Na de aanslagen van 7 juli 2005 raakten binnen- en buitenlandse journalisten niet uitgeschreven over de Blitz-spirit van de Londenaren. Overlevenden en passanten boden hulp waar nodig was. Paniek bleef achterwege en het leven leek gewoon door te gaan. Tijdens een onderzoek dat de afgelopen maanden is verricht werd echter duidelijk dat die geromantiseerde Blitz-spirit niet aanwezig was bij de autoriteiten. Er waren weliswaar individuele hulpverleners die moedig optraden, maar bij de leidinggevenden heerste risicomijdend gedrag dat kenmerkend is voor het hedendaagse Groot-Brittannië, en in toe- nemende mate ook voor Nederland.
In het onderzoek komt onder anderen Lloyds’-handelaar Michael Henning aan het woord, die er ondanks zijn verwondingen in geslaagd was op eigen kracht het perron te bereiken. Henning was geschokt toen hij na een danteske tocht langs doden en zwaargewonden brandweermannen zag wachten op orders van hun meerderen. Enkele perronwachters en machinisten negeerden het advies van de politie en gingen toch de tunnel in, maar voor de meeste hulpverleners was het protocol heilig. De eerste ambulancebroeders arriveerden pas een klein uur na het ontploffen van de bommen bij de stervende passagiers.
Dit artikel is exclusief voor abonnees