaat is voor uitleg of argumentatie (dat wil zeggen als je probeert te achterhalen of een mening ‘waar’ is, terwijl geen wetenschappelijke test of meting dat antwoord ooit kan geven), dan begin je te denken.