Home Zonder ergernissen geen liefde

Zonder ergernissen geen liefde

Door Marianne van Dijk op 07 februari 2012

Cover van 02-2012
02-2012 Filosofie magazine Lees het magazine

‘Rond mijn twintigste hadden al mijn liefdesrealties een bitter einde’, zegt de Duitse filosoof Wilhelm Schmid. Hij ging te rade bij de filosofie om de liefde opnieuw uit te vinden. Zijn conclusie: we moeten aan het werk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wilhelm Schmid is alweer bezig met zijn derde boek over de liefde, dat over anderhalf jaar af moet zijn. In Nederland is net De herontdekking van de liefde verschenen, een vertaling van zijn tweede filosofische beschouwing over dit onderwerp. Hij mag er dan veel over schrijven, zegt Schmid aan een klein rond tafeltje in de hoek van zijn werkkamer, toch is hij niet bepaald de geboren expert op het gebied van de passies.
‘Rond mijn twintigste hadden al mijn liefdesrelaties een bitter einde’, zegt Schmid ernstig. ‘Ik begreep maar niet wat ik verkeerd deed. Maar ik wist zeker dat er een antwoord lag besloten in de filosofie en niet in bijvoorbeeld de psychologie. Mijn vragen waren namelijk ontologisch van aard: “Wat is liefde?” En ook epistemologisch: “Kan ik er zeker van zijn dat iemand van mij houdt?” Ik besloot dat ik filosofie moest gaan studeren om antwoord te krijgen op die vragen.’

Plato

De filosofiestudie viel echter tegen voor Schmid. ‘In die tijd hield filosofie in Duitsland zich helemaal niet bezig met liefde, en nu nog steeds niet. Ik las aan het begin van mijn studie zelf het Symposium van Plato om meer over de liefde te weten te komen. Ik was met name onder de indruk van zijn onderscheid tussen verschillende soorten liefde, waarbij het ideaal is om die allemaal te beheersen. Zo heeft hij het over de zielenkunst van het beminnen, in staat zijn om te voelen en geraakt te worden. Maar ook over de geestelijke kunst van het beminnen: het vermogen om een gesprek te voeren en handelingen van een ander te duiden. Het is belangrijk om deze liefdeskunsten te onderscheiden, omdat tegenwoordig vaak de nadruk wordt gelegd op slechts één vaardigheid tegelijk. De oplossing voor een slechte relatie zou dan zijn om bijvoorbeeld enorm te investeren in de seksuele relatie, terwijl dat helemaal geen zin heeft als je daarnaast niet met elkaar kunt praten. Ik ga ervan uit dat je ze allemaal moet beheersen, of daar in ieder geval naar moet streven. Zelfs naar die ene vorm van liefde die Plato ten strengste afwijst: lichamelijke liefde.’

‘Het werk van Plato is inmiddels 2500 jaar oud, maar er is nog steeds geen boek verschenen dat het kan evenaren, en zelfs geen werk dat actueler is. Ondertussen zijn de problemen met de liefde niet verdwenen: in Duitsland gaat één op de twee paren op een gegeven moment uit elkaar.’

Het heeft even geduurd voor Wilhelm Schmid iets aan het gebrek aan goede filosofie van de liefde deed. Hij promoveerde op het onderwerp levenskunst bij Foucault en is inmiddels hoogleraar filosofie aan de Erfurt-universiteit in Berlijn. Met filosofische bestsellers over levenskunstfilosofie die vertaald worden in allerlei landen mag hij zich rekenen tot een van de grootste levensfilosofen van het moment. De onderwerpen van zijn werken lopen uiteen van geluk tot ecologisch leven. Maar hoewel de liefde in deze werken wel aan bod komt, was er tot nu toe nog geen boek exclusief aan het onderwerp gewijd: ‘Het heeft me na die eerste ervaringen met relaties dertig jaar gekost voor ik dit boek kon schrijven. Liefde is zo moeilijk, en van zo’n groot belang.’

Energie

Niemand zal ontkennen dat liefde wezenlijk is, maar als ze zoveel problemen met zich meebrengt, lijkt het goed om na te gaan waarom we er toch in willen investeren. ‘Liefde geeft zin aan ons leven’, zegt Schmid. Als je zoekt naar de zin van het leven, zoek je volgens hem vooral naar energie. ‘Die energie kun je op allerlei manieren krijgen: je kunt jezelf als doel stellen om binnen een jaar een marathon te lopen, waardoor je energie krijgt om te gaan trainen en je je bovendien op een gegeven moment opgenomen voelt in de hardloperswereld. Maar als je net verliefd bent op bijvoorbeeld een collega, krijg je die energie en dat “horen bij”-gevoel vrij onmiddellijk. Je gaat ineens fluitend naar je werk en verdiept je zonder mokken in de Finse taal omdat zij daarin is geïnteresseerd.’

Prachtig dus, de liefde, maar het beeld dat we van een ideale relatie hebben ‘lijkt nog het meest op dat van een warm bad in een resort’, aldus Schmid. Het staat al dampend voor ons klaar, en als we erin stappen kunnen we achteroverleunen in het water dat altijd op de goede temperatuur is. Het is continu aangenaam. ‘Dat is het beeld van de liefde dat de meeste mensen eigenlijk nog steeds hebben’, zegt Schmid. ‘Liefde als een intens, goed gevoel. Het is een beeld dat stamt uit de romantiek, waarin gevoel centraal stond.’

Maar er schuilt een groot gevaar in het romantische beeld. ‘Het probleem daarvan is dat het liefde gelijkstelt met positieve gevoelens, terwijl het in de aard van gevoelens ligt dat ze komen en gaan.’ Schmid pauzeert even. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik ben zelf een romanticus, ik houd van de romantische manier van in de liefde staan. Maar er zitten grote nadelen aan: als je intense liefde wilt, is het laatste wat je moet doen het intense, goede gevoel koste wat kost proberen vast te houden en het te eisen. Als het dan voor korte of lange tijd uitblijft, voelt dat als een ramp, en dan is het juist veel moeilijker om dat gevoel terug te krijgen. Uiteindelijk raken geliefden teleurgesteld en geven ze de schuld misschien wel aan elkaar, in plaats van hun beeld van de liefde te onderzoeken.’

Alledaagsheid

Het goede nieuws is dat het romantische beeld niet het enige mogelijke beeld van de liefde is. Schmid: ‘Het is pas zo’n honderd jaar geleden uitgevonden. Waarom zouden we dan geen nieuw beeld van de liefde kunnen scheppen?’ Schmid klopt op de cover van de Nederlandse uitgave van het boek, dat op tafel ligt. ‘In de de Nederlandse vertaling is er “herontdekken” van gemaakt, maar in het Duits heet het boek Die Liebe neu erfinden, en erfinden betekent “uitvinden, scheppen”. “Herontdekken” klopt dus niet; dat klinkt te veel alsof het er al ligt, en alleen nog maar tevoorschijn gehaald hoeft te worden. We moeten blijven schaven aan het nieuwe idee.’

‘In het beeld van de liefde dat ik voorstel ga ik ervan uit dat de werkelijkheid bestaat uit polen. Er zijn plezierige dingen en pijnlijke dingen, mooie en lelijke. Soms heb je behoefte aan actie en soms aan rust. Op een gegeven moment is zo’n warm bad ook niet meer zo spannend; dan is het lekker om even een koude douche te nemen voor je er weer in stapt. Dan geniet je er extra van. Zonder contrast tussen ervaringen kun je ze simpelweg niet onderscheiden. Het idee van de polen zie je ook terug bij iets heel natuurlijks als ademen: je ademt in en je ademt uit. Het een kan niet zonder het ander. Maar wat iemand die vasthoudt aan de romantische liefde eigenlijk wil…’ Schmid ademt diep in, houdt zijn adem vast en kijkt moeilijk. ‘Alleen maar inademen! Maar één pool accepteren, die van het intense gevoel. En dan stikt de liefde.’

Als inademen staat voor de goede gevoelens tot je nemen, dan staat uitademen voor de pool van wat Schmid de Alltag noemt, de alledaagsheid: de momenten waarop je de belastingopgave invult, de speelgoedknuffel van je dochter zoekt, besluit of je een Nissan of een Mazda koopt, en je ergert aan tandpastaresten in de wasbak. De momenten waarop je, kortom, bezig bent met praktische zaken en daarbij niet zoveel voelt voor de ander. Schmid: ‘Die momenten behoren ook tot de liefde. Het beeld waar ik voor pleit noem ik dan ook de ademende liefde. Daarin integreer je de alledaagsheid, de Alltag, in de liefde, en ga je ervan uit dat liefde heen en weer beweegt tussen de pool van alledaagsheid en die van het intense gevoel. Met dit nieuwe beeld kunnen we ook de werkelijkheid veranderen.’

Sokkenkwestie

Maar in de praktijk is dat niet gemakkelijk, zegt Schmid: ‘De eerste zeven jaar van mijn huidige relatie wilde ik niet accepteren dat er zoiets was als alledaagsheid. Het was mijn vrouw die telkens maar weer vroeg: : “Ben je bereid te accepteren dat dit ook onderdeel is van een relatie?” Hij lacht een beetje zuinig. ‘Het gekke was: toen ik eenmaal die alledaagsheid accepteerde, heb ik meer intensiteit gekend in de relatie dan ooit.’

Wie die intensiteit wil moet zich richten op vijf gebieden waarbinnen we te maken krijgen met Alltag: het gebied van financiën, seks, macht, rechtvaardigheid en wat Schmid noemt ‘de sokkenkwestie’. Bij de aanpak van die vijf gebieden is telkens een door Schmid aangehaalde uitspraak van de dichter Rainer Maria Rilke van toepassing: ‘Er is niets gelukkigers dan arbeid, en de liefde, juist omdat ze het uiterste geluk is, kan dus niets anders dan arbeid zijn.’ Ofwel: we moeten aan het werk.

Bijvoorbeeld in het geval van ‘de sokkenkwestie’: de gewoonte om vuile sokken te laten liggen op de plek waar ze zijn uitgetrokken, iets wat op een gegeven moment tot een probleem kan leiden. Het huishouden biedt de oplossing voor dit probleem, en daarbij zijn onder andere de polen van ‘netheid’ en ‘rommel’ in het geding. De pool van rommel is niet zo moeilijk te bereiken, maar voor die van netheid is soms wat scholing nodig. ‘Je hoeft niet allebei alle taken te kunnen, maar ieder moet wel een aantal taken beheersen’, stelt Schmid, en hij beveelt daartoe zelfs een Haushaltungsbuch aan, voor de nog wat schuwe schoonmaker.

Voor alle vijf de Alltag-kwesties geldt dat het nuttig is om er gewoontes en rituelen aan vast te knopen. Alledaagsheid bestaat in tegenstelling tot de pool van intense hoogtepunten uit herhaalbare, terugkerende activiteiten. Hoogtepunten van het goede gevoel als de eerste kus, een trouwdag en de geboorte van je eerste kind kun je niet herhalen. Er is geen tijd om daar als stel gewoontes bij te ontwikkelen. Maar voor alledaagse activiteiten geldt dat niet, en daar kun je dus samen je eigen manier van aanpak voor kiezen.

Ergernis

Ergernis in het huishouden alsook op andere gebieden is onvermijdelijk. Die zorgt volgens Schmid op een natuurlijke manier voor geestelijke afstand tussen de partners. ‘Ergernissen doen ons beseffen dat wat wij willen misschien niet hetzelfde is als wat de ander wil. Daarmee versterken we de pool van onze eigenheid tegenover de pool van saamhorigheid.’ Vanuit het beeld van de ademende liefde is het dus geen goed idee ernaar te streven ergernis definitief kwijt te raken; we moeten het bestaansrecht ervan juist erkennen.

Als je niet alle ergernissen oplost, betekent dat dat je de ander aanvaardt en denkt: ze zal me niet altijd bewonderen, altijd aandacht geven, of voorrechten verlenen. En toch blijf ik bij haar. Liefde is op deze manier veel meer een beslissing, en gevoelens zullen de consequentie zijn hiervan. Schmid: ‘Vrienden komen naar me toe en vragen me: “Waar zijn mijn gevoelens gebleven?” Ik zeg ze: “De vraag is: wat is je beslissing? Je hebt geen beslissing genomen en hebt daardoor geen gevoelens.”’

Wanneer zeg je: ‘En nu is het genoeg?’ Wanneer geeft iemand je echt te weinig aandacht, of heb je lang genoeg gewacht op de terugkeer van het goede gevoel? Schmid: ‘Daar is natuurlijk niet echt een formule voor. Maar als vuistregel zou ik zeggen dat vijf jaar zonder dat het intense gevoel terugkomt wel het maximum is. Maar als de ander je slecht behandelt, je kleineert, zouden vijf maanden ook lang genoeg kunnen zijn.’ Schmid beweert dus niet dat we nooit meer moeten scheiden. Hij hoopt alleen dat het minder vaak nodig zal zijn: ‘Ik denk dat de meerderheid het graag anders wil. Maar het gaat nog wel zo’n vijftig jaar duren voor ons beeld voldoende is aangepast en in praktijk gebracht.’

Getrouwd

Om het ons gemakkelijk te maken schreef Schmid het toegankelijke boekje Liebe, warum sie so schwierig ist und wie sie dennoch gelingt. ‘Ik ga er hierin van uit dat de school van de liefde tien vakken moet geven, waaronder een vak in huishouden en gymnastiek, om zowel lichaam als geest soepel te houden. Daarnaast werk ik nu dus aan een derde boek, dat meer zal gaan over liefde op andere gebieden dan de liefdesrelatie: de liefde van ouders voor kinderen, die voor de natuur, of voor een hogere god.’

Is Schmid zelf nog steeds getrouwd? ‘Ja, al 28 jaar. En hoewel het natuurlijk niet altijd makkelijk is, is er van tijd tot tijd nog steeds wat ik “schoonheid” noem. Ik ben er heel gelukkig mee.’