Home Als het vuur is gedoofd
Existentialisme

Als het vuur is gedoofd

Door Marco Kamphuis op 29 januari 2015

Cover van 02-2015
02-2015 Filosofie magazine Lees het magazine

Simone de Beauvoir schreef een nu pas gepubliceerde novelle over ouder worden. ‘Voor haar was hij een man, jong en aantrekkelijk; voor hem was zij even seksloos als een oude vrouw van tachtig.’

Als Misverstand in Moskou door een minder beroemde schrijfster was gepubliceerd, zou het als een prettig leesbaar, zij het niet al te opmerkelijk boekje zijn beoordeeld. Zeker niet alle kranten zouden het besproken hebben. Maar je kunt het moeilijk als op zichzelf staand literair werk beschouwen. Ten eerste omdat de schrijfster er niet zelf voor koos het werk openbaar te maken; het behoort niet tot het eigenlijke oeuvre, maar is er door een uitgever met koopmansgeest aan toegevoegd. En ten tweede omdat de schrijfster Simone de Beauvoir (1908-1986) heet. Je ontkomt er dan niet aan dit addendum te zien in het mythische licht dat nog altijd van haar en Jean-Paul Sartre afstraalt. 

Beauvoir vormde de helft van een wereldberoemd intellectueel koppel. Daarom is het goed de lectuur van Misverstand in Moskou te verrijken met enige biografische kennis. We weten dat Beauvoir en Sartre begin jaren zestig geregeld op uitnoding van de Schrijversbond de Sovjet-Unie bezochten. Het is boeiender je bij het lezen Sartres welbekende gezicht voor te stellen dan dat van de wat schimmige mannelijke hoofdpersoon André. Achtergrondinformatie maakt bovendien bepaalde ambivalenties in de tekst begrijpelijk: zo doet het ‘romantische gevoel’ dat André in gezelschap van zijn dochter Masja krijgt een tikje wonderlijk als je niet weet dat Masja gebaseerd is op Lena Zonina, allerminst Sartres dochter, maar zijn minnares (en KGB-spion). 
 

Jaloezie

Nicole en André zijn een onlangs gepensioneerd, in Parijs wonend echtpaar dat naar Moskou reist om Masja op te zoeken, zijn volwassen dochter uit een eerder huwelijk. Samen hebben ze een zoon, Philippe, die binnenkort gaat trouwen. De jaloezie die Nicole ten aanzien van haar aanstaande schoondochter Irène voelt, wordt slechts beknopt beschreven, maar speelt een grote rol bij de ontwikkeling van haar gevoel afgedankt te worden: ‘Hij gaat ergens anders, bij een andere vrouw wonen.’ Met Masja kan ze het trouwens goed vinden, maar vergeleken bij deze sterke jonge vrouw voelt ze zich oud – ze is zestig. Het stoort haar bovendien dat André meer oog heeft voor zijn dochter dan voor haar, maar ze spreekt deze ergernis niet uit. Ook André zwijgt over zijn gevoelens, en vervolgens ontstaat door een klein misverstand een groot echtelijk conflict. Beauvoir demonstreert hoe één enkele ruzie het aanzien van het gedeelde verleden kan veranderen: ‘Eigenlijk waren hun beide levens nooit echt in harmonie geweest.’ Ook het zich op de toekomst verandert: ‘Ze zouden de treurige oudedag tegemoet gaan van mensen die alleen maar bij elkaar blijven omdat uit elkaar gaan na een bepaalde leeftijd niet meer doenlijk is.’ Na de wrok volgt een handreiking van André, de zaak wordt uitgepraat, de verzoening is een feit. ‘Alles leek opnieuw zo vertrouwd, zo gemakkelijk.’ Deze geschiedenis van een misverstand wordt door Beauvoir soms heel knap, soms een beetje schools beschreven. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het interessante zit in de omstandigheden die het misverstand vergezellen. Het onbegrip tussen de partners heeft namelijk een voedingsbodem in het onbehagen dat beiden in Moskou ervaren. André sympathiseert – net als Sartre – met het socialisme in de Sovjet-Unie, en de ontwikkelingen om hem heen stellen hem diep teleur: het lijkt zowaar alsof de mensen er niet minder aan consumptiegoederen hechten dan in Frankrijk. Maar een nog groter onbehagen vormt het ware thema van de novelle: de worsteling met de ouderdom. 

In Moskou voelt Nicole zich oud, niet alleen in vergelijking met de vitale Masja, maar ook doordat de inspanningen van het reizen haar zwaarder vallen dan vroeger. (Vergelijk dit met de autobiografie De bloei van het leven, waarin een jonge Simone de Beauvoir melding maakt van haar onvermoeibaarheid tijdens zwerftochten met en zonder Sartre.) Nicole beseft dat ze op haar leeftijn minder goed tegen ongemak kan, en dat dit alleen maar erger zal worden. Het klimmen van de jaren betekent ook glansloze herhaling: het weerzien met Moskou, waar ze drie jaar eerder ook al waren, valt haar tegen. De allereerste keer op het Rode Plein is indrukwekkender dan de tweede, en met boeken is het voor haar niet anders: ‘Herlezen verveelde haar.’ 

Dat gevoel dat haar in Moskou zo kwelt, heeft natuurlijk al een verleden. Nicole denkt terug aan deze cruciale gebeurtenis: ‘En toen was die onbekende jongen – een heel knappe knul – met André meegekomen; hij had haar met ongeïnteresseerde beleefdheid de hand gedrukt en opeens was er iets in haar veranderd. Voor haar was hij een man, jong en aantrekkelijk; voor hem was zij even seksloos als een oude vrouw van tachtig. Ze was die blik nooit meer te boven gekomen; ze was opgehouden met haar lichaam samen te vallen: ze zat voortaan in een vreemde huid, een treurig makende vermomming.’

Lichamelijke aftakeling, het gevoel overbodig te zijn, spijt om ambities die voor het gezinsleven zijn opgeofferd, de verveling na de pensionering – dat is de ouderdom voor Nicole. Doordat het perspectief beurtelings bij de man en bij de vrouw berust, komen we erachter dat ook André zijn leeftijd niet bepaald als een verrijking ervaart. Omdat het vuur in hem gedoofd is, drinkt hij te veel (net als Sartre). Zijn geheugen speelt hem parten tijdens Russische les, en hij kijkt afgunstig naar jongeren op een caféterras: ‘Waarom ben ik niet meer een van hen? Hoe heeft dit míj kunnen overkomen?’ Toch lijkt de ouderdom een zwaardere last voor Nicole. 

Simone de Beauvoir schreef Misverstand in Moskou in 1967, maar zag van publicatie af. Haar reflectie op haar leeftijd zou uiteindelijk leiden tot De ouderdom (1970). De nu verschenen novelle loopt daar kernachtig op vooruit: ‘Op dat moment leek de dag dat ze met pensioen zou gaan […] haar net zo onwerkelijk als de dood zelf. Maar die dag was gekomen.’