Tot het eind toe blijf je als kijker in het ongewisse. Is dit een film, een documentaire of iets daartussenin? Het blijkt een documentaire. Eentje waarin de werkelijkheid de stoutste fantasie overtreft. Hier de twee belangrijkste ingrediënten: in Spanje meldt zich een jongen, Fréderic Bourdin, van 23 jaar, die zegt dat hij een 16-jarige jongen uit een slaperig stadje in Texas is, die al sinds drie jaar vermist wordt. Het vermiste kind heet Nicholas Barclay. Het is een regenachtige avond. De telefoon gaat. Een Amerikaanse toerist heeft in een telefooncel een jongeman aangetroffen. Hij is verward en lijkt niet te weten wie hij is. De jongeman wordt door de politie overgebracht naar een jeugdtehuis. De jongen, gehuld in een trainingsjas met petje en capuchon, is moe en kijkt schichtig om zich heen. Zijn kleren zijn doorweekt. In het jeugdtehuis hebben ze medelijden met hem. De volgende morgen gaan ze uitzoeken wie hij is.
Als de nacht valt, kruipt de jongen uit zijn schulp. Hij breekt het kantoor van het tehuis binnen, belt naar Interpol in Amerika en meldt dat er in Spanje een Engelssprekende jongen is gevonden. Hij vraagt naar lijsten van vermiste kinderen. Interpol gaat aan het werk en zo komt de jongen aan informatie over Nicholas Barclay. De volgende morgen zegt hij dat hij uit de VS komt en Nicholas Barclay heet.
Vervolgens ontspint zich een verhaal waarin je van de ene verbazing in de andere valt. Je zou het niet geloven als het niet echt gebeurd was. De leiding van het jeugdtehuis valt als een blok voor het verhaal van de jongen; de uit Amerika overgevlogen zuster van Nicholas gelooft hem volledig; en de FBI die de identiteit van de jongen moet checken is in een uur tijd geheel om. In een luttel aantal dagen verandert Fréderic Bourdin in Nicholas Barclay. Genrematig wordt de wereld in deze documentaire volledig op z’n kop gezet. Film en fictie berusten op willing disbelief. Zonder de stilzwijgende afspraak tussen lezer en schrijver dat het om een verbeelde wereld gaat, is literatuur of film niet mogelijk. Deze documentaire brengt bij de kijker precies het omgekeerde teweeg: unwilling belief. De kijker wordt geconfronteerd met feiten die te bizar zijn voor woorden. Hoe kon deze 23-jarige jongen, die niet op Barclay lijkt, anno 1997 in de 16 jarige Nicholas veranderen? Nicholas heeft blauwe ogen. Die van Bourdin zijn bruin. Nicholas’ haar is stroblond, dat van Fréderic gitzwart. Nicholas spreekt vloeiend Amerikaans. Fréderic spreekt gebroken Engels met een zwaar Frans accent. Als dit verhaal fictie was geweest, hadden de toeschouwers het niet gepikt. Geleidelijk aan wordt duidelijk dat alle partijen er belang bij hebben te geloven dat Fréderic Nicholas was: Fréderic omdat hij niet kan leven met de persoon die hij feitelijk was; de leiding van het jeugdtehuis omdat ze door de vondst van Nicholas op gunstige wijze in het nieuws kwamen; de familie van Nicholas omdat ze hun zoon terugkregen; en de FBI, ten slotte, wilde de familiereünie niet bederven en was blij dat een oude case was opgelost.
Geef toe: wat is er mooier dan het verhaal van de terugkeer van de verloren zoon? Willen we niet allemaal een happy ending? Tegen de macht van de mythe is geen modern detectiemiddel bestand. Voor alle partijen bleek dit verhaal te mooi om niet waar te zijn.
Naast de macht van de mythe is er nog de invloed van het medelijden. Fréderic kon Nicholas worden omdat hij zich als een zielige, getraumatiseerde jongen voordeed, die ontvoerd, verkracht en gemarteld was. Door militairen nog wel. Na drie jaar, aldus zijn relaas, was hij ontsnapt. Een eng, gewelddadig kinderpornonetwerk doemde uit de verhalen van de jongen op. Voor de familie was het duidelijk. Hun zoon was zowel geestelijk als fysiek door zijn trauma veranderd. Ze verzoenden zich ermee dat het heel lang zou duren voordat deze Nicholas weer hun Nicholas werd. Gezien de feiten kon het bijna niet anders dan dat Nicholas na enige tijd weer in Fréderic veranderde. Langzaam maar zeker werd het relaas van de verloren zoon onderuitgehaald. Het begon met een privédetective die bij een zitting aanwezig was waar Fréderic, inmiddels als Nicholas teruggekeerd naar zijn familie in Texas, door de FBI ondervraagd werd over zijn tijd als slachtoffer van het kinderpornonetwerk. De detective kon zijn ogen niet geloven. Het was voor hem direct evident dat Nicholas iemand anders was. Ook de FBI kreeg na enige tijd door dat er iets aan de hand was. Alleen de familie bleef hardnekkig geloven dat hun zoon gehavend en wel uit de hel was teruggekeerd.
Op het moment dat de FBI erachter komt dat Nicholas Fréderic was, neemt het verhaal abrupt een andere wending. Fréderic Bourdin, zo bleek, was al talloze malen opgedoken als iemand anders. Zoals hijzelf in de documentaire uitlegt, was hij constant op zoek naar de liefde die hij in zijn jeugd ontbeerd had. Toen Fréderic onder druk van de FBI in zichzelf veranderde, nam hij prompt een nieuwe gedaante aan. De verloren zoon werd een wraakengel. Hij transformeerde zich in Judas. Fréderic verried de familie die hem tot het bittere eind toe als Nicholas omarmd had. Niet hij had hen bedot. Het was omgekeerd. Zij hadden van hem gebruikgemaakt om voor de buitenwereld te verbergen dat hun zoon niet vermist maar vermoord was. De familie zelf had Nicholas drie jaar geleden omgebracht. De terugkeer van de verloren zoon had hun een schitterend alibi verschaft. Fréderic gaf de familie aan bij de politie. Ze hadden valselijk van hem gehouden. Sindsdien staat de familie onder verdenking van moord, maar ontbreekt elk bewijs, alle bemoeienissen van de privédetective ten spijt.
Als deze fascinerende documentaire één ding duidelijk maakt, dan is het wel hoe makkelijk we onszelf kunnen bedotten. We denken de werkelijkheid te vatten, terwijl we niets anders doen dan bestaande vooroordelen bevestigen. We leven vrijwel permanent in een filter bubble. Slechts af en toe vallen ons de schellen van de ogen.