Home De werkelijke prijs van ons voedsel berekenen klinkt mooi, maar we schieten er niets mee op

De werkelijke prijs van ons voedsel berekenen klinkt mooi, maar we schieten er niets mee op

Door Ellen Mangnus op 19 november 2021

De werkelijke prijs van ons voedsel berekenen klinkt mooi, maar we schieten er niets mee op
Cover van 12-2021
12-2021 Filosofie magazine Lees het magazine

De werkelijke prijs van voedsel berekenen zou de productie en consumptie ervan duurzamer maken. Maar kun je de waarde van de natuur wel uitdrukken in euro’s? Het laatste deel van een serie over voedsel.

De manier waarop we voedsel produceren en consumeren is niet duurzaam. We schaden het milieu ermee en we zijn niet in staat om de gehele wereldbevolking te voeden. Volgens aanhangers van de True Price Movement is er maar één oplossing voor dit probleem: de werkelijke prijs van producten gaan betalen. Een belangrijke speler in deze beweging is de sociale onderneming True Price. Hun doel is om de kosten van duurzame productie inzichtelijk te maken. Met een rekenmethode brengen ze zowel de milieukosten in beeld (zoals de CO2-uitstoot en het verbruik van energie, water en land) als de sociale kosten (zoals kinderarbeid en de gezondheid van werknemers in de keten).

Deze ‘echte’ prijs – die meestal een stuk hoger is dan de productprijzen die we nu hanteren – moet ervoor zorgen dat we minder milieubelastend produceren en consumeren. ‘Alles wat we zien, zetten we om in cijfers,’ zegt True Price-directeur Adrian de Groot Ruiz in een interview in Vrij Nederland. Door een concrete geldwaarde te geven aan onzichtbare kosten worden we ons bewust van die kosten, is het achterliggende idee, en bewustwording is de eerste stap voor verandering.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het pleidooi voor de echte prijs van voedsel berekenen past in de maatschappelijke trend van economische waarde toekennen aan de natuur. Sinds een paar jaar doen natuurorganisaties en beleidsmakers aan natural capital accounting: ze berekenen de bijdrage van de natuur aan de economie. Door het belang van de natuur in geld uit te drukken krijgen natuurbeschermers een economisch argument om natuur te beschermen. Harde cijfers zijn nodig, stellen ze, want met emotionele en morele argumenten blijkt het moeilijk om de natuur op de politieke agenda te krijgen. Zeker in een wereld waarin beslissingen gebaseerd worden op data-analyses.

Heilig water

Maar is dat wel mogelijk, het leven op aarde uitdrukken in euro’s? Eenvoudig is het zeker niet. Neem een begrip als waterverbruik. Je kunt kijken hoeveel water er verbruikt wordt en meten wat het effect is op de grondwaterstand. Je kunt de visstand in de gaten houden, de planten aan de oever tellen en je kunt becijferen hoe dit gedurende de tijd varieert. Al deze gecompliceerde factoren spelen een rol in wat je zou kunnen scharen onder waterverbruik.

Maar zelfs als je al deze cijfers meeneemt heb je nog niet eens bij benadering de kosten van het waterverbruik in kaart gebracht. Het lijstje factoren dat meegenomen dient te worden om een prijs te bepalen gaat ons voorstellingsvermogen ver te boven. De wens ergens een marktwaarde aan toe te kennen dwingt mensen ertoe om de oneindig complexe werkelijkheid te reduceren tot een beperkt aantal meetbare criteria. Tegelijkertijd vereist het berekenen van de juiste marktwaarde een gigantische hoeveelheid complexe data om tot een realistische afspiegeling te komen.

Cijfers wekken de indruk een exacte benadering van de werkelijkheid te zijn, maar niet is minder waar

Bovendien zijn cijfers nooit waardenvrij. Want welk cijfer geef je aan het water als blijkt dat het door de lokale gemeenschap heilig is verklaard? Hoeveel bedraagt de schade aan de gewassen die de boer niet heeft kunnen irrigeren door het waterverbruik? Ook de waardes die worden toegekend aan de verschillende aspecten van klimaatverandering zijn subjectief en voor ieder individu verschillend. Jij kunt het verlies van plantensoorten belangrijker vinden dan de veiligheid van mensen, maar voor iemand anders kan dit juist omgekeerd zijn. Het is onmogelijk om die subjectieve bedragen in euro’s simpelweg bij elkaar op te tellen tot je tot een ‘werkelijke prijs’ komt. Eigenlijk zou je daarvoor een gigantisch volksoverleg moeten organiseren. En dat keer op keer opnieuw, want de omstandigheden veranderen en zo ook de prioriteiten en perspectieven. Cijfers wekken de indruk een exacte benadering van de werkelijkheid te zijn, maar niets is minder waar.

Marktwaarde

Maar, zou je kunnen tegenwerpen, dat een definitie van ‘duurzaam’ niet de volledige werkelijkheid omvat betekent toch niet dat ze onbruikbaar is? Wat is er aan te merken op een prijs die dichter bij de echte kosten ligt dan de huidige prijs? Het is niet het feit dat de data onvolledig zijn dat ze onbruikbaar maakt. Het werkelijke probleem zit in de gevolgen van het gebruik van prijzen überhaupt.

Volgens de Amerikaanse politiek filosoof Michael Sandel verandert onze houding ten opzichte van een goed wanneer er een prijskaartje aan hangt. Stel bijvoorbeeld dat je kinderen betaalt om boeken te lezen. Misschien wordt er dan meer gelezen, maar het kan er ook toe leiden dat kinderen lezen als werk gaan beschouwen in plaats van als een leuke bezigheid. Volgens Sandel moeten we ons elke keer kritisch afvragen: wat gebeurt er als je marktconcepten introduceert bij zaken die gebaseerd zijn op een heel ander soort waarde dan die van de markt? Volgens hem wordt een groot aantal goede dingen des levens uitgehold en beschadigd als ze tot handelswaar worden gemaakt.

Onze houding ten opzichte van een goed verandert als er een prijskaartje aan hangt

Dat beaamt de Nederlandse filosoof en ecoloog Matthijs Schouten. Wanneer we onze leefomgeving beschouwen als kapitaal, zeggen we daarmee ook dat deze ingezet mag worden voor handel. Volgens Schouten tekenen we daarmee voor de ondergang van onze leefomgeving. Want de natuur waaruit die bestaat is geen onuitputtelijke bron; ze kan niet zomaar groeien naarmate daar meer vraag naar is. Ergens een prijskaartje aan hangen is een inadequate methode om uit te drukken hoe erg onomkeerbare ecologische processen zijn. Bovendien, stelt hij, is het risico van deze methode dat alles wat we niet kunnen uitdrukken in prijzen riskeert te verdwijnen.

In plaats van rekenmethodes gebruiken om tot de ‘echte’ prijs te komen, kunnen we beter gaan nadenken over hoe we de voedselproductie kunnen verduurzamen. Een bananenboer die afhankelijk is van de wereldmarkt verdient misschien niet veel.

Maar een boer die zijn omgeving in euro’s uitgedrukt ziet, loopt het gevaar om nog armer te worden; zijn omgeving dreigt verhandelbaar te worden. Hoe verder de prijzen oprukken, hoe meer hij kan verliezen. Laten we voorkomen dat we de taal van cijfers opleggen aan gemeenschappen; er bestaan veel rijkere beschrijvingen van hun omgevingen. De echte waarde van voedsel is niet in euro’s uit te drukken.

Natuurlijk kapitaal
Het toekennen van economische waarde aan natuurlijke hulpbronnen in een ecosysteem of regio heet ‘natural capital accounting’. Voorbeelden van ‘natuurlijk kapitaal’ zijn water, zonlicht, zuurstof, biodiversiteit en mineralen. De waarde van dergelijke hulpbronnen uit de natuur wordt middels een rekenproces uitgedrukt in geld. Het doel is om de relatie tussen natuur, economie en welzijn op een begrijpelijke en internationaal vergelijkbare manier in kaart te brengen. De True Price Movement, een organisatie van boeren en verkopers, onderschrijft dit streven. De organisatie stelt dat je door de waarde van natuurlijk kapitaal te berekenen kunt laten zien wat de werkelijke prijs van ons voedsel is, en dat die veel hoger is dan wij denken. Het gaat daarbij niet alleen om de marktwaarde, maar ook om de sociale kosten en de klimaatkosten.