Het is heel lastig om een auto niet als een bezield wezen te zien, met koplampen die je aankijken. Zelden heeft een vrachtwagen in jouw ogen een zacht karakter. Al is die blik vrijwel niet te onderdrukken, we schuiven deze als een kinderachtige neiging naar de achterkant van ons bewustzijn. Maar ‘dat de vooroordelen die mij bepalen uit mijn vooringenomenheid stammen, is zelf al een vooroordeel’, volgens Hans-Georg Gadamer (1900-2002), ‘en geldt alleen voor onterechte vooroordelen.’ Is de bezieling van onze gebruiksvoorwerpen een onterecht vooroordeel? Dat de vormen van de dingen vrijwel niets met hun betekenis voor ons te maken hebben omdat dingen alleen in hun gebruik iets betekenen is te snel geoordeeld. Is er niet gewoon heel veel dat niets betekent en toch van de allergrootste betekenis is?
Even tussendoor …
Meer van hetzelfde anders zien? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief:
