Home Wilt u wel een individu zijn?

Wilt u wel een individu zijn?

Door Hester Eymers op 14 november 2012

04-2001 Filosofie magazine Lees het magazine

Dat wij politiek passief zijn, is een logische reactie op de onmacht van politici, zegt Zyg­munt Bauman. Hij wil 'nieuwe manieren van leven' aan ons openba­ren en de politie­ke agenda 'radicaal ver­breden'.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Filosofie.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste verhalen over filosofie. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De rede en de wetenschap hebben niet alleen zegeningen ge­bracht, maar ook geleid tot de gruwelen van de holo­caust. Dat is de boodschap van de Pools-Engelse socioloog Zygmunt Bauman in zijn bekendste werk De moderne tijd en de holocaust. Daarmee bevindt hij zich in het gezelschap van denkers als George Steiner, Hannah Arendt en de leden van de Frankfur­ter Schule, die tot een zelfde conclusie zijn gekomen. Een ongenu­anceerd geloof in rationaliteit is sinds de Tweede Wereldoor­log niet meer moge­lijk. Een van de gevolgen daarvan is dat het moder­nisme, dat de hoop koesterde dat de wereld verklaar­baar en controleerbaar zou zijn, is ingeruild voor het postmo­der­nis­me. Het postmodernisme rekent radi­caal af met elke hoop op beheer­sing van de wereld om ons heen.

Maar hoewel Bauman de kwalijke gevolgen van een ongebreideld geloof in rationaliteit scherp onder woorden heeft gebracht, kan het postmodernisme hem maar matig beko­ren. Dat blijkt uit zijn nieuwe essaybundel The Individuali­zed Society. Hij karak­teriseert de postmoderne samenleving waarin wij tegen­woordig leven hoofdzakelijk in economische ter­men, want niet eerder werd het leven van zoveel mensen tot op zulke grote hoogte bepaald door economische normen en waarden. De macht, aldus Bauman, ligt niet langer bij de politiek, maar bij het kapi­taal, dat zich niet meer gebonden weet aan benauwde lands­grenzen, maar zich boven alle naties verheft in een proces van globalisering. De burger heeft zich intussen zozeer tot een individu laten kneden, dat hij volkomen alleen staat tegenover deze hem onbegrijpelijke en overstijgende macht.

De toverwoorden van de individualisering zijn 'mobiliteit' en 'flexibiliteit', maar volgens Bauman zijn die ons voornamelijk opgedron­gen. Slechts in een enkel geval was er sprake van een vrije keuze. In een wereld die steeds sneller veran­dert, waarin kortlo­pende arbeidscontracten de norm zijn en werkne­mers hun oude dag liever zeker stellen door deel te nemen aan een beleg­gingsfonds dan te vertrouwen op een be­drijfspensioen, zijn flexibiliteit en mobiliteit een must. Het belangrijkste gevolg van deze manier van leven is een funda­mentele onzeker­heid. Het is allerminst verwonderlijk dat mensen in deze omstandigheden egoïstisch en materialistisch worden, aldus Bauman, want dat is in feite de enige 'rationele reactie'.

Hier blijkt dat Bauman toch nog niet helemaal afscheid van het modernisme heeft genomen. In zijn pogingen de huidige conditi­on humaine te doorgronden gaat hij er nog altijd vanuit dat de mens een in de grond redelijk wezen is en dat die rede in elk individu op dezelfde wijze werkt.

Het grootste probleem waarvoor de huidige postmoderne samen­leving ons in Baumans ogen stelt, is de onmacht van de poli­tiek. Want de politiek is nog grotendeels gebonden aan de natie, terwijl de economische ontwikkelingen plaatsvinden op supranationaal niveau. De markt heeft het dankzij de globali­sering voor het zeggen en de plaatselijke politici – en in vergelijking met de economische bobo's zijn alle politici plaatselijk – kunnen de economie niet langer sturen. De poli­tieke passiviteit van de meeste burgers is een weerspiegeling van de onmacht van de politiek. Het is geen onwil, maar, alweer, slechts een rationele reactie.

De oplossingen die Bauman voorstelt zijn weinig uitgewerkt en allerminst nieuw. De politiek zou een orgaan op supranatio­naal niveau moeten hebben, zodat de economische krachten weer een tegenspeler krijgen. Hoe zo'n orgaan er precies uit zou moeten zien, laat hij in het midden. Evenmin beantwoordt hij de vraag hoe burgers betrokken zouden moeten worden bij een derge­lijke geglobaliseerde politiek. Het gebrekkige func­tione­ren van het Europarlement doet het ergste vrezen voor het Wereld­parlement dat Bauman voor ogen staat. Op het niveau van de individuele burger suggereert Bauman dat deze vanzelf weer politiek ge­ngageerd raakt wanneer de enorme onzekerheid waarmee hij te kampen heeft, zou worden ingedamd. Hij stelt de invoering van een basisinkomen voor, zonder in te gaan op de voor- en nade­len hiervan.

Ondanks zijn sombere kijk op de hedendaagse samenleving, lijkt Bauman niet voor cultuurpessimist te willen doorgaan. Maar in een wanhopige poging perspectief te bieden aan het postmo­derne individu komt hij met voorstellen die er eerder voor zorgen dat de lezer de moed in de schoenen zinkt. Ook zijn belofte dat de essays 'nieuwe manieren van leven' zullen openbaren die bovendien een 'radicale verbreding van de poli­tieke agenda' tot gevolg zullen hebben, moeten als wishful thinking be­schouwd worden. Baumans analyse van de postmoderne samenleving is genuanceerd en scherp, maar aan een genezing van haar kwalen kan hij zich beter niet wagen.
 
The Individualized Society, door Zygmunt Bauman, uitg. Polity Press, Cambridge, 2001, 259 blz., ¦ 64,20/BEF.1175.