Home De literaire zone: Dokter Zjivago

De literaire zone: Dokter Zjivago

Door Meike Oosterwijk op 19 mei 2008

05-2008 Filosofie magazine Lees het magazine

Dokter Zjivago was een explosief boek in de Sovjet-jaren. De schrijver werd ervoor uit de schrijversbond gezet, maar twee jaar later zou hij er de Nobelprijs voor de Literatuur mee winnen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De sneeuwstorm veegde met groot misbaar
Over velden en landen.
Er brandde een kaarsje op het dressoir,
En dat kaarsje bleef branden.

Dokter Zjivago werkt in een lichtblauwe vriesnacht, in een besneeuwde en door huilende wolven omringde Siberische hut, aan deze eerste strofe van zijn gedicht Een Winternacht. De taal wordt muziek, en schept zelf ‘als de rollende stortvloed van een rivier die de stenen op haar bodem rond slijpt, versmaat, rijm, en nog duizend andere vormen’. Zijn geliefde Lara en haar dochtertje slapen. En Joeri Zjivago heeft die nacht het gevoel dat de puurheid van het bestaan triomfeert.
Met de woorden ‘U heeft mij uitgenodigd voor mijn eigen terechtstelling’ overhandigde Boris Pasternak (1890-1960) in 1956 het manuscript van Dokter Zjivago aan een Italiaanse uitgever. In Rusland kon het werk van de Russische dichter en schrijver
niet worden gepubliceerd. De partij vond al jaren dat Pasternak zich niet aan de voorschriften van het socialistisch realisme hield. Bovendien is Lara in de roman de personificatie van Rusland; verkracht en verstrikt in een onontwarbaar web van intriges. De dokter heeft haar hartstochtelijk lief. Maar hij kan haar niet redden.
Pasternak werd na de verschijning van het werk stante pede de schrijversbond uitgezet. Twee jaar later won hij er de Nobelprijs voor de Literatuur mee. Maar dat werd door Moskou opgevat als een politieke daad tegen de Sovjetstaat. Om verdere moeilijkheden te voorkomen, zag de schrijver – die zich intens met zijn land verbonden voelde – van de prijs af. Hij schreef aan de autoriteiten: ‘Ik kan me mijn lot niet gescheiden van Rusland voorstellen. Vertrek zou voor mij gelijk staan aan de dood.’ Maar hij overleed nog geen anderhalf jaar later; een hetze tegen hem had het Russische volk van hem verwijderd, hij werd achtervolgd door spionnen en zijn broodwinning was hem ontnomen.  

Goelag-archipel

Dokter Zjivago beslaat de eerste helft van de Russische twintigste eeuw: vanaf het begin van de Russische Revolutie in 1905 tot en met de Goelag-archipel, de verzameling Siberische Sovjetkampen. De gevangenen bouwden daar hun eigen strafcellen. En vergeleken met de verschrikkingen daar, leek de bloederige hel aan het front tijdens de Tweede Wereldoorlog op een paradijs.
Maar ‘niet sinds Shakespeare is de liefde zo vol, levendig, zonder scrupules en direct verwoord’, schrijft de liberale Oxford-filosoof Isaiah Berlin over Dokter Zjivago in 1995 in het literaire supplement van de Sunday Times. De beschrijving van de held en de heldin, omringd door huilende wolven in hun besneeuwde Siberische hut, noemt hij ‘ongeëvenaard’.
Want als de Fransen over de liefde schrijven, hebben ze het eigenlijk over dwaze verliefdheden. Pushkin maakt er een romantische uitbarsting van. Bij Dostojewski is de liefde getormenteerd. En in de Engelse literatuur wordt het ‘ze leven nog lang en gelukkig’ nagestreefd, terwijl ondertussen de misère van de ongelukkige liefde heerst. ‘Maar de passionele, overweldigende, alles absorberende, alles transformerende wederzijdse liefde, de wereld vergetend, verdwijnend’, schrijft Berlin ‘deze liefde is er volgens mij alleen in Dokter Zjivago.’
Berlin kende Pasternak persoonlijk. Het eerste hoofdstuk van Dokter Zjivago las hij in 1945, toen hij Pasternak in het schrijversdorp Pereldino bezocht. Berlin had zelf in 1920 als elfjarige jongen Rusland verlaten. En in 1945 werkte hij een paar maanden voor de Britse ambassade. Benieuwd naar de Russische kunst en literatuur, ging Berlin bij Pasternak langs; hij had gehoord dat de Russen diens gedichten van buiten kenden. Mooi beschrijft hij in zijn Conversations with Akhmatova and Pasternak uit 1980 (te vinden in de bundel The Soviet Mind uit 2004) de toon waarop Pasternak sprak: ‘Iedere klank werd verlengd, als in een klagende aria in een opera van Tchaikovsky, maar met meer geconcentreerde kracht en spanning.’
Elf jaar later, bij een volgend bezoek aan Rusland, las Berlin ’s nachts in bed het hele manuscript in één ruk uit. ‘Ik stond te trillen op mijn benen, toen ik de dichter de volgende dag opzocht, zijn vrouw smeekte me hem ervan te overtuigen de roman niet in het buitenland te publiceren, uit angst voor straffen tegen haar en hun kinderen. Hij was woedend, en zei dat hij niet wilde dat ik zei wat te doen of te laten, dat hij zijn kinderen om advies had gevraagd, en dat ze op het ergste waren voorbereid. Ik verontschuldigde mij. En dat was dat. De afloop is bekend.’

Als roman noemt Berlin Dokter Zjivago imperfect. ‘Het verhaal was niet juist gestructureerd, een aantal details was levendig en scherp, maar kunstmatig, irrelevant, en soms wreed samengevoegd. Maar de beschrijving van de publieke receptie van de Februari-revolutie [een nieuw verzet tegen het tsaristisch regime in 1917, MO] was buitengewoon; zelf was ik in die tijd in Sint Petersburg, zeven jaar oud, en ik herinner me de reacties van mijn tantes, neven, vrienden van mijn ouders en anderen – maar Pasternak bereikte hiermee het niveau van een schrijvend genie. De pathetische pogingen van de gematigden en de liberalen waren met sympathie en ironie beschreven. De verpletterende elementaire kracht van de bolsjewistische machtsovername wordt levendiger beschreven dan welk ander mij bekend verslag dan ook.’
Joeri Zjivago maakt de Februari-revolutie mee als medisch officier aan het Russische westfront, waar Lara als verpleegster werkt. Ze zien het verval en de anarchie in het leger; de rebellen ‘die zich te barsten hebben gevreten aan de vrijheid waaraan zij toch altijd te kort komen, hoeveel je hun er ook van geeft, want bij god het is waar, als je een zwijn laat mee-eten, zet het zijn poten op tafel.’

Pasternak zag het barbarisme van Stalins regime – aan het einde van de roman, en tot aan zeven jaar voor zijn dood – als de duisternis voor het ochtendgloren. Die hoop wordt gepersonifieerd door het verweesde wasmeisje Tanja, de dochter van Zjivago en Lara. Maar volgens Berlin – altijd wars van grote ideeën – neigde Pasternak naar ‘metafysische vluchten’. Want, zo schrijft Berlin, Stalin had Pasternak ooit gebeld om te informeren naar een smaadschrift van een dichter met wie Pasternak bevriend was. In plaats van te antwoorden, begon Pasternak echter over een kosmische omwenteling in de wereldgeschiedenis. Waarop Stalin ophing met de woorden: ‘Als het mijn vriend was, had ik hem beter verdedigd.’
‘Wat de kleine onenigheden in de wereld betrof, zoals het veranderen van de snit van de aardbol, moet ik toegeven dat zij ons nauwelijks interesseerden’, denkt Lara als zij zich aan het einde van de roman Zjivago’s doodskist vastklampt. De wereld verdween door hun liefde, die alles veranderde: ‘Nooit had hen het allerhoogste en allesomvattende gevoel verlaten: dat zij meehielpen de wereld te boetseren, dat zij betrokken waren bij het totale schilderij en toebehoorden aan de schoonheid van het gehele schouwspel, ja zelfs aan het gehele universum. Slechts dankzij deze harmonie hadden zij kunnen leven.’